27 482
Nieuwe algemene regels over de aanleg, het beheer, de toegankelijkheid en het gebruik van spoorwegen alsmede over het verkeer over spoorwegen (Spoorwegwet)

27 216
Aanvulling van de Wet personenvervoer 2000, strekkende tot invoering van een concessiestelsel voor het personenvervoer per trein (Concessiewet personenvervoer per trein)

nr. 85
AANVULLEND VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 29 maart 2004

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat¹ heeft naar aanleiding van antwoorden op eerder gestelde vragen over regiorail in de stedendriehoek Deventer, Zutphen en Apeldoorn (kamerstuk 27 482/27 216, nr. 84) aanvullend enkele vragen gesteld aan de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat. De staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 26 maart 2004. De commissie brengt van dit overleg verslag uit door openbaarmaking van de gewisselde stukken.

De voorzitter van de commissie,

Ten Hoopen

De griffier van de commissie,

Roovers

Aan de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat

's-Gravenhage, 18 maart 2004

Naar aanleiding van uw brief van heden houdende antwoorden op vragen vanuit de commissie over de regiorail stedendriehoek (kamerstuk 27 482/27 216, nr. 84) heeft de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat het voornemen uitgesproken op korte termijn een algemeen overleg te plannen over het betreffende onderwerp.

Ter voorbereiding van dit overleg ontvangt de commissie graag van u een nadere brief waarin de volgende vragen beantwoord dienen te worden.

Wat is uw standpunt in dit dossier, m.a.w. waarom ontbreekt het tot op heden aan een heldere bestuurlijke stellingname? Welk tijdpad hebt u voor ogen? Wanneer denkt u tot een afspraak met de regio te kunnen komen?

De commissie verzoekt u de gevraagde brief uiterlijk maandag 22 maart a.s. aan de Kamer te doen toekomen.

De griffier van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,

Roovers

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 maart 2004

Bij dezen ontvangt u de antwoorden op de vragen van de Vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat over Regiorail in de Stedendriehoek.

1. Waarom ontbreekt het tot op heden aan een heldere bestuurlijke stellingname?

1. In de brief van 16 februari 2004 (Aanhangsel der Handelingen II, vergaderjaar 2003–2004, nr. 937) heb ik de volgende stellingname ingenomen:

a. De vier stations die de regio aangelegd wil hebben in de Stedendriehoek voldoen niet aan de criteria, zoals opgenomen in de brief met kenmerk DGP/VI/U.00 0173 van 22 september 2000 (VW2000-991). De baten zijn te gering in verhouding tot de kosten. Het ministerie zal daarom geen opdracht geven voor aanleg van de stations.

b. De regio kan aan ProRail opdracht geven voor de aanleg van de stations. ProRail zal, voordat zij deze opdracht kan aanvaarden, de functionaliteitwijziging ter goedkeuring aan mij voorleggen. Ik zal alsdan bezien of deze functionaliteitwijziging geen nadelige gevolgen heeft voor de afspraken die ik met ProRail heb gemaakt en met NS, respectievelijk geen financiële consequenties afgewenteld worden op de rijksoverheid. De goedkeuring zal ik pas verlenen, zoals aangegeven in de bovengenoemde brief, nadat ik de zekerheid heb verkregen omtrent de bediening van de stations na openstelling, helder vastgelegd is dat de regio de aanleg en instandhoudingkosten betaalt van de benodigde extra infrastructuur, de regio met de betreffende vervoerder kostendekkende exploitatieafspraken heeft gemaakt en er geen capaciteitsproblemen zullen ontstaan door de bediening van de stations.

2. Welk tijdpad staat u voor ogen en wanneer denkt u tot een afspraak met de regio te kunnen komen?

2. Het tijdpad wordt bepaald door de voortgang in het overleg tussen de betrokken decentrale overheden en ProRail en NS. Ik ga geen afspraken maken met de regio. Gezien het antwoord op vraag 1, zal mijn besluit betrekking hebben op het ter goedkeuring voorgelegd krijgen van een voorstel van ProRail voor functionaliteitwijziging. Dit voorstel kan pas opgesteld worden als de regio sluitende kostendekkende afspraken gemaakt heeft met ProRail over de aanleg en instandhouding van de stations en met NS over de bediening van de stations. Deze afspraken zijn, voor zover ik weet, nog niet gemaakt.

In de brief van 17 maart 2004 (kamerstuk 27 482/27 216, nr. 84) had ik aangegeven dat naar aanleiding van het overleg dat mijn ministerie heeft gevoerd met de regio, NS en ProRail, NS toegezegd had te bezien of een reductie van de exploitatiekosten mogelijk is. Inmiddels heeft NS een eindbod gedaan aan de regio voor de bediening van de stations Apeldoorn Osseveld en Twello. NS stelt daarin voor de jaarlijkse bijdrage te verminderen met € 130 000,= per jaar door het pendelvervoer tussen de drie steden en tussenstations verder te stimuleren. Voor het realiseren van de extra opbrengst van € 130 000,= gaat NS er van uit dat er onder regie van de regio Stedendriehoek een Stedendriehoek-pas (voor een aantrekkelijke prijs) wordt ontwikkeld dat in het weekend recht geeft op «twee voor de prijs van een» (op basis van voltarief vervoerbewijzen).

Op basis van onze kennis over de exploitatiekosten van NSR in het algemeen (zowel hoofdrailnet als contractsector) lijkt het erop dat met dit eindbod de offerte niet onredelijk is.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

---

1 Samenstelling:

Leden: Duivesteijn (PvdA), Dijksma (PvdA), Hofstra (VVD), ondervoorzitter, Gent (GL), Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Oplaat (VVD), Geluk (VVD), Ten Hoopen (CDA), voorzitter, Dijsselbloem (PvdA), Depla (PvdA), Van As (LPF), Duyvendak (GL), Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Van Haersma Buma (CDA), Bruls (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Boelhouwer (PvdA), Dubbelboer (PvdA), De Krom (VVD), Hermans (LPF), Dezentjé Hamming (VVD) en Van Hijum (CDA).

Plv. leden: Heemskerk (PvdA), Samsom (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Vos (GL), Smeets (PvdA), De Ruiter (SP), Slob (ChristenUnie), De Grave (VVD), Szabó (VVD), Van Winsen (CDA), Van Dijken (PvdA), Waalkens (PvdA), Herben (LPF), Halsema (GroenLinks), Buijs (CDA), Vergeer (SP), Jager (CDA), Mastwijk (CDA), Eurlings (CDA), Giskes (D66), De Pater-van der Meer (CDA), Van Dam (PvdA), Verdaas (PvdA), Van Beek (VVD), Van den Brink (LPF), Luchtenveld (VVD) en Hessels (CDA).