27 482
Nieuwe algemene regels over de aanleg, het beheer, de toegankelijkheid en het gebruik van spoorwegen alsmede over het verkeer over spoorwegen (Spoorwegwet)

27 216
Aanvulling van de Wet personenvervoer 2000, strekkende tot invoering van een concessiestelsel voor het personenvervoer per trein (Concessiewet personenvervoer per trein)

nr. 109
MOTIE VAN HET LID VAN DER STAAIJ C.S.

Voorgesteld 21 december 2004

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de decentrale overheden nu en in de toekomst een belangrijke verantwoordelijkheid hebben voor het integrale verkeer- en vervoerbeleid;

overwegende, dat in de voorliggende vervoerconcessie voor het hoofdrailnet de positie van de decentrale overheden op een aantal onderdelen onvoldoende dwingend is geregeld, terwijl dit voor de consumentenorganisaties wel het geval is;

verzoekt de regering om in de vervoerconcessie te waarborgen dat de positie van de decentrale overheden ten opzichte van de NS tenminste gelijkwaardig is aan die van de consumentenorganisaties en daartoe onder meer de artikelen 7 (verplicht voorafgaand overleg bij totstandkoming vervoerplan), 13 (tussentijdse wijziging dienstregeling) en 14 (ontheffing van de verplichting tot minimale bediening van stations) in die zin aan te passen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Staaij

Dijksma

Slob

Naar boven