27 466
Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001, de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere belastingwetten c.a. (Veegwet Wet inkomstenbelasting 2001)

nr. 22
AMENDEMENT VAN HET LID DIJSSELBLOEM C.S.

Ontvangen 22 november 2000

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel IV wordt als volgt gewijzigd:

In onderdeel R wordt, onder vernummering van het eerste en tweede lid tot tweede en derde lid, een nieuw eerste lid ingevoegd, luidende:

1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende:

Ten aanzien van de in Nederland wonende artiest of beroepssporter die in het bezit is van een bij voor bezwaar vatbare beschikking, waarin de inspecteur verklaart dat een gedeelte van de gage als een vrije vergoeding kan worden aangemerkt, bedraagt de belasting het gecombineerde heffingspercentage, bedoeld in artikel 21, onderdeel b, over het gedeelte van de gage dat in aanmerking wordt genomen.

Toelichting

Dit amendement leidt er toe dat de inhoudingsplichtige bij de bepaling van de inhouding van de loonbelasting over de gage van de artiest/beroepssporter rekening houdt met de kostenvergoedingsbeschikking en inhoudt naar het tarief in de eerste schijf. Hiermee wordt bereikt dat het aangaan van nettoloonafspraken door de in Nederland wonende artiest of beroepssporter die ingevolge een overeenkomst van korte duur dan wel kortstondig krachtens een andere grond optreedt of sport beoefent, wordt vergemakkelijkt.

Dijsselbloem

De Vries

Giskes

Reitsma

Vendrik

Naar boven