27 482
Nieuwe algemene regels over de aanleg, het beheer, de toegankelijkheid en het gebruik van spoorwegen alsmede over het verkeer over spoorwegen (Spoorwegwet)

nr. 35
AMENDEMENT VAN HET LID DIJSSELBLOEM

Ontvangen 27 maart 2002

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Na artikel 91b, eerste lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

2. Een partij bij een toegangsovereenkomst of een kaderovereenkomst als bedoeld in hoofdstuk 4 kan de raad van bestuur NMa schriftelijk verzoeken om een oordeel over het gedrag van de wederpartij, indien en voorzover de raad van bestuur van de NMa op grond van deze wet of een andere wet bevoegd is zulk een oordeel te geven.

II

In artikel 91b, derde lid vervalt: de beheerder, de spoorwegonderneming, onderscheidenlijk de rechthebbende als bedoeld in artikel 73 of 111,.

III

In artikel 91b, vijfde lid vervalt: door de verzoeker en de beheerder, onderscheidenlijk de rechthebbende als bedoeld in artikel 73 of 111,.

Toelichting

Met het amendement krijgt de NMa een belangrijke extra taak in het toezicht op de relatie tussen de houder van de infrastructuurbeheer-concessie enerzijds en de spoorwegondernemingen – met name de houder van de vervoersconcessie op het hoofdnet – anderzijds. In de memorie van toelichting van het voorliggende wetsvoorstel wordt voor de beslechting van betrokken private partijen direct verwezen naar de civiele rechter. Met dit amendement wordt een dergelijke juridificering van de verhoudingen voorkomen en kan in een eerdere fase een bindend oordeel worden ingeroepen door de Nma.

Dijsselbloem

Naar boven