27 441
Huurprijsbeleid voor 2001/2002

nr. 2
MOTIE VAN HET LID VAN GENT

Voorgesteld 25 januari 2001

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat een inflatievolgend huurbeleid wenselijk is;

overwegende, dat een gemiddeld inflatievolgend huurbeleid huurverhogingen tot 3,8% niet kan voorkomen;

overwegende, dat de «Actualisatie Prognosemodel Sociale Huursector 2000» aantoont dat zelfs bij een huurstijging beneden inflatieniveau (namelijk 2%) tot en met 2009 de sociale huursector een vermogen opbouwt dat zal groeien tot maximaal 53 miljard gulden;

overwegende, dat de sociale huursector in een nationaal investeringsprogramma niet heeft aangetoond op welke wijze de sector haar sociale taakstellingen zal vervullen, en dus de motie Biesheuvel en Duivesteijn (27 400-XI, nr. 13) niet is uitgevoerd;

overwegende, dat bij gebrek aan inzicht in de investeringen van de sector, een verdere financiële impuls via de huurstijging, ongefundeerd en onwenselijk is;

overwegende, dat slechts eenderde van de huurders wordt gecompenseerd via de huursubsidie, en daarmee tweederde van de huurders kan worden geconfronteerd met een ongerichte en onnodige lastenverzwaring;

verzoekt de regering de maximale huurstijging voor het komende tijdvak 2001/2002 vast te stellen op 2,5% (niveau van de inflatie 2000),

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Gent

Naar boven