27 482
Nieuwe algemene regels over de aanleg, het beheer, de toegankelijkheid en het gebruik van spoorwegen alsmede over het verkeer over spoorwegen (Spoorwegwet)

27 216
Aanvulling van de Wet personenvervoer 2000, strekkende tot invoering van een concessiestelsel voor het personenvervoer per trein (Concessiewet personenvervoer per trein)

nr. 145f
MOTIE VAN HET LID WOLFSON C.S.

Voorgesteld 15 april 2003

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat er onvoldoende duidelijkheid bestaat over de aard en de omvang van achterstanden in het onderhoud van infrastructuur en rollend materieel, en dat naast een grotere punctualiteit en een grotere kans op een zitplaats ook een duidelijk perspectief op meer veiligheid op stations en in treinen geboden is om de gunst van de reiziger te behouden;

overwegende, dat de bestaande scheiding in het beheer van infrastructuur en exploitatie niet de enige modaliteit is waarmee kan worden voldaan aan Europese regelgeving;

overwegende, dat de waardebepaling ten behoeve van een overdracht van rollend materieel bij een wisseling van een concessie op grote moeilijkheden kan stuiten;

van oordeel, dat een herstel van de van oudsher goede reputatie van het Nederlandse personenvervoer per trein gebaat zal zijn bij een spoedige reductie van de terzake van het bovenstaande nog resterende onzekerheden;

verzoekt de regering om

1. in de begroting V&W 2004 een meerjarig herstelplan te ontwikkelen voor het achterstallig onderhoud aan infrastructuur en rollend materieel en voor een sociaal veiligheidsbeleid op de stations en in de treinen;

2. bij de evaluatie van de Spoorwegwet als voorzien in 2006 een nota aan te bieden over het voor en tegen van alternatieve beheersvormen, waaronder tenminste

• concessieverlening aan een holdingconstructie waarin infrastructuur en exploitatie weer bijeen zijn gebracht, zoals mogelijk gemaakt in de Vierde Nota van Wijziging van de Spoorwegwet;

• een beperking tot een managementconcessie aan een missie-gestuurde publieke onderneming, zonder overdracht van rollend materieel, al dan niet met mogelijkheden voor concurrentie «op de trein». Daarbij zou de figuur moeten worden uitgewerkt van de publieke structuur-NV sui generis, waarin het «belang van de onderneming» in de statuten is omschreven in termen van de gewenste mengvorm van publieke en bedrijfseconomische belangen; en

• nieuwe wetsvoorstellen voortvloeiend uit de voor 2006 voorziene wetsevaluatie en de bovenbedoelde nota nog in de loop van 2006 aan de Staten-Generaal aan te bieden,

en gaat over tot de orde van de dag

Wolfson

Eversdijk

Terlouw

Van den Berg

Van der Lans

Bierman-Beukema toe Water

Bierman

Van Vugt

Naar boven