27 482
Nieuwe algemene regels over de aanleg, het beheer, de toegankelijkheid en het gebruik van spoorwegen alsmede over het verkeer over spoorwegen (Spoorwegwet)

nr. 65
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 april 2002

In aanvulling op mijn brief aan u van 4 april jongstleden (Kamerstuk 27 216/27 482, nr. 39), geef ik u hierbij mijn reactie op het gewijzigde amendement-Halsema op stuk nr. 60 en het gewijzigde amendement-Hofstra op stuk nr. 62.

Gewijzigd amendement op stuk nr. 60

Het amendement bevat een juridisch-technische aanvulling ten opzichte van het eerdere amendement op stuk nr. 27, maar de strekking van het amendement is ongewijzigd gebleven. Ook dit gewijzigde amendement is in strijd met richtlijn 2001/14/EG en staat haaks op de systematiek van het wetsvoorstel. Ik moet derhalve ook dit gewijzigde amendement ten stelligste ontraden.

Nader gewijzigd amendement op stuk nr. 61

Ervan uitgaande dat amendement op stuk nr. 33 wordt ingetrokken of verworpen (zie nader mijn brief aan u van 4 april jongstleden), kan ik dit amendement overnemen.

Gewijzigd amendement op stuk nr. 62

Ik vind het een open deur om in een wettekst te bepalen dat over het gebruik van eigendom een overeenkomst kan worden gesloten. Zo'n bepaling zou ook aanleiding kunnen geven tot een verdergaande interpretatie dan door de indiener wordt bedoeld, juist om aan de bepaling nog enige betekenis toe te kennen. Ik ontraad het amendement.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

Naar boven