27 549
Regels met betrekking tot de positionering van de reïntegratiediensten van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie (Wet verzelfstandiging reïntegratiediensten Arbeidsvoorzieningsorganisatie)

27 296
Oprichting NV KLIQ

nr. 6
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 maart 2001

I Aanleiding

Op 8 december 2000 hebt u het wetsvoorstel Regels met betrekking tot de positionering van de reïntegratiediensten van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie (Wet verzelfstandiging reïntegratiediensten Arbeidsvoorzieningsorganisatie)1 ontvangen. Op diezelfde datum heeft u een brief ontvangen waarin in aanvulling op de toelichting op het wetsvoorstel ingegaan werd op een aantal onderwerpen samenhangend met de oprichting van de NV KLIQ2. In genoemde brief van 8 december deed eerst ondergetekende de toezegging u na beoordeling van het ondernemingsplan van KLIQ nadere informatie over een aantal financiële thema's aan te reiken, zodat u over de meest recente informatie zou kunnen beschikken noodzakelijk voor de behandeling van het wetsvoorstel. Die informatie wordt u in onderliggende brief gegeven. Daarmee bevat zij tevens de beantwoording van de financiële vragen gesteld in het Verslag d.d. 13 februari 20013. U ontvangt overigens separaat de Nota naar aanleiding van het Verslag.

Zoals u bekend is in de afgelopen periode de bestuurlijke constellatie bij Arbeidsvoorziening grondig gewijzigd. Op 15 respectievelijk 22 januari zijn bij KLIQ de bestuurders Le Blanc en Aptroot aangetreden. U bent daarover reeds geïnformeerd4. Onderliggende brief gaat in op de actuele stand van zaken bij KLIQ en de bevindingen van de bestuurders. Tevens wordt aangegeven hoe invulling wordt gegeven aan het overgangsregime en worden de uitgangspunten weergegeven voor het bepalen van de financiële startpositie van de onderneming. Gegeven de betrokkenheid bij de oprichting van staatsdeelnemingen wordt deze brief mede-ondertekend door de Minister van Financiën.

Bijgaand treft u tevens aan ter vertrouwelijke kennisneming: het oorspronkelijke ondernemingsplan van KLIQ (gedateerd oktober 2000); de beoordeling van dit ondernemingsplan door ArthurAndersen in opdracht van het Rijk; een geactualiseerde financiële paragraaf van het ondernemingsplan KLIQ (gedateerd februari 2001) alsmede het rapport van PriceWaterhouseCoopers dat eind vorig jaar in opdracht van het Centraal Bestuur Arbeidsvoorziening is opgesteld. Wij kunnen u deze stukken, zoals ook eerder in mondeling overleg aangegeven, alleenvertrouwelijk beschikbaar stellen gelet op het concurrentie-gevoelige karakter ervan. De bijlagen zijn derhalve uitsluitend voor de leden van de Staten-Generaal beschikbaar.1

II Reïntegratiemarkt in beweging

De reïntegratiemarkt is in ontwikkeling. Ingevolge (wettelijke) maatregelen die in de afgelopen jaren zijn genomen, wordt een deel van de publieke middelen die beschikbaar worden gesteld voor reïntegratie reeds door opdrachtgevers (gemeenten, Lisv) uitbesteed aan met elkaar concurrerende bedrijven. Uit onderzoek blijkt dat er geen hoge toetredings-drempels zijn tot deze markt en dat zich inmiddels een diversiteit aan bedrijven aan het ontwikkelen is. De relatief jonge markt is dus ook een dynamische markt. We willen met de positionering in de markt van KLIQ deze positieve ontwikkeling ondersteunen. Ons uitgangspunt is dat een transparante reïntegratiemarkt, met eerlijke en open concurrentie tussen aanbieders van reïntegratiediensten zal bijdragen aan de kabinetsdoelstelling om de arbeidsparticipatie van groepen die nu nog aan de kant staan te bevorderen.

III Ondernemingsplan KLIQ

«In beweging naar een nieuwe onderneming» is de titel van het ondernemingsplan van KLIQ dat door Arbeidsvoorziening is opgesteld en in oktober 2000 aan eerste ondergetekende is aangeboden. Het ondernemingsplan schetst een toekomstperspectief voor de onderneming. De reïntegratiediensten vormen de kern van het ondernemingsplan van KLIQ. Daarnaast zijn activiteiten op het gebied van verzuim-preventie en employability als goed aansluitende bedrijfsactiviteiten onderkend. Deze complementaire dienstverlening wordt in de vrije markt ontwikkeld. Het ondernemingsplan van KLIQ is in zijn totaliteit beoordeeld. Daarbij is gebruik gemaakt van externe bedrijfseconomische expertise. Verwezen zij naar het rapport van ArthurAndersen. De conclusie van ArthurAndersen is dat er sprake is van een deugdelijk onderbouwd plan waarin op een adequate manier de te ondernemen stappen in het transformatieproces worden beschreven. Niettemin resulteerden onderzekerheden die zich met name toespitsten op de omvang van het bedrijf.

Dit was de stand van zaken begin januari. In januari jl. zijn de nieuwe bestuurders aangetreden. De taakopdracht die aan de bestuurders van KLIQ werd meegegeven omvatte twee elementen: begeleiding van het proces van verzelfstandiging en privatisering èn positionering van KLIQ als een levensvatbaar, commercieel bedrijf in de reïntegratiemarkt. In nauwe samenwerking met de KLIQ-organisatie hebben bestuurders op twee parallelle sporen hun werkzaamheden ingericht:

• het verzelfstandigings- en privatiseringstraject met daarbij behorende vraagstukken als de businessplanning, de opstelling van de (indicatieve) openingsbalans en de inrichting van de organisatie;

• toekomstscenario's met betrekking tot de onderwerpen groeidoelstellingen, productontwikkeling en kwaliteitsdefiniëring en -opbouw.

De bestuurders hebben zich verdiept in de totale problematiek van de verzelfstandiging en privatisering van KLIQ tot een levensvatbaar, commercieel bedrijf. Ze hebben zich georiënteerd op het ondernemingsplan, de beoordelingen van externe adviseurs en de laatste feitelijke ontwikkelingen in de markt (waarbij onder andere de resultaten van de markt-test naar de eerste aanbestedingsronde door uitvoeringsorganisaties zijn betrokken). De bestuurders kwamen tot de conclusie dat ook met inachtneming van de vervulling van de normale financiële randvoorwaarden er nog een zekere weg te gaan is; de organisatie moet worden aangepast, de commerciële slagkracht moet worden vergroot en de klant-oriëntatie moet met prioriteit worden versterkt. Daarnaast heeft het bedrijf te maken met informatiesystemen en een administratieve organisatie die niet zijn ingericht op KLIQ als zelfstandig commercieel bedrijf. Daartegenover staat dat medewerkers uiterst gemotiveerd zijn om van KLIQ een succes te maken.

Deze nieuwe inzichten noopten tot aanpassing van het oorspronkelijke ondernemingsplan. Bestuurders hebben een startformatie voor KLIQ bepaald die past bij de voorziene omzetontwikkeling op middellange termijn en op langere termijn bij gebleken succes in de markt een groei van KLIQ mogelijk maakt. De startformatie voor de NV KLIQ ligt circa 700 FTE onder de formatie van het huidige bedrijfsonderdeel binnen Arbeidsvoorziening. Nog voorafgaand aan de start van de NV KLIQ zal de afslanking plaatsvinden, waarbij medewerkers die niet bij KLIQ aan de slag kunnen, kunnen rekenen op intensieve begeleiding bij het zoeken naar ander werk door het mobiliteitsbureau van Arbeidsvoorziening. Gegeven de huidige situatie op de arbeidsmarkt wordt er vanuit gegaan dat de meeste medewerkers snel elders werk zullen kunnen vinden.

In het overleg met bestuurders is stilgestaan bij de ambities in de markt voor verzuimpreventie en employabilitydiensten. Teneinde ook deze kolom een faire kans te geven en KLIQ ruimte te geven voor ontwikkeling van zijn marktpositie in de reïntegratiemarkt, hebben we ingestemd met het voorstel van KLIQ om op korte termijn naar samenwerkingspartners te zoeken om in joint venture verband een positie te ontwikkelen in deze groeiende markten. Die activiteiten bevinden zich op dit moment overigens nog in een verkennende fase. Als er zicht is op een dergelijk samenwerkingsverband, zal de NV KLIQ ons als aandeelhouder een voorstel doen voor adequate vennootschappelijke inpassing. Een mogelijkheid daarbij is het positioneren van KLIQ als holding, met de activiteiten voor reïntegratie en employability als twee dochters.

Voor de positionering van KLIQ is het van groot belang dat de verzelfstandiging uiterlijk vóór de volgende aanbestedingsronde een feit is. Participatie door KLIQ aan deze aanbestedingsronde zonder duidelijkheid over zijn strategie, zijn structuur en zijn kapitaalbasis en dus zijn continuïteit zal de positie van het bedrijf in de reïntegratiemarkt verzwakken.

IV Een beperkt overgangsregime

Met ingang van 2002 wordt de prestatiebijdrage die voorheen direct aan Arbeidsvoorziening beschikbaar werd gesteld overgeheveld naar gemeenten en het UWV. Daarmee komt de beschikkingsmacht over deze middelen conform de uitgangspunten van de SUWI-operatie bij de opdrachtgevers te liggen. Dit is een essentiële wijziging in de financiële vormgeving van de markt voor reïntegratiediensten.

De ervaring leert echter dat overheidsbedrijven die op de markt worden geplaatst enige tijd nodig hebben om zich om te vormen tot een normaal en volwaardig commercieel bedrijf. Een te heftige en abrupte overgang kan leiden tot kapitaalvernietiging in termen van kennis en ervaring. Het is daarom gebruikelijk een overgangsregime te hanteren. Omschakeling van publieke naar private dienstverlening is een substantiële overgang. Dat geldt ook voor KLIQ.

Het oorspronkelijke ondernemingsplan van KLIQ zoals dat in oktober 2000 is aangeboden was gebaseerd op de verwachting dat de prestatiebijdrage (de rijksbijdrage) over een periode van 4 jaar zou worden afgebouwd. Uw Kamer heeft eerder bij de begrotingsbehandeling van SZW de motie Wilders c.s. aangenomen, welke de regering verzoekt te bevorderen dat Arbeidsvoorziening alleen naar rato kan beschikken over de prestatiebijdrage en de middelen voor sluitende aanpak en dat het restant van het budget volgens de huidige verdeelsleutel wordt verdeeld over de Uvi's en gemeenten. Daaruit spreekt uw voorkeur om de periode waarvoor een overgangsregime geldt zo kort mogelijk te laten duren en derhalve zo snel mogelijk te geraken tot een situatie van een normale volledig vrije markt. Deze doelstelling wordt door ons onderschreven. Ook de bestuurders en het management van KLIQ onderschrijven deze doelstelling, want zij hebben geen belang bij het imago van een «beschermd bedrijf». In goed overleg met de bestuurders en gelet op de intentie die is neergelegd in de motie hebben wij derhalve gezocht naar een balans tussen enerzijds de wenselijkheid om voor een beperkte periode enige zekerheden mee te geven met betrekking tot de verwerving van opdrachten in de markt (het overgangsregime) en anderzijds het snel toegroeien naar een situatie van een volledig vrije markt. De uitkomst is weergegeven in tabel 1 en opgenomen in het bijgestelde ondernemingsplan.

Tabel 1: Invulling en vormgeving overgangsregime (in mln)

 200220032004
Reïntegratie WW-gerechtigden (uit voormalige prestatiebijdrage)50250
Niet-uitkeringsgerechtigden via gemeenten50250
Reïntegratie WAO-ers t.b.v. vernieuwende projecten25150
Totaal125650

De reïntegratie van WW-gerechtigden betreft trajecten die gefinancierd worden uit de voormalige prestatiebijdrage. Het deel van de totale huidige prestatiebijdrage dat voor WW-gerechtigden is bestemd wordt per 1-1-2002 overgeheveld naar het UWV. Het UWV maakt vervolgens met KLIQ productieafspraken en stelt daarvoor middelen beschikbaar. Een analoge situatie is van toepassing op een deel van de doelgroep niet-uitkeringsgerechtigden. De prestatiebijdrage ten behoeve van deze doelgroep wordt overgeheveld naar gemeenten, waarna met gemeenten de afspraak wordt gemaakt een deel van deze middelen bij KLIQ te besteden. De reïntegratie van niet-uitkeringsgerechtigden is voor gemeenten een nieuwe doelgroep waarvoor kennis van de markt nog moet worden opgebouwd, terwijl KLIQ inmiddels de nodige expertise in huis heeft. Dit is daarmee een voor de hand liggend element uit het overgangsregime.

KLIQ heeft aangegeven dat innovatie en productontwikkeling in samenwerking met de cliënten van KLIQ hoge prioriteit heeft. De ontwikkeling van nieuwe diensten gericht op reïntegratie van WAO-gerechtigden zowel naar structurele arbeidscontracten als naar zelfstandig ondernemerschap is een voorbeeld van een innovatieve KLIQ-aanpak. Deze innovatieve en vernieuwende aanpak om juist het zittend bestand WAO-gerechtigden aan te spreken, zien wij als een waardevolle aanvulling op het huidige aanbod aan trajecten. Wij zijn dan ook bereid daartoe via het UWV tijdelijk middelen beschikbaar te stellen. Overigens moet over het overgangsregime nog overleg worden gevoerd met UWV en VNG.

Naast het bovenstaande overgangsregime is KLIQ belast met het afhandelen van trajecten die voortvloeien uit eerdere afspraken tussen het Rijk en Arbeidsvoorziening. Deze contracten moeten ordelijk worden uitgevoerd. Arbeidsvoorziening zal als opdrachtgever voor de financiering zorg moeten dragen.

De in overleg met bestuurders overeengekomen vormgeving van het overgangsregime betekent dat van de geraamde bruto omzet van KLIQ in 2001 circa 30% en in 2002 circa 60% uit de vrije markt gerealiseerd moet worden. Voor 2003 is dat percentage bijna 80% en vanaf 2004 geldt dat vanzelfsprekend voor de volledige omzet. Daar ligt voor KLIQ een grote uitdaging. Omdat de voorstellen slechts voor een korte periode gelden en gemotiveerd worden vanuit de benodigde transformatie van een voorheen publieke organisatie achten wij ze zowel in omvang als duur goed verdedigbaar, ook in het perspectief van de Europese mededingingsregelgeving.

V Financiële startpositie c.a.

U hebt meerdere malen aangedrongen op inzicht in de financiële startpositie van de NV KLIQ. Gesproken werd in dit verband over onder meer: het vermogen; de bruidsschat, het startkapitaal en de vermogensbuffer. Gegeven de diversiteit aan terminologie en het beeld dat dergelijke begrippen oproepen, heeft het onze voorkeur te spreken van de financiële startpositie voor de NV KLIQ. Wij hebben in goed overleg met bestuurders besloten de financiële startpositie van de NV KLIQ als volgt inhoud te geven.

Algemeen uitgangspunt is dat het bedrijf schoon wordt opgeleverd. Dit betekent dat het bedrijf niet wordt belast met de afwikkeling van (eventuele) negatieve financiële erfenissen uit de boedel van de erflater (Arbeidsvoorziening) maar ook niet op de markt wordt geplaatst met financiële reserves die bovenmatig zijn in vergelijking met soortgelijke bedrijven. Ook zal in vermogensverhoudingen worden voorzien die bij vergelijkbare bedrijven gebruikelijk kunnen worden geacht. Met de hantering van dit uitgangspunt denken wij dat KLIQ een faire kans krijgt om de concurrentie aan te gaan zonder dat specifieke concurrentievoordelen ontstaan. Kortom, wij willen een eerlijk speelveld creëren.

Meer specifiek zijn in de eerste plaats de volgende elementen van belang voor de financiële startpositie:

Transformatiekosten. Voor de transformatiekosten geldt het uitgangspunt dat het Rijk deze financiert. Kenmerkend is dat deze kosten specifiek samenhangen met de overgang naar de nieuwe situatie en het derhalve niet wenselijk is deze toe te rekenen aan de reguliere exploitatie. KLIQ heeft aangegeven kosten te zullen maken voor: de inhuur van externen o.a. om het proces te begeleiden, voor opleidingen ter implementatie van de nieuwe werkwijzen in de organisatie, voor verhuizing en direct daarmee samenhangende kosten, voor communicatie en marketing en tenslotte voor de implementatie van noodzakelijke ICT ten behoeve van de ondersteuning van bedrijfsprocessen. Met betrekking tot deze transformatiekosten zijn door KLIQ onderbouwingen ingediend waarin nut en noodzaak voor elk van de genoemde onderdelen is aangetoond. Het betreft een totaalbedrag van 105 miljoen. Een deel van deze kosten is op dit moment reeds gemaakt, een deel zal nog voor de datum van de oprichting NV worden gemaakt, een deel zal na die datum worden gemaakt. De kosten die vóór de datum van oprichting worden gemaakt worden aan de organisatie KLIQ i.o. rechtstreeks beschikbaar gesteld. Het op de datum van oprichting NV nog niet bestede deel van het totale bedrag van 105 miljoen wordt voorshands geraamd op 65 miljoen. Dit bedrag zal aan KLIQ als voorziening op de openingsbalans worden meegegeven. Het betreffende bedrag zal per datum oprichting NV in de vorm van liquide middelen beschikbaar worden gesteld.

Kosten samenhangend met aanpassing organisatie (sociaal plan). Voorgaand is aangegeven dat het bedrijf nog een weg te gaan heeft voor wat betreft o.a. de aanpassing van de organisatie. Vóór 1 juli zal de omvang van de organisatie met ca. 700 FTE worden aangepast. Dit blijft buiten de financiële startpositie van KLIQ. De personele en financiële afwikkeling hiervan zal ten laste komen van het concern Arbeidsvoorziening. Ook na 1 juli zal naar verwachting echter nog enige modificatie van de organisatie moeten plaatsvinden. Er wordt in dat verband rekening mee gehouden dat voor een beperkt deel van de werknemers naar ander werk buiten de organisatie moet worden gezocht. Ten behoeve van de dekking van kosten die hiermee samenhangen (sociaal plan) wordt een voorziening van 15 miljoen op de balans meegegeven. Ook dit bedrag zal per datum oprichting NV in de vorm van liquide middelen aan de NV KLIQ beschikbaar worden gesteld.

Kosten samenhangend met afwijkingen salarisstructuur.De salarisstructuur van de medewerkers die in dienst zullen blijven van het bedrijf is niet altijd congruent is met de structuur van het functie- en salarisgebouw die geldt voor de nieuwe organisatie. Een groot aantal medewerkers blijkt te hoog te zijn ingeschaald. Het kabinet constateert dat de NV KLIQ hier wordt geconfronteerd met een juridisch feit dat buiten haar verantwoordelijkheid en buiten haar directe beïnvloedingsmogelijkheden ligt. Om die reden is het noodzakelijk hiervoor een voorziening mee te geven. Deze voorziening bedraagt 70 miljoen. Deze voorziening zal beschikbaar worden gesteld via een zogenaamde «escrow account» (zie hierna). Wel zal in overleg met bestuurders worden bezien hoe zo snel mogelijk de feitelijke en normatieve salarisopbouw met elkaar in overeenstemming kunnen worden gebracht.

Mogelijke kosten samenhangend met pensioenen. Een mogelijke kostenpost vormt de pensioenvoorziening. Indien en voorzover het bedrijf in de toekomst uit zou moeten treden bij het ABP kunnen daar kosten aan zijn verbonden, ook in het geval van identieke rechten. In het kader van de gemaakte afspraak over het schoon opleveren is het uitgangspunt dat deze eventuele kosten (derhalve uitgaande van identieke rechten), dan niet ten laste van het bedrijf zullen behoeven te worden gebracht. Afgesproken is dat in dat geval in overleg tussen KLIQ en het Rijk zal worden gezocht naar een zo doelmatig mogelijke oplossing, waarbij de dan onvermijdelijk blijkende extra kosten ten laste zullen komen van het Rijk.

In de tweede plaats is de financierings- en vermogensstructuur van belang voor de financiële startpositie van het bedrijf. De financierings- en vermogensstructuur waarmee het bedrijf op 1 juli zal starten zal worden weergegeven in de (definitieve) openingsbalans per datum oprichting NV. In deze openingsbalans zullen ook de gebruikelijke technische posten figureren. Deze technische posten zullen met inachtneming van eventuele gewijzigde waarderingsgrondslagen overlopen vanuit de inbrengbalans van het concern per datum oprichting NV minus 1 dag. De waarde van deze technische posten zal zo spoedig mogelijk na de datum oprichting NV op basis van gebruikelijke waarderingsgrondslagen worden vastgesteld. De (definitieve) openingsbalans zal circa 2 maanden na de datum oprichting NV beschikbaar komen. Op dit moment kan alleen een (indicatieve) raming worden gegeven van de waarde die de technische posten per datum oprichting NV zullen hebben.

Vastgesteld is dat bancaire financiering op korte termijn voor KLIQ niet tot de mogelijkheden behoort. Het Rijk zal derhalve voorshands optreden als financier. Uitgegaan wordt van een norm voor het Eigen Vermogen van tenminste 30% in de structurele evenwichtssituatie. Aangenomen wordt dat het totaalbedrag aan aanloopverliezen maximaal circa 50 miljoen beloopt. Op basis van het voorgaande resulteert de volgende indicatieve openingsbalans.

Tabel 2: Indicatieve openingsbalans per 1 juli 2001 (in mln)

Activa mlnPassiva mln
Materiële vaste activa*35Eigen vermogen 180
Debiteuren*105Voorzieningen**80
Onderhanden werk*180Langlopende leningen****100
Overlopende passiva*15Crediteuren*50
Operationele liquide middelen***50Belastingen*30
Overige liquide middelen (voorzieningen)**80Overlopende passiva * 25
Totaal activa 465Totaal passiva 465

Toelichting:

* Dit zijn technische posten waarvan de precieze omvang in de definitieve openingsbalans zal worden vastgesteld. In de materiële vaste activa is begrepen een bedrag van 10 miljoen voor huisvesting. Het bedrag van 10 miljoen is een globale raming. De omvang van deze post zal de komende maanden op basis van een nadere huisvestingsanalyse worden vast-gesteld. Het feit dat de technische posten in de definitieve openingsbalans een andere waarde kunnen hebben impliceert tevens dat de bedragen voor eigen en voor vreemd vermogen nog kunnen wijzigen, in beginsel proportioneel.

** Het opgenomen bedrag ad 80 miljoen voor voorzieningen betreft de som van het (voorshands per 1/7 geraamde) bedrag van 65 miljoen voor transformatiekosten en van het bedrag van 15 miljoen voor aanpassing organisatie (sociaal plan). Het betreft incidentele uitgaven die naar verwachting binnen circa één jaar na datum oprichting NV zullen worden besteed. Gelet op dit karakter wordt dit bedrag aan voorzieningen per datum oprichting NV in de vorm van liquide middelen aan het bedrijf meegegeven.

*** Het bedrag aan operationele liquide middelen betreft de liquide middelen die noodzakelijk zijn voor de reguliere bedrijfsvoering, exclusief verwachte aanloopverliezen in de eerste jaren. Het bedrag van 50 miljoen is een technische stelpost. De noodzakelijke omvang hiervan zal de komende maanden op basis van een nadere technische kasstroomanalyse worden vastgesteld. Daarbij zal ook een relatie worden gelegd met de eventuele mate waarin in de som van de posten debiteuren en onderhanden werk nog ruimte aanwezig kan worden geacht voor reductie van het totaalbedrag ervan door versnelling van facturerings- en betaaltermijnen.

**** Van de langlopende lening ad 100 miljoen die op de openingsbalans als verplichting jegens het Rijk wordt opgenomen zal een bedrag van 50 miljoen de vorm hebben van achtergesteld converteerbaar krediet. Voorwaarden en looptijd van de leningen zullen nader worden uitgewerkt en vastgesteld, waarbij marktconformiteit uitgangspunt is. Hierbij wordt overigens aangetekend dat conversie een bevoegdheid is van de Staat en dat het Eigen Vermogen in de eerste plaats de buffer is voor eventueel tegenvallende exploitatieresultaten. De voorwaarden waaronder conversie kan plaatsvinden zullen in goed overleg tussen Rijk en KLIQ nader worden uitgewerkt en gehanteerd, waarbij de solvabiliteitspositie een element van afweging is.

Voorts worden twee off-balance regelingen getroffen:

• De voorziening ten behoeve van de nettoloongarantie (70 miljoen) zal op de datum van oprichting NV worden gestort in een zgn. «escrow account», waarop KLIQ onder voorwaarden kan trekken. De renteopbrengsten van deze rekening komen ten goede aan de KLIQ. De voorwaarden waaronder KLIQ op deze rekening kan trekken zullen in overleg tussen Rijk en KLIQ nader worden uitgewerkt en vastgesteld.

• Aan KLIQ zal een kredietfaciliteit worden gegeven van maximaal 50 miljoen ten behoeve van de afdekking van mogelijke tijdelijke liquiditeitstekorten, waaronder die voortvloeiend uit verwachte aanloopverliezen. Voorwaarden en begrenzing in de tijd zullen in overleg tussen Rijk en KLIQ nader worden uitgewerkt en vastgesteld.

De financiële startpositie is hiermee bepaald.

Voor de goede orde wijzen wij erop dat voor de raming van de in de bovenstaande indicatieve openingsbalans opgenomen technische posten beperkt gebruik kon worden gemaakt van de splitsingsbalansen per 1 oktober jl, omdat deze later dan gepland beschikbaar zijn gekomen (voornamelijk door het feit dat afstemming van intercompanyboekingen veel tijd heeft gekost) en alleen een eerste indicatie van de balansposten van KLIQ bevatten, uitgaande van de huidige organisatie. Bij de opstelling van de openingsbalans van KLIQ dient de aard en omvang van de balansposten bepaald te worden vanuit de toekomstige vorm van het bedrijf. Dit betekent uiteraard des te meer dat de indicatieve omvang van de technische posten met grote onzekerheden is omgeven. Het betreft globale schattingen.

In het kader van het bredere ontvlechtingsproces van Arbeidsvoorziening wordt de aandacht nu gericht op de gesplitste balansen van de verschillende bedrijfsonderdelen, waaronder het bedrijfsonderdeel KLIQ, per 31 december jl. De splitsing van de balansen wordt gebaseerd op de uitgangspunten die zijn gehanteerd voor de splitsingsbalansen per 1 oktober 2000.

Het is de bedoeling dat deze balansen als onderdeel van de jaarstukken en gecontroleerd door de accountant beschikbaar komen in de loop van april. Nadat externe beoordeling van deze stukken heeft plaatsgevonden zal ik u hierover nader informeren.

In uw Verslag naar aanleiding van het wetsvoorstel informeert u op welke wijze en wanneer de financiële implicaties van de oprichting van KLIQ worden verwerkt in de begroting.

Alle in verband met de NV KLIQ te verrichten uitgaven zullen op normale wijze in de begroting worden verwerkt. Alle beschikbaar te stellen liquide middelen ten behoeve van de onderscheiden balanselementen zullen in principe in de eerste suppletore wet op de begroting 2001 worden verwerkt.

VI Vormgeving aandeelhouderschap en eventuele toekomstige vervreemding van aandelen

In uw Verslag naar aanleiding van het Wetsvoorstel heeft u een aantal vragen gesteld over het aandeelhouderschap en het eventuele toekomstige proces van vervreemding van aandelen. Hierover het volgende.

Reeds in het overleg met de Tweede Kamer over het Kabinetsstandpunt SUWI in juni 1999 heeft de minister van SZW gemeld dat het in de overgangsfase voor de hand ligt te kiezen is voor een NV waarvan de Staat in eerste instantie alle aandelen houdt. Ook bij eerdere externe verzelfstandigingen (KPN, PinkRoccade) werd gekozen voor de NV vorm met de Staat in aanvang als enige aandeelhouder.

Bij de oprichting van de NV zal niet worden gekozen voor het invoeren van het vrijwillig structuurregime, zodat het structuurregime pas zal gaan gelden op het moment dat wettelijk verplicht wordt. De Staat zal als aandeelhouder bevoegdheden hebben ten aanzien van belangrijke besluiten van de Raad van Bestuur van de NV, zoals ten aanzien van de financiële structuur, samenwerking en deelneming en majeure investeringen. De Staat als aandeelhouder zal zich als een zakelijke partij opstellen, die overigens op gepaste afstand van de onderneming staat. Dit is in het belang van een gunstige ontwikkeling van KLIQ als ook in het belang van transparante marktomstandigheden. De Staat zal niet operationeel betrokken zijn, maar, zoals boven omschreven, wel bevoegdheden hebben ten aanzien van een beperkt aantal ingrijpende besluiten. De Staat wil immers niet op de stoel van de onderneming gaan zitten. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het bestuur van de onderneming en de Raad van Commissarissen voor het toezicht daarop.

Zoals gebruikelijk wordt het aandeelhouderschap uitgeoefend door het vakdepartement, i.c. SZW. Gelet op het belang van transparantie in de zich ontwikkelende markt zullen de rol van aandeelhouder en de beleidsrol organisatorisch zoveel mogelijk worden gescheiden. Dit wordt bereikt door een functionele scheiding binnen SZW (verschillende dienstonderdelen). De rol van de aandeelhouder zal in principe geen betrekking hebben op de meer algemeen beleidsmatige overheidstaken. De rol van de aandeelhouder beperkt zich tot de aandeelhoudersbevoegdheden zoals die in Boek 2 BW en in de statuten worden beoogd.

Wanneer vervreemding van de aandelen zal plaatsvinden, is thans nog niet te voorzien. Het is duidelijk dat zowel de markt waarop KLIQ opereert als KLIQ zelf in transitie zijn. KLIQ zal tijd nodig hebben om zich te kunnen bewijzen in deze zich ontwikkelende markten. Pas wanneer deze transities meer uitgekristalliseerd zijn en door de markt in voldoende mate wordt voorzien in prestaties van niveau, zal de Staat overwegen zijn belang in KLIQ te vervreemden. Bij de vervreemding zijn de gebruikelijke, in de Comptabiliteitswet beschreven procedures van toepassing.

VII Tot slot

Ondernemen is niet zonder risico's. We hebben u aangegeven hoe wij een balans hebben aangebracht tussen het niet vrijwaren van de NV KLIQ van normaal te achten ondernemingsrisico's enerzijds en het bieden van een redelijk transformatieregiem anderzijds. Wij zijn van oordeel dan het gekozen pakket voldoet aan deze balans en derhalve voor de NV KLIQ een voldoende vertrekpunt biedt en tegenover haar concurrenten als fair kan worden verdedigd. Voor KLIQ ligt de uitdaging erin zich de komende periode het ondernemersvak zo goed mogelijk eigen te maken en met succes markten te behouden en te verwerven.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

W. A. F. G. Vermeend

De Minister van Financiën,

G. Zalm


XNoot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 27 549, nrs. 1–2.

XNoot
2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 27 296, nr. 4.

XNoot
3

Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 27 549, nr. 5.

XNoot
4

Zie brief d.d. 16 jan 2001 kenmerk SZW01/32 en d.d. 24 jan 2001 kenmerk SZW01/52.

XNoot
1

Ter vertrouwelijke inzage, alleen voor de leden, gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven