nr. 4
VOORSTEL VAN RIJKSWET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES
VAN DE RAAD VAN STATE
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat het Statuut
voor het Koninkrijk der Nederlanden zodanig gewijzigd wordt dat de mogelijkheid
vervalt een algemene maatregel van rijksbestuur uit te vaardigen zonder wettelijke
grondslag daartoe;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met
gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het
Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk
Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Regelen omtrent aangelegenheden van het Koninkrijk worden – voorzover
de betrokken materie geen regeling in de Grondwet vindt en behoudens de internationale
regelingen en het bepaalde in het tweede lid en het bepaalde in artikel 51,
eerste lid – bij of krachtens rijkswet vastgesteld. In buitengewone
gevallen van dringende aard kan de vaststelling geschieden bij een niet op
een rijkswet berustende algemene maatregel van rijksbestuur met een werkingsduur
van ten hoogste twee jaren. Na deze termijn van twee jaren vervalt een niet
op een rijkswet berustende algemene maatregel van rijksbestuur van rechtswege.
De rijkswet of de krachtens een rijkswet vastgestelde algemene maatregel
van rijksbestuur kan het stellen van nadere regelen opdragen of overlaten
aan andere organen. Het opdragen of het overlaten aan de landen geschiedt
aan de wetgever of de regering der landen.
2. Het tweede lid vervalt.
3. Onder vernummering van het derde lid tot tweede lid, komt dat lid te
luiden:
2. Regelen omtrent aangelegenheden van het Koninkrijk, welke noch in de
Nederlandse Antillen, noch in Aruba gelden, worden bij of krachtens wet vastgesteld.
In buitengewone gevallen van dringende aard kan de vaststelling geschieden
bij een niet op een wet berustende algemene maatregel van bestuur met een
werkingsduur van ten hoogste twee jaren. Na deze termijn van twee jaren vervalt
een niet op een rijkswet berustende algemene maatregel van rijksbestuur van
rechtswege.
4. Het vierde lid wordt tot derde lid vernummerd.
B
Artikel 38, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. De zinsnede «bij Rijkswet of algemene maatregel van Rijksbestuur»
wordt vervangen door: bij of krachtens rijkswet.
2. Toegevoegd wordt een volzin, luidende: In buitengewone gevallen van
dringende aard kan de vaststelling geschieden bij een niet op een rijkswet
berustende algemene maatregel van rijksbestuur met een werkingsduur van ten
hoogste twee jaren. Na deze termijn van twee jaren vervalt een niet op een
rijkswet berustende algemene maatregel van rijksbestuur van rechtswege.
ARTIKEL II
Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze rijkswet bestaande algemene
maatregelen van rijksbestuur die niet op een rijkswet berusten blijven voor
de duur van ten hoogste twee jaren na de inwerkingtreding van deze rijkswet
van kracht.
ARTIKEL III
Deze rijkswet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede
kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt
geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van
de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingblad van Aruba zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,