27 473 (R 1668)
Aanpassing van rijkswetten in verband met de vervanging van de gulden door de euro (Rijkswet aanpassing rijkswetten euro)

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 5 juni 2001

Het voorstel van Rijkswet wordt gewijzigd als volgt:

A

De aanduiding «EUR» die in het wetsvoorstel wordt gebruikt ter aanduiding van eurobedragen, wordt telkens vervangen door: €

B

In Hoofdstuk III Ministerie van Defensie, wordt Artikel 1 gewijzigd als volgt:

1. De aanduiding «Artikel 1» wordt vervangen door: Enig artikel

2. De rijen 1 tot en met 4 komen te luiden:

A	B	C	D	E	F	G	H
1.	Marinescheeps-ongevallenwet 1935, 531	23				zeshonderd gulden	€ 270, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 600 onderscheidenlijk AWG 600
2.	Marinescheeps-ongevallenwet 1935, 531	24				zestig gulden	€ 27, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 60 onderscheidenlijk AWG 60
3.	Marinescheeps-ongevallenwet 1935, 531	25				driehonderd gulden	€ 135, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 300 onderscheidenlijk AWG 300
4.	Marinescheeps-ongevallenwet 1935, 531	26				vijfduizend gulden	€ 2250, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 5000 onderscheidenlijk AWG 5000

3. Rij 5 vervalt.

4. De rijen 6, 7 en 9 komen te luiden:

A	B	C	D	E	F	G	H
6.	Wet militair tuchtrecht	43	1	eerste bedrag		twee gulden en vijftig cents	€ 2
7.	Wet militair tuchtrecht	43	1	tweede bedrag		honderd gulden	€ 45. In de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk in Aruba zijn deze bedragen ANG 10 en ANG 100, onderscheidenlijk AWG 10 en AWG 100
9.	Wet militair tuchtrecht	43	3		eerste	tweehonderd gulden	€ 90, dan wel ANG 200 onderscheidenlijk AWG 200

5. Artikel 2 vervalt.

C

In Hoofdstuk IV Ministerie van Economische Zaken, wordt de tabel gewijzigd als volgt:

De rijen 1 en 2 komen te luiden:

A	B	C	D	E	F	G	H
1.	Rijksoctrooiwet	45	1			vijftienhonderd gulden	€ 675, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 1500, onderscheidenlijk AWG 1500
2.	Rijksoctrooiwet	46	1			vijftienhonderd gulden	€ 675, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 1500, onderscheidenlijk AWG 1500

D

Het opschrift «Hoofdstuk IV Ministerie van Verkeer en Waterstaat», wordt vervangen door: Hoofdstuk V Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

E

In Hoofdstuk V Ministerie van Verkeer en Waterstaat, wordt de tabel in artikel 1 gewijzigd als volgt:

1. De rijen 1 tot en met 5 komen te luiden:

A	B	C	D	E	F	G	H
1.	Rijkswet Noodvoorzieningen Scheepvaart	26	1			honderdduizend gulden	€ 45 000, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 100 000 onderscheidenlijk AWG 100 000
2.	Rijkswet Noodvoorzieningen Scheepvaart	26	2			vijftigduizend gulden	€ 22 500, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 50 000 onderscheidenlijk AWG 50 000
3.	Rijkswet Noodvoorzieningen Scheepvaart	27	1			honderdduizend gulden	€ 45 000, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 100 000 onderscheidenlijk AWG 100 000
4.	Rijkswet Noodvoorzieningen Scheepvaart	27	2			vijftigduizend gulden	€ 22 500, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 50 000 onderscheidenlijk AWG 50 000
5.	Rijkswet Noodvoorzieningen Scheepvaart	28				tienduizend gulden	€ 4 500, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 10 000 onderscheidenlijk AWG 10 000

2. De rijen 6 tot en met 10 komen te luiden:

A	B	C	D	E	F	G	H
6.	Schepenwet	57	1		eerste	vijfentwintigduizend gulden	€ 11 250, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 25 000 onderscheidenlijk AWG 25 000
7.	Schepenwet	57	1		tweede	vijfentwintigduizend gulden	€ 11 250, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ANG 25 000 onderscheidenlijk AWG 25 000
8.	Schepenwet	57	2		eerste	tienduizend gulden	€ 4 500, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 10 000 onderscheidenlijk AWG 10 000
9.	Schepenwet	57	2		tweede	vijfduizend gulden	€ 2 250, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 5 000 onderscheidenlijk AWG 5 000
10.	Schepenwet	58				tienduizend gulden	€ 4 500, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 10 000 onderscheidenlijk AWG 10 000

3. De rijen 11 tot en met 14 komen te luiden:

A	B	C	D	E	F	G	H
11.	Wet behoud scheepsruimte 1939	5	1			tienduizend gulden	€ 4 500, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 10 000 onderscheidenlijk AWG 10 000
12.	Wet behoud scheepsruimte 1939	5	2			vijfduizend gulden	€ 2 250, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 5 000 onderscheidenlijk AWG 5 000
13.	Wet behoud scheepsruimte 1939	6	1			tienduizend gulden	€ 4 500, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 10 000 onderscheidenlijk AWG 10 000
14.	Wet behoud scheepsruimte 1939	6	2			vijfduizend gulden	€ 2 250, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 5 000 onderscheidenlijk AWG 5 000

Toelichting

Algemeen

Mede namens mijn ambtgenoot van Justitie, wordt hierna het volgende opgemerkt.

De bedragen van de onder B, C en E genoemde artikelen, zijn boetemaxima. Naar aanleiding van berichtgeving in de media over de aanpassing van de boetemaxima en de boetetarieven aan de euro heeft de ministerraad op 9 maart en 11 mei jl. besloten om de bedragen van de boetemaxima en de boetetarieven naar beneden bij te stellen. De uiteenlopende bedragen van minimumboetes zijn gelijkgetrokken op € 2.

A

De aanduiding «EUR» wordt vervangen door het gangbare symbool €.

B

Hoofdstuk III Ministerie van Defensie

2, 3.

A	B	C	D	E	F	G	H	I	J
1	Marinescheeps-ongevallenwet 1935, 531	23				zeshonderd gulden	€ 270, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 600 onderscheidenlijk AWG 600	€ 272,27	boete-maximum
2	Marinescheeps-ongevallenwet 1935, 531	24				zestig gulden	€ 27, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 60 onderscheidenlijk AWG 60	€ 27,23	boete-maximum
3	Marinescheeps-ongevallenwet 1935, 531	25				driehonderd gulden	€ 135, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 300 onderscheidenlijk AWG 300	€ 136,13	boete-maximum
4	Marinescheeps-ongevallenwet 1935, 531	26				vijfduizend gulden	€ 2250, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 5000 onderscheidenlijk AWG 5000	€ 2 268,90	boete-maximum

Ten tijde van de indiening van het onderhavige voorstel van rijkswet was de verwachting gerechtvaardigd dat de parlementaire behandeling van het op 27 juli 1998 bij de Tweede Kamer aanhangig gemaakte voorstel van Rijkswet ongevallenraad Defensie (Kamerstukken II, 1997/1998, 26 110 (R 1619)) voor de invoering van de euro per 1 januari 2002 zou zijn afgerond. Echter, de ontwikkelingen op het gebied van onderzoek van ongevallen zijn in een breder kader geplaatst, in verband waarmee de behandeling van het voorstel voor een Rijkswet ongevallenraad Defensie is gestaakt. Bedoeld breder kader zal evenwel niet vóór de daadwerkelijke invoering van de euro zijn beslag krijgen. Als gevolg daarvan is het noodzakelijk de boetes die zijn vervat in de bestaande Marinescheepsongevallenwet 1935, die bij gelegenheid van de voorgenomen Rijkswet ongevallenraad defensie zou komen te vervallen, alsnog aan te passen aan de invoering van de euro.

4.

A	B	C	D	E	F	G	H	I	J
5	Wet militair tuchtrecht	43	1	eerste bedrag		twee gulden en vijftig cents	€ 2	€ 1,13	boete-minimum
6	Wet militair tuchtrecht	43	1	tweede bedrag		honderd gulden	€ 45. In de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk in Aruba zijn deze bedragen ANG 10 en ANG 100, onderscheidenlijk AWG 10 en AWG 100	€ 45,38	boete-maximum
8	Wet militair tuchtrecht	43	3		eerste	tweehonderd gulden	€ 90, dan wel ANG 200 onderscheidenlijk AWG 200	€ 90, 76	boete-maximum

C

Hoofdstuk IV Ministerie van Economische Zaken

A	B	C	D	E	F	G	H	I	J
1.	Rijksoctrooiwet	45	1			vijftienhonderd gulden	€ 675, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 1500, onderscheidenlijk AWG 1500	€ 680,67	boete-maximum
2.	Rijksoctrooiwet	46	1			vijftienhonderd gulden	€ 675, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 1500, onderscheidenlijk AWG 1500	€ 680,67	boete-maximum

E

Hoofdstuk V Ministerie van Verkeer en Waterstaat

1.

A	B	C	D	E	F	G	H	I	J
1	Rijkswet Noodvoorzieningen Scheepvaart	26	1			honderdduizend gulden	€ 45 000, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 100 000 onderscheidenlijk AWG 100 000	€ 45 378,02	boete- maximum
2	Rijkswet Noodvoorzieningen Scheepvaart	26	2			vijftigduizend gulden	€ 22 500, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 50 000 onderscheidenlijk AWG 50 000	€ 22 689,01	boete-maximum
3	Rijkswet Noodvoorzieningen Scheepvaart	27	1			honderdduizend gulden	€ 45 000, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 100 000 onderscheidenlijk AWG 100 000	€ 45 378,02	boete-maximum
4	Rijkswet Noodvoorzieningen Scheepvaart	27	2			vijftigduizend gulden	€ 22 500, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 50 000 onderscheidenlijk AWG 50 000	€ 22 689,01	boete- maximum
5	Rijkswet Noodvoorzieningen Scheepvaart	28				tienduizend gulden	€ 4 500, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 10 000 onderscheidenlijk AWG 10 000	€ 4 537,80	boete- maximum

2.

A	B	C	D	E	F	G	H	I	J
6	Schepenwet	57	1		eerste	vijfentwintig-duizend gulden	€ 11 250, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 25 000 onderscheidenlijk AWG 25 000	€ 11 344,51	boetemaximum
7	Schepenwet	57	1		tweede	vijfentwintig-duizend gulden	€ 11 250, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ANG 25 000 onderscheidenlijk AWG 25 000	€ 11 344,51	boete-maximum
8	Schepenwet	57	2		eerste	tienduizend gulden	€ 4 500, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 10 000 onderscheidenlijk AWG 10 000	€ 4 537,80	boete-maximum
9	Schepenwet	57	2		tweede	vijfduizend gulden	€ 2 250, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 5 000 onderscheidenlijk AWG 5 000	€ 2 268,90	boete-maximum
10	Schepenwet	58				tienduizend gulden	€ 4 500, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 10 000 onderscheidenlijk AWG 10 000	€ 4 537,80	boete-maximum

3.

A	B	C	D	E	F	G	H	I	J
11	Wet behoud scheepsruimte 1939	5	1			tienduizend gulden	€ 4 500, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 10 000 onderscheidenlijk AWG 10 000	€ 4 537,80	boete-maximum
12	Wet behoud scheepsruimte 1939	5	2			vijfduizend gulden	€ 2 250, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 5 000 onderscheidenlijk AWG 5 000	€ 2 268,90	boete-maximum
13	Wet behoud scheepsruimte 1939	6	1			tienduizend gulden	€ 4 500, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 10 000 onderscheidenlijk AWG 10 000	€ 4 537,80	boete-maximum
14	Wet behoud scheepsruimte 1939	6	2			vijfduizend gulden	€ 2 250, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 5 000 onderscheidenlijk AWG 5 000	€ 2 268,90	boete-maximum

De Minister van Financiën,

G. Zalm