27 482
Nieuwe algemene regels over de aanleg, het beheer, de toegankelijkheid en het gebruik van spoorwegen alsmede over het verkeer over spoorwegen (Spoorwegwet)

27 216
Aanvulling van de Wet personenvervoer 2000 en de Spoorwegwet, strekkende tot invoering van een concessiestelsel voor het personenvervoer per trein en regeling van de verlening van meerjarige rechten met betrekking tot de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit (Concessiewet personenvervoer per trein)

27 465
Overname aandelenpakket in een aantal taakorganisaties van de NV Nederlandse Spoorwegen

nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 januari 2001

In het overleg met de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat op 30 november 2000 is onder meer gesproken over de behandelvolgorde van de wetsvoorstellen voor de nieuwe Spoorwegwet (27 482) en de Concessiewet personenvervoer per trein (27 216). Verschillende woordvoerders hebben toen aangegeven «de koninklijke weg» te willen bewandelen door eerst de beide wetsvoorstellen te behandelen voordat concessies worden verleend en de aandelen van de taakorganisaties door de Staat worden overgenomen (27 465). De voorkeur voor deze procedure is ook aangegeven in de brief van de vaste commissie van 14 december 2000, nr. 00/95/VW.

Door middel van bijgevoegde nota van wijziging inzake het wetsvoorstel voor de nieuwe Spoorwegwet (27 482) wordt het concessiestelsel zoals neergelegd in het voorstel voor de Concessiewet personenvervoer per trein (27 216) in het wetsvoorstel voor de nieuwe Spoorwegwet opgenomen. Daardoor ontstaat de basis voor een fundamentele discussie en integrale besluitvorming over het beleid en de wetgeving ten aanzien van de spoorwegen en het vervoer daarover.

In praktische zin betekent zo'n samenvoeging, dat u thans de nota naar aanleiding van het verslag inzake de Concessiewet ontvangt, maar dat deverdere behandeling van het desbetreffende voorstel zal plaatsvinden in het kader van de behandeling van het wetsvoorstel voor een nieuwe Spoorwegwet.

Uit het algemeen overleg met de vaste commissie op 30 november 2000 heb ik begrepen, dat u bereid bent de behandeling van de wetgeving voor het zomerreces 2001 af te ronden. Met een zodanig vlotte behandeling, waaraan van regeringszijde van harte zal worden meegewerkt, kunt u bevorderen dat het nieuwe publiekrechtelijke kader voor de te verlenen concessies voor het hoofdrailnet en de HSL-Zuid en het wettelijk kader voor de taakorganisaties tijdig beschikbaar zullen kunnen zijn.

Uitgaande van stemming over de samengevoegde voorstellen in uw kamer vóór het zomerreces, zal worden bevorderd dat de uitplaatsing van de taakorganisaties in september 2001 wordt gerealiseerd en dat de concessies voor het hoofdrailnet en de HSL-Zuid in het najaar van 2001 worden verleend.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

Naar boven