27 552
Regels voor het heffen van mobiliteitstarieven ter zake van het rijden op de weg met een motorrijtuig en de ondersteuning van regionale mobiliteitsfondsen (Wet bereikbaarheid en mobiliteit)

nr. 29
VIERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 14 maart 2002

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3, derde lid, vervalt.

B

In artikel 6 komen het eerste en tweede lid te luiden:

1. Een verschuldigd geworden mobiliteitstarief wordt op aangifte voldaan, voor zover dat tarief niet op aangifte is voldaan op de voet van het derde lid.

2. Het passeren van een betaalpoort met een motorrijtuig wordt aangemerkt als het doen van aangifte.

C

In artikel 12 vervallen het derde en vierde lid.

D

In artikel 41, eerste lid, wordt onder verlettering van de onderdelen c en d tot de onderdelen de en e, een onderdeel c ingevoegd, luidende:

c. de A12 tussen knooppunt Oude Rijn en aansluiting N11 (Bodegraven).

Toelichting

Artikel 3, derde lid, strekte er toe stapeling van mobiliteitstarieven te voorkomen. Met het vervallen van het spitstarief enerzijds en artikel 24, tweede lid, anderzijds heeft deze bepaling ter voorkoming van stapeling zijn waarde verloren.

Met onderdeel B wordt bewerkstelligd dat door een ieder voor elke passage effectief ter hoogte van de betaalpoort onverwijld (en niet achteraf) op aangifte wordt voldaan.

In onderdeel C wordt het maximum voor het expresbaantarief verwijderd.

In de regio Utrecht wordt een haalbaarheidsstudie uitgevoerd naar de inrichting van een expresbaan langs de A12. Beide rijrichtingen worden daarbij bekeken. Met onderdeel D wordt de mogelijkheid geboden in te haken op het resultaat van die haalbaarheidsstudie.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

Naar boven