27 451
Koers BVE

nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zoetermeer, 10 september 2001

Hierbij stuur ik u een aanvulling op de beleidsreactie advies examinering mbo (kamerstuk 27 451 nr. 10).

In deze beleidsreactie heb ik aangegeven dat bij de beoogde nieuwe examensystematiek op één punt nog geen eensluidende opvatting bestond, te weten het punt van de bestuurlijke inrichting van het kwaliteitscentrum examens mbo (KCE). Inmiddels is hierover met de direct betrokken partijen de benodigde overeenstemming bereikt.

Nu er eensgezindheid over de bovengenoemde bestuurlijke inrichting van het KCE bestaat, kan gestart worden met de totstandkoming van het KCE. De Bve Raad en COLO zullen nu zorg dragen voor de oprichting van het KCE en – samen met het PAEPON – de formering van het KCE-bestuur.

De bestuurlijke inrichting van het KCE zal er als volgt uitzien. Het KCE-bestuur zal bestaan uit:

– drie leden op voordracht van de Bve Raad; waarvan tenminste één lid tevens deel uit maakt van het bestuur van de Bve Raad,

– drie leden op voordracht van COLO; waarvan tenminste één lid tevens deel uitmaakt van het bestuur van COLO,

– het PAEPON zal door de Bve Raad en COLO worden uitgenodigd zitting te nemen in het KCE-bestuur,

– een onafhankelijk voorzitter.

De samenstelling van het bestuur zal worden vastgelegd in de statuten van het KCE.

Tevens hebben de Bve Raad en Colo inmiddels – zoals aangekondigd in het aanvullend advies – een projectleider benoemd met als opdracht de opstelling van een businessplan voor het KCE. Na oplevering van het businessplan vindt besluitvorming plaats over de inrichting van het KCE. Vervolgens zal sprake zijn van de feitelijke inrichting van het KCE en de uitoefeningen van de beoogde taken zoals bijvoorbeeld het opstellen van de landelijke examenstandaarden. Zoals in de beleidsreactie is aangegeven zal pas sprake zijn van uitvoering van de externe borg door het KCE als zelfstandig bestuursorgaan na het inwerking treden van de beoogde wetswijziging WEB betreffende de nieuwe examensystematiek.

Ik zal op korte termijn een beschikking treffen voor de toekenning van de 5 miljoen gulden voor de oprichting en inrichting van het KCE, zoals aangekondigd in de beleidsreactie in paragraaf 3.4. over de inzet van de 25 miljoen gulden (amendement Cornielje) voor de implementatie van en toegroei naar de nieuwe examensystematiek.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd,

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

L. M. L. H. A. Hermans

Naar boven