nr. 96
BRIEF VAN DE MINISTER EN VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 september 2004
Op 18 juni hebben wij u aangeboden de ontwerpen van de vervoerconcessie
voor N.V. Nederlandse Spoorwegen (NS) voor het vervoer over het hoofdrailnet
(hierna vervoerconcessie) en de beheerconcessie voor ProRail voor het beheer
van de hoofdspoorweginfrastructuur (hierna beheerconcessie) (27 482/27 216,
nr. 91). Wij hebben u daarbij toegezegd begin september 2004 het beheerplan
2005 en het vervoerplan, zoals dat op dat moment beschikbaar is, te sturen.
Met als doel om u inzicht te verschaffen in de werking van het systeem van
de voorliggende concessies.
Zodra de spoorwegwet en concessiewet in werking treden en de concessies
zijn vastgesteld en verleend moeten ProRail en NS jaarlijks respectievelijk
een beheer- en vervoerplan opstellen. Teneinde reeds op het moment van concessieverlening
te beschikken over een vervoer- respectievelijk beheerplan waarmee de minister
heeft ingestemd zijn NS en ProRail reeds vóór de zomer begonnen
aan het opstellen hiervan.
Om de adviesorganen in de gelegenheid te stellen om de concessies goed
kunnen te beoordelen hebben NS en ProRail in het voorjaar van dit jaar een
ontwerp vervoerplan 2004 respectievelijk beheerplan 2004 opgesteld. Omdat
het beheerplan conform de nieuwe systematiek gekoppeld is aan de beschikkingsaanvraag
op 1 september hebben wij van ProRail reeds het ontwerp beheerplan 2005
ontvangen. Aan de opstelling van het vervoerplan 2005 wordt door NS nog gewerkt
en dit zullen wij – conform de nieuwe systematiek – op 1 november
ontvangen. Daarom is in overleg met NS ervoor gekozen om een zoveel als mogelijk
uitgewerkt ontwerp vervoerplan 2004 op te stellen zodat dit reeds nu kan dienen
als toelichting op het systeem.
Wij hebben de beide bijgevoegde plannen1 nog
niet inhoudelijk beoordeeld. Bij de beoordeling in de komende periode zullen
wij de plannen naast onze wensen en eisen leggen, met name voor wat betreft
de keuze en uitwerking van prestatie-indicatoren. Zo zijn wij bijvoorbeeld
met ProRail in overleg over de prestatie-indicator voor verstoringen van de
infrastructuur, waarbij het oordeel van vervoerders een belangrijke rol speelt.
De huidige prestaties van ProRail op het gebied van het reduceren van het
aantal treindienst aantastende onregelmatigheden (TAOs) zijn onbevredigend.
We zijn op zoek naar een indicator waarin ook het effect van de verstoring
voor de gebruiker op een goede manier tot uitdrukking komt. Alvorens daartoe
over te stappen willen wij er echter zeker van zijn dat dit een zinnige indicator
is waarop wij ProRail willen en kunnen afrekenen.
In deze brief wil ik u tevens informeren over de hieronder genoemde wijzigingen
die in het ontwerp van de vervoerconcessie zullen worden aangebracht naar
aanleiding van de motie inzake openingstijden van fietsenstallingen en de
tariefsverhoging NS.
Fietsenstallingen
Op 1 juli 2004 is de motie Motie Gerkens c.s. (29 200 XII nr.
141) over de openingstijden van de bewaakte fietsenstallingen ingediend. Deze
motie is aangenomen en de vervoerconcessie wordt derhalve aangepast in lijn
met deze motie. Dit houdt in dat in artikel 11, derde lid, de datum (voorheen
1 januari 2004) wordt gewijzigd in 1 juli 2000. De gehele tekst
van dit lid zal als volgt gaan luiden: «NS is verplicht de openingstijden
van de door haar beheerde, bewaakte en beveiligde fietsenstallingen niet te
verslechteren ten opzichte van de situatie per 1 juli 2000».
Tarieven
De consumentenorganisaties en NS zijn een aantal voorwaarden overeengekomen
waaronder NS in een tweetal tranches een tariefstijging kan doorvoeren en
de tussen hen aanhangige rechtszaak wordt beëindigd. De consumentenorganisaties
hebben in juni vastgesteld dat NS aan de afgesproken prestatie-eisen voor
de eerste tranche voldoet. Zoals u bekend is, heb ik deze eerste tranche van
de tariefstijging mogelijk gemaakt middels een amendement op het Overgangscontract
II. Dit leidt ertoe dat artikel 17 van de vervoerconcessie zal worden aangepast:
• lid 1 zal komen te vervallen;
• verwijzingen in de volgende leden van dit artikel zullen worden
aangepast.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K. M. H. Peijs
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus