27 452
Wijzigingen van het op 15 juli 1982 te Parijs totstandgekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Organisatie voor Telecommunicatie-satellieten «EUTELSAT», met Bijlagen en Exploitatie-overeenkomst; Cardiff, 20 mei 1999

nr. 40
nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 oktober 2000

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 12 oktober 2000.

De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 11 november 2000.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State gehoord, heb ik de eer U hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen de op 20 mei 1999 te Cardiff totstandgekomen wijzigingen van het op 15 juli 1982 te Parijs totstandgekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Organisatie voor Telecommunicatiesatellieten «EUTELSAT», met Bijlagen en Exploitatie-overeenkomst (Trb. 2000, 65).1

Een toelichtende nota bij deze verdragswijzigingen treft U eveneens hierbij aan.

De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. van Aartsen

TOELICHTENDE NOTA

1. Algemeen

Op 20 mei 1999 werden in Cardiff tijdens de zesentwintigste zitting van de Assemblée van Partijen van EUTELSAT wijzigingen aangenomen van het op 15 juli 1982 te Parijs totstandgekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Organisatie voor Telecommunicatiesatellieten «EUTELSAT» (Trb. 1983, 96; laatstelijk Trb. 1998, 186).

De wijzigingen hebben betrekking op een algehele herstructurering van EUTELSAT. Deze herstructurering is ingegeven door het feit dat door de toegenomen concurrentie in het aanbod van satellietdiensten het noodzakelijk wordt geacht dat de EUTELSAT-satellietsystemen worden geëxploiteerd via een privaatrechtelijke onderneming en niet langer via een intergouvernementele organisatie. Een privaatrechtelijke onderneming is namelijk in staat slagvaardiger te opereren, ook met betrekking tot noodzakelijke investeringen in toekomstige generaties van satellieten, in een omgeving die in toenemende mate te maken heeft met commercialisering, concurrentie en deregulering. Door de grotere slagvaardigheid en investeringsmogelijkheden van een privaatrechtelijke onderneming zoals de vrijheid om allianties te sluiten, dochterondernemingen op te richten en samenwerkingsverbanden aan te gaan, wordt gewaarborgd dat de satellietsystemen commercieel levensvatbaar blijven.

2. De wijzigingen

De wijzigingen betreffen in de eerste plaats de preambule van het verdrag. Daarnaast hebben de wijzigingen betrekking op het schrappen, vervangen en toevoegen van bepalingen in het verdrag en de bijlage A.

Zo worden geschrapt de artikelen over de Raad van Ondertekenaars die samengesteld is uit vertegenwoordigers van ondertekenaars van de Exploitatieovereenkomst op basis van hun investeringsaandeel. Die Raad wordt namelijk opgeheven, omdat de ondertekenaars de nieuwe investeerders worden van de privaatrechtelijke onderneming, in casu EUTELSAT S.A (hierna te noemen «de onderneming»). Voorts vervallen de artikelen over de operationele en financiële beginselen van de intergouvernementele organisatie, in casu EUTELSAT (hierna te noemen «de organisatie»), en de bepalingen over de ruimtesector, omdat de toegang tot de EUTELSAT-ruimtesector na de verdragswijziging onder de bevoegdheid van de onderneming valt.

Aangezien de ondertekenaars de nieuwe investeerders van de onderneming worden en in dat kader alle verwijzingen in het verdrag naar de Exploitatieovereenkomst (met bepalingen betreffende financiële kwesties en enkele operationele zaken) komen te vervallen, houdt die Exploitatieovereenkomst op van kracht te zijn. Genoemde investeerders participeren in de onderneming met hetzelfde investeringsaandeel waarmee zij als ondertekenaars van de Exploitatieovereenkomst aan de intergouvernementele organisatie hebben deelgenomen. Zo is het investeringsaandeel in de organisatie omgezet in aandelen van de onderneming. Invloed van de investeerders is mogelijk via de jaarlijks te houden aandeelhoudersvergadering. De organisatie zal geen directe invloed kunnen uitoefenen op de wijze waarop de investeerders in de financiële behoeften van de onderneming voorzien.

3. Artikelsgewijze toelichting

In Tractatenblad 2000, 65 is de gewijzigde integrale tekst van het verdrag gepubliceerd. Hieronder volgt een toelichting op de gewijzigde onderdelen van het verdrag.

Preambule

In de gewijzigde preambule wordt verduidelijkt dat het verdrag geen afbreuk doet aan de verplichtingen van staten die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Europese Unie en andere internationale overeenkomsten. Voorts wordt aangegeven dat de operationele activiteiten van de organisatie worden ondergebracht in een vennootschap die onder nationale rechtsbevoegdheid valt en beperkte aansprakelijkheid heeft. Die vennootschap zal op een gezonde economische en financiële basis opereren, rekening houdend met commerciële belangen en met de Regeling die tussen EUTELSAT en de Vennootschap EUTELSAT S.A. zal gelden.

Artikel I

In dit artikel met een omschrijving van de begrippen die in het verdrag voorkomen, worden de volgende nieuwe begrippen gedefinieerd: Directeur-Generaal van EUTELSAT, Algemeen-Secretaris van EUTELSAT, de Vennootschap EUTELSAT S.A., de Grondbeginselen, alsmede de Regeling die tussen de organisatie en de onderneming geldt.

Artikel II

Dit artikel regelt de oprichting van de onderneming, waaraan de activa en de operationele activiteiten van de organisatie worden overgedragen. De relatie tussen de organisatie en de onderneming, alsmede hun wederzijdse verplichtingen worden in de voornoemde Regeling vastgelegd. Voorts legt het artikel een verplichting op aan de lidstaat op wiens grondgebied het hoofdkantoor van de onderneming wordt gevestigd, om passende maatregelen te nemen, overeenkomstig de nationale wet- en regelgeving, zodat de vestiging en de werkzaamheden van de onderneming worden gefaciliteerd.

Artikel III

Dit artikel bevat de vier grondbeginselen die de onderneming moet naleven jegens de organisatie. Het nakomen van de verplichtingen ten aanzien van de openbare en universele dienstverlening is een van die grondbeginselen. De andere zijn de verplichting tot het pan-Europese bereik van de satellietsystemen van de onderneming, het zonder discriminatie aanbieden van diensten aan gebruikers op een eerlijke basis en het opereren volgens de principes van eerlijke concurrentie.

De organisatie heeft de verplichting om de rechten en verplichtingen krachtens internationaal recht, met name die welke voortvloeien uit het Radioreglement ten aanzien van het gebruik van frequenties, te blijven waarborgen na de overgang van het gebruik van de ruimtesector naar de onderneming. Het Radioreglement vindt zijn basis in het op 22 december 1992 te Genève totstandgekomen Verdrag van de Internationale Unie voor Telecommunicatie (Trb. 1993, 138; zie ook laatstelijk Trb. 1995, 201).

Artikel V

Ingevolge dit artikel worden tussen de organisatie en de onderneming afspraken gemaakt, overeenkomstig de Regeling, ter dekking van de kosten en uitgaven van de organisatie. Zo neemt de onderneming voor haar rekening de kosten die gemoeid zijn met de instelling en bedrijfsvoering van het Secretariaat van de organisatie, alsmede de kosten die de organisatie neemt ter waarborging van de naleving van de grondbeginselen door de onderneming. Voor de kosten gelden de limieten die in de Regeling zijn vastgelegd. De organisatie legt met betrekking tot de bestedingen terzake jaarlijks verantwoording af aan de onderneming.

Artikel VI

Ingevolge dit artikel bestaan de organen van de organisatie uit de Assemblée van Partijen en het Secretariaat dat door de Algemeen-Secretaris wordt geleid.

Artikel IX

Dit artikel beschrijft de taken van de Assemblée van Partijen. De belangrijkste verschillen ten opzichte van de oorspronkelijke situatie zijn dat de Assemblée de activiteiten van de onderneming die betrekking hebben op de grondbeginselen beoordeelt en toezicht houdt op de naleving van de grondbeginselen door de onderneming, een en ander in overeenstemming met de Regeling.

Voorts neemt de Assemblée beslissingen over voorgestelde veranderingen van de Regeling en over het waarborgen van de continuïteit ten aanzien van rechten en verplichtingen die uit internationaal recht voortvloeien, bijvoorbeeld uit het voornoemde Radioreglement. Ook neemt zij beslissingen over onderwerpen zoals het beëindigen van het verdrag, het voorleggen aan de onderneming van voorgestelde wijzigingen van het verdrag die het functioneren van de onderneming kunnen raken, de benoeming en het zonodig wegsturen van de Algemeen-Secretaris, de benoeming van een plaatsvervangend Algemeen-Secretaris, alsmede over personeelsaangelegenheden van het Secretariaat (op aanbeveling van de Algemeen-Secretaris en in overeenstemming met de Regeling).

Daarnaast stelt de Assemblée een jaarlijkse of tweejaarlijkse begroting vast en keurt zij, in overeenstemming met de Regeling, een verandering van locatie van de onderneming goed.

Artikel X

Dit artikel gaat in op het Secretariaat van de organisatie. De Algemeen-Secretaris, die voor vier jaar wordt benoemd, vertegenwoordigt de organisatie juridisch naar buiten toe. Hij opereert als hoogste functionaris van het Secretariaat en is voor zijn handelingen verantwoording schuldig aan de Assemblée.

Artikel XIV

De leden a en b van dit artikel bevatten bepalingen over het wijzigen van het verdrag. De Assemblée van Partijen houdt bij een voorgestelde wijziging rekening met de door de onderneming gedane aanbevelingen, om wier zienswijze wordt verzocht indien de voorgestelde wijziging van invloed zou kunnen zijn op de uitvoering van de werkzaamheden van de onderneming.

De leden c, d en e van het artikel bevatten bepalingen met betrekking tot het beëindigen van het verdrag. Hierin is vastgelegd dat Partijen, door het verdrag te beëindigen met een tweederde meerderheid van stemmen van alle Partijen, de organisatie kunnen ontbinden. Zolang rechten en verplichtingen krachtens internationaal recht, genoemd in artikel III van het verdrag, van kracht zijn, zal een dergelijke beslissing tot ontbinding niet worden genomen, tenzij de onderneming daarin toestemt. De beëindiging van het verdrag tast het voortbestaan van die onderneming niet aan.

Artikel XV

Dit artikel heeft uitsluitend betrekking op het beslechten van geschillen die rijzen tussen de verdragspartijen onderling of tussen de verdragspartij(en) en de organisatie. Hiervoor geldt de ongewijzigde arbitrageprocedure, vermeld in bijlage B.

In het geval van een geschil tussen de onderneming en de organisatie bevat de Regeling bepalingen inzake een geschillenbeslechtingsprocedure. Bij andere geschillen waarbij de onderneming betrokken is, geldt het recht van het land waar de onderneming is gevestigd (thans Frankrijk).

Bijlage A

Deze bijlage bevat overgangsbepalingen inzake de overdracht van rechten en verplichtingen door de organisatie aan de onderneming, de voortzetting van werkzaamheden aangegaan onder de organisatie door de onderneming, alsmede de overdracht van de bij de werkzaamheden behorende activa en passiva aan de onderneming. Daartoe wordt tussen de organisatie en de onderneming een overdrachtovereenkomst gesloten. De bijlage bevat ook bepalingen inzake de overgang van personeel van de organisatie naar de onderneming en de overdracht van functies van de organisatie aan de onderneming.

4. Koninkrijkspositie

De wijzigingen zullen evenals het verdrag alleen voor Nederland gelden.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. M. de Vries

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

D. A. Benschop


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven