27 466
Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001, de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere belastingwetten c.a. (Veegwet Wet inkomstenbelasting 2001)

nr. 16
AMENDEMENT VAN HET LID VENDRIK

Ontvangen 22 november 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

I

Na onderdeel Qc worden twee nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:

Qd. Artikel 3.74 van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a vervalt.

2. De onderdelen b tot en met d worden geletterd a tot en met c.

Qe. Artikel 3.76 vervalt.

II

Onderdeel BK komt te luiden:

BK. In artikel 8.2 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In onderdeel a wordt de tekst na «(artikel 8.10); » inspringend op een nieuwe regel geplaatst en voorzien van de aanduiding: b.

2. De onderdelen h en i worden verletterd tot onderdeel i respectievelijk onderdeel j.

3. Na onderdeel g wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

h. de jonggehandicaptenkorting (artikel 8.16a);.

4. Onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

k. de zelfstandigenkorting (artikel 8.18a).

III

Onderdeel BM wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef wordt vervangen door: Na artikel 8.9 worden twee nieuwe artikelen ingevoegd.

2. Aan het slot wordt toegevoegd:

Artikel 8.9b

Ten aanzien van de belastingplichtige die recht heeft op de verhoging van de zelfstandigenkorting, bedoeld in artikel 8.18a, derde lid, bedraagt de gecombineerde heffingskorting, in afwijking van artikel 8.8, maximaal het bedrag van de gecombineerde inkomensheffing vermeerderd met de zelfstandigenkorting.

IV

Na artikel BQ wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

BQa. Na artikel 8.18 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8.18a Zelfstandigenkorting

1. De zelfstandigenkorting geldt voor de ondernemer die aan het urencriterium voldoet en bij de aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt.

2. Bij een winst

gelijk aan of meer dan	maar minder dan	bedraagt de zelfstandigenkorting
–	€ 11 745 (f  25 883)	€ 2704 (f 5 960)
€ 11 745 (f  25 883)	€ 13 625 (f  30 026)	€ 2514 (f 5 539)
€ 13 625 (f  30 026)	€ 15 510 (f  34 180)	€ 2323 (f 5 118)
€ 15 510 (f  34 180)	€ 44 425 (f  97 900)	€ 2069 (f 4 559)
€ 44 425 (f  97 900)	€ 46 305 (f 102 043)	€ 1887 (f 4 159)
€ 46 305 (f 102 043)	€ 48 190 (f 106 197)	€ 1687 (f 3 717)
€ 48 190 (f 106 197)	€ 50 065 (f 110 329)	€ 1487 (f 3 276)
€ 50 065 (f 110 329)	–	€ 1306 (f 2 877)

3. Indien de ondernemer in een of meer van de vijf voorafgaande kalenderjaren geen ondernemer was en bij hem in die periode niet meer dan tweemaal zelfstandigenkorting is toegepast, wordt de zelfstandigenkorting verhoogd met € 801 (f 1764).

4. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder winst: het gezamenlijke bedrag van de winst die de belastingplichtige als ondernemer uit een of meer ondernemingen geniet.

Toelichting

Door middel van dit amendement wordt de zelfstandigenaftrek budgettair neutraal omgezet in een heffingskorting. Voorts wordt de zelfstandigenkorting bij startende ondernemers – belastingplichtigen die minder dan vijf jaar geleden ondernemer zijn geworden – uitbetaald voorzover onvoldoende belasting verschuldigd is.

Vendrik