27 552
Regels voor het heffen van mobiliteitstarieven ter zake van het rijden op de weg met een motorrijtuig en de ondersteuning van regionale mobiliteitsfondsen (Wet bereikbaarheid en mobiliteit)

nr. 5
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 6 juni 2001

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 1, onderdeel c, wordt de zinsnede «de artikelen 10, 17 en 22» vervangen door: de artikelen 10 en 22.

B. Paragraaf 2.2 vervalt.

C. Paragraaf 2.3 wordt vervangen door:

§ 2.2. Expresbaantarief

Artikel 10

Onder de naam «expresbaantarief» wordt van rijkswege een mobiliteitstarief geheven ter zake van het passeren tijdens een daartoe krachtens artikel 13, eerste lid, onderdeel c, aangewezen tijdsperiode van een voor dat tarief aangewezen betaalpoort op een weg, in beheer bij het Rijk, met een motorrijtuig in de voor die betaalpoort aangewezen rijrichting over de ten aanzien van die betaalpoort aangewezen baan van de weg.

Artikel 11

1. Bij de aanwijzing van de plaats van een betaalpoort voor het expresbaantarief wordt bepaald voor welke baan van de weg het expresbaantarief wordt geheven.

2. Bij de aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, worden niet alle banen van de weg in dezelfde richting aangewezen.

Artikel 12

1. De hoogte van het expresbaantarief per passage wordt bij regeling van Onze Minister en Onze Minister van Financiën zodanig bepaald dat naar verwachting een goede doorstroming op de desbetreffende aangewezen baan van de weg wordt bereikt.

2. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld voor de bepaling van het tarief, bedoeld in het eerste lid, op basis van verkeersintensiteit.

3. Het expresbaantarief per passage bedraagt ten hoogste € 7.

4. Het in het derde lid genoemde bedrag van € 7 kan bij algemene maatregel van bestuur worden gewijzigd voor zover het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie daartoe aanleiding geeft.

5. De hoogte van het expresbaantarief per passage is bij betaling op elektronische wijze lager dan in het geval het expresbaantarief wordt voldaan op een aangifte op de voet van artikel 6, eerste lid. Het in de eerste volzin bedoelde verschil wordt, rekening houdend met het verschil in behandelingskosten, bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld.

6. Een krachtens het tweede lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur treedt niet eerder in werking dan acht weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij wordt geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal.

Artikel 13

Bij regeling van Onze Minister en Onze Minister van Financiën wordt ten aanzien van een betaalpoort vastgesteld:

a. de datum met ingang waarvan het expresbaantarief wordt geheven;

b. de dagen van het jaar waarop het expresbaantarief wordt geheven, en

c. de tijdsperiode of de tijdsperioden waarin op een krachtens onderdeel b aangewezen dag het expresbaantarief wordt geheven.

Artikel 14

De rijksbelastingdienst heft het expresbaantarief en vordert het in.

Artikel 15

1. Indien een motorrijtuig waarvoor een kenteken is opgegeven, feitelijk en niet geheel voorbijgaand ter beschikking staat van een ander dan degene op wiens naam het opgegeven kenteken is gesteld, kan de inspecteur die ander:

a. op gezamenlijk verzoek aanmerken als degene die het motorrijtuig houdt;

b. ambtshalve aanmerken als degene die het motorrijtuig houdt.

2. De inspecteur neemt de beslissing op het verzoek, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en de beslissing, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, bij voor bezwaar vatbare beschikking.

Artikel 16

Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld die ertoe strekken dat voor de weggebruiker tijdig en duidelijk kenbaar zijn:

a. de baan van de weg waar het expresbaantarief wordt geheven;

b. de dagen waarop en de tijdsperioden waarin het expresbaantarief wordt geheven, en

c. de hoogte van het expresbaantarief.

D. De aanduiding van de nummering van de opschriften van de paragrafen 2.4 en 2.5 wordt gewijzigd in 2.3, respectievelijk 2.4.

E. Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

a. In, onderdeel b, wordt de zinsnede «het spitstarief of het betaalstrooktarief» vervangen door: het expresbaantarief.

b. In onderdeel c wordt de zinsnede «spitstarief of voor het betaalstrooktarief» vervangen door: expresbaantarief.

F. Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het eerste en het tweede lid vervallen, onder vernummering van het derde en vierde lid tot eerste en tweede lid.

b. In het eerste lid wordt « 2.3» vervangen door: 2.2.

c. In het tweede lid wordt «artikel 18» vervangen door: artikel 11.

G. Artikel 42 vervalt.

H. In artikel 43 wordt «betaalstrooktarief» telkens vervangen door: expresbaantarief.

I. In artikel 44 wordt de zinsnede «artikel 42, eerste lid» vervangen door: artikel 43, eerste lid.

J. Artikel 47, eerste lid, komt te luiden:

1. Tot het tijdstip, bedoeld in artikel 43, eerste lid, wordt de houder van een motorrijtuig, die in het bezit is van een abonnement, afgegeven door het Rijk, voor het gebruik van expresbaan gedurende een maand in een bepaalde rijrichting, vrijgesteld van het desbetreffende expresbaantarief.

K. Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het eerste lid vervalt, onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot eerste tot en met derde lid.

b. In het eerste lid wordt «betaalstrooktarief» vervangen door: expresbaantarief.

c. In het tweede lid vervalt de zinsnede «artikel 42, eerste lid, dan wel» en de zinsnede «artikel 42, eerste lid, respectievelijk».

L. In artikel 51 vervalt de zinsnede «het spitstarief en».

Toelichting

Deze nota van wijziging strekt ertoe het spitstarief uit het wetsvoorstel te verwijderen (onderdeel B). De redengeving daarvoor is opgenomen in het regeringsstandpunt over het rapport Mobimiles, bewust op weg, van prof ir R. Pieper. Voorts is van de gelegenheid gebruik gemaakt om, zoals aangekondigd in het regeringsstandpunt, de benaming betaalstrook te wijzigen in expresbaan. Daarmee komt beter tot uitdrukking het oogmerk van een expresbaan, namelijk het bieden van een snellere doorstroming aan groepen weggebruikers die bereid zijn voor een kortere reistijd te betalen. Nu het woord «strook» niet in het woord «expresbaan» voorkomt, is er ook geen reden meer om in de desbetreffende artikelen telkenmale op te nemen «baan of strook», maar kan volstaan worden met het begrip baan.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

Naar boven