27 467
Ondernemen tegen armoede

nr. 2
MOTIE VAN DE LEDEN KARIMI EN DIJKSMA

Voorgesteld 20 februari 2001

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat werkgelegenheid één van de centrale thema's was van de Sociale Top in Kopenhagen in 1995 en dat de regeringsleiders zich bij deze gelegenheid verplicht hebben tot het bevorderen van volledige werkgelegenheid als belangrijkste prioriteit van het sociale en economische beleid;

overwegende, dat de praktische uitwerking met betrekking tot het bevorderen van werkgelegenheid in ontwikkelingslanden in de nota Ondernemen tegen Armoede te weinig aandacht krijgt;

voorts overwegende, dat de nota onvoldoende aandacht schenkt aan de grootte en aard van de informele sector in ontwikkelingslanden en aan de rol die met name vrouwen in deze sector spelen;

verzoekt de regering, voor de zomer:

– de Kamer een nadere praktische uitwerking van de nota Ondernemen tegen Armoede te doen toekomen op het terrein van het bevorderen van de lokale werkgelegenheid in ontwikkelingslanden en de mogelijkheden daartoe in de informele sector;

– het bestaande instrumentarium door te lichten op de effecten voor lokale werkgelegenheid en het zonodig beter te richten op het creëren van duurzame productieve werkgelegenheid in ontwikkelingslanden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Karimi

Dijksma

Naar boven