nr. 46
ZESDE NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 23 komt te luiden:
Artikel 23
1. De plaats voor een betaalpoort voor een toltarief kan slechts zijn
gelegen op
a. een tolweg die voor het verkeer wordt opengesteld na de datum van inwerkingtreding
van deze wet;
b. een tolbaan van een weg waar na de datum van inwerkingtreding van deze
wet de capaciteit van de weg is vergroot en het aantal stroken zonder toltarief
niet kleiner is dan voor de capaciteitsuitbreiding.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op een betaalpoort op de A4 tussen
het knooppunt Kethelplein en het knooppunt Benelux in beide richtingen.
B
Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «A4 in de Tweede Beneluxtunnel»
vervangen door: A4 tussen het knooppunt Kethelplein en het knooppunt Benelux.
2. Het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:
c. de A12 tussen knooppunt Oudenrijn en de aansluiting met de N11 bij
Bodegraven in beide richtingen.
3. In het tweede lid wordt «onderdeel d» vervangen door: onderdeel
e.
Toelichting
Tijdens de beraadslagingen op 13 en 14 maart 2002 is door diverse woordvoerders
naar voren gebracht dat het toltarief alleen zou moeten kunnen worden toegepast
op nieuwe wegen. Dat is ook neergelegd in amendement 22. In algemene zin spreekt
die gedachte mij aan, maar het amendement geeft – wellicht onbedoeld –
toch complicaties met ingrijpende gevolgen: de meest wenselijke toepassingen
van het toltarief bij vormen van publiek-private samenwerking (PPS) worden
door aanvaarding van amendement 22 onmogelijk of nagenoeg onmogelijk. Daarom
heb ik gezocht naar een herziening van artikel 23, die het – anders
dan ligt besloten in amendement 22 – mogelijk maakt bijvoorbeeld de
nagestreefde capaciteitsuitbreiding door aanleg van de Tweede Coentunnel wel
via het toltarief te bekostigen.
Immers, een belangrijk deel van de ideeën over PPS in de wegenzorg
hebben betrekking op capaciteitsuitbreiding van bestaande (oever)verbindingen.
Bij dergelijke projecten gaat de capaciteitsuitbreiding veelal gepaard
met herinrichting van de bestaande verbinding. Zo zal het in plannen voor
de Coentunnel al gauw gaan om een tolbaan en een baan zonder tol in de oude
tunnelbuis en (in de andere richting) eveneens een tolbaan en een baan zonder
tol in de nieuwe tunnelbuis.
Om dergelijke nieuwbouw onder het toltarief te kunnen brengen is via onderdeel
A in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, de relatie met capaciteitsuitbreiding,
gepaard gaande met herinrichting, gelegd.
In dit wetsvoorstel zijn twee projecten opgenomen, waar (voor de langere
termijn) een vorm van publiek-private samenwerking (PPS) wordt beoogd, terwijl
die projecten tevens geschikt leken om eerst ervaring op te doen met het expresbaantarief.
Het betreft allereerst de A5 (Verlengde Westrandweg), die in een toekomstig
toltraject kan worden opgenomen dat mede de Tweede Coentunnel en de Westrandweg
omvat, en voorts de A4 (Tweede Beneluxtunnel), die past in een toekomstig
toltraject dat mede de A4 Midden-Delfland omvat. De invulling van de publiek-private
samenwerking (PPS) is nog niet voltooid; daarmee is ook de vraag waar en onder
welke modaliteiten het toltarief zal worden geheven, nog niet beantwoord.
Naar verwachting wordt de Tweede Beneluxtunnel eerder voor het verkeer
opengesteld dan de datum van inwerkingtreding van de wet. Artikel 23, tweede
lid, strekt ertoe ruimte open te houden voor het bij dit project kunnen heffen
van het toltarief.
In de toelichting op de vierde nota van wijziging werd aangegeven dat
op de A12 in de regio Utrecht voor beide richtingen een expresbaan wordt onderzocht.
Dat het om beide richtingen gaat, is verzuimd in artikel 41, eerste lid, onderdeel
c, te vermelden. Dat verzuim is nu hersteld. Tevens is het verzuim hersteld
dat de verlettering van artikel 41, eerste lid, uit de vierde nota van wijziging
niet doorwerkte in het tweede lid.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
T. Netelenbos