27 428 Beleidsnota Biotechnologie

Nr. 404 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 september 2024

Op 22 december 2023 heeft uw Kamer de kabinetsreactie op de Trendanalyse Biotechnologie 2023 ontvangen1. Het kabinet geeft hierin aan het beeld dat de Trendanalyse2 neerzet te herkennen en de oproep om een integrale visie biotechnologie op te stellen ter harte te nemen.

Het kabinet kiest er daarom voor om gezamenlijk een stip op de horizon te willen zetten, met daarbij zowel oog voor de kansen die biotechnologie biedt als de dilemma’s die het opbrengt. De integrale visie biotechnologie zal er toe moeten leiden dat het maatschappelijk en economisch potentieel van biotechnologie benut wordt waarbij tegelijkertijd de veiligheid en zorgvuldigheid gewaarborgd blijven.

Nederland staat momenteel voor diverse uitdagingen, waar biotechnologie een rol in kan spelen. Hierbij valt te denken aan de voedselvoorziening of het minder afhankelijk van andere landen willen zijn op het gebied van grondstoffen en technologie. Ook een gezonde Nederlandse bevolking is van belang, met daarin een grote rol voor preventie. Er zal voldoende ruimte moeten zijn voor innovatie zoals vastgesteld in het regeerprogramma van kabinet Schoof op 13 september jl3. En dat alles in een florerende economie met bedrijven die we nodig hebben voor de welvaart en het verdienvermogen van Nederland. Daarbij zal er oog moeten zijn voor de veranderende geopolitieke context en liggen er stevige uitdagingen om te zorgen voor een gezonde en schone leefomgeving voor de inwoners van Nederland.

In deze brief wordt geschetst welke stappen reeds zijn gezet om te komen tot de visie biotechnologie en wordt aangegeven welke aanpak de komende periode hierbij is voorzien. U ontvangt deze brief mede namens de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Staatssecretarissen van Jeugd, Preventie en Sport en van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN).

Biotechnologie in de uitdagingen waar Nederland voor staat

Bij bovenstaande uitdagingen waar Nederland momenteel voor staat, kan biotechnologie op verschillende manieren worden ingezet. Biotechnologie is namelijk een techniek met levensveranderende en innovatieve toepassingen, onder andere op het gebied van gezondheid, voedselproductie en circulaire economie. Biotechnologische ontwikkelingen maken het bijvoorbeeld mogelijk om planten steeds gerichter aan te passen en daarmee beter bestand te maken tegen droogte, ziekten of plagen. Er zijn diverse gentherapieën in ontwikkeling voor (zeldzame) ziekten die eerder niet of minder goed behandelbaar waren. Aangepaste micro-organismen kunnen een rol spelen in de waterzuivering. Schimmels, gisten en bacteriën kunnen worden ingezet om hoogwaardige producten uit hernieuwbare grondstoffen te maken. Cellulaire agricultuur is daarnaast een methode om door middel van fermentatie eiwitten voor humane consumptie te produceren. De wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen in de biotechnologie gaan zowel in Nederland als wereldwijd onverminderd snel, stelt de Trendanalyse Biotechnologie 2023. Ook concludeert de Trendanalyse dat de overheid meer regie kan nemen om economische kansen te verzilveren en innovatie een gewenste richting op te sturen. In Nederland is bij zowel kennisinstellingen als bedrijven veel kennis en expertise over (toepassingen van) biotechnologie aanwezig.

Het kabinet herkent en erkent de potentie van onderzoek naar en de verschillende toepassingen van biotechnologie en de kansen die dit biedt voor onze economie en maatschappij. Wanneer het over biotechnologie gaat, kunnen verschillende (ethische) dilemma’s zich voordoen, waaronder de wenselijkheid van bepaalde biotechnologische toepassingen. Ook op dit gebied zijn in Nederland verschillende maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen actief. Op het gebied van veiligheid en omgaan met risico’s stellen we als kabinet randvoorwaarden waar het gaat om patiënt-, voedsel-, en milieuveiligheid. Daarnaast heeft het kabinet in toenemende mate oog voor hoe Nederland in een veranderende wereld op een veilige manier samenwerkt met andere landen, onder andere met de EU op het terrein van handels- en industriebeleid zoals vastgelegd in het Hoofdlijnenakkoord4. Waar mogelijk worden risicovolle strategische afhankelijkheden voorkomen en verminderd en wordt ongewenste kennis- en technologieoverdracht tegengegaan. Zorgvuldigheid is hierbij geboden.

Biotechnologie: stippen op de horizon

In het voorjaar van 2024 heeft de Stichting Toekomstbeeld der Techniek (STT) gewerkt aan het rapport «Stippen op de horizon – toekomstbeeld biotechnologie 2030–2050». In dit rapport zijn met hulp van diverse partijen in het veld verschillende toekomstbeelden voor biotechnologie uitgewerkt. In het rapport is de centrale vraag: stél dat een bepaald toekomstscenario zich voordoet, wat zouden de consequenties daar dan van zijn? En hoe kunnen publieke waarden in de scenario’s gerespecteerd worden? Met deze brief bieden wij dit STT-rapport aan de Kamer aan. Dit rapport vormt één van de bouwstenen van de visie die wij als kabinet opstellen. In het najaar organiseren we een webinar waarmee we geïnteresseerden vanuit de overheid, wetenschap, markt en maatschappij een update geven over het proces tot nog toe. STT zal daar een nadere toelichting geven op de totstandkoming van het rapport.

Biotechnologie: het opstellen van een gezamenlijke visie

Bij het opstellen van een kabinetsvisie zijn beleidskeuzes nodig. De beleidsdrivers die het STT-rapport noemt bij het komen tot de toekomstscenario’s zullen wij daarbij meewegen5. We houden ook rekening met de ambities die zijn opgenomen in de Nationale Technologiestrategie6 en in het rapport «Groeimarkten voor Nederland»7. We laten ons voeden door de politieke en maatschappelijke dialoog over biotechnologie en nemen relevante onderzoeksrapporten van bijvoorbeeld het Rathenau Instituut als het gaat om maatschappelijke acceptatie van biotechnologie daarbij mee.

We hebben oog voor de dilemma’s die met biotechnologie gepaard kunnen gaan: willen we alles wat (bio)technologisch kan? Welke aspecten van veiligheid komen hierbij kijken? Wat willen we in Nederland juist wel of juist niet stimuleren? Voor welke problemen kan biotechnologie in ons land een oplossing vormen?

Naast de nationale ontwikkelingen houden we ook rekening met de internationale ontwikkelingen op het gebied van biotechnologie. In Nederland is veel kennis en expertise over biotechnologie aanwezig. Het totale speelveld is echter mondiaal, waarbij veel van de kaders op Europese schaal worden vastgesteld. Dit voorjaar heeft de Europese Commissie aangekondigd tot een meer gecoördineerde aanpak van biotechnologie en biofabricage in Europa te willen komen. De kabinetsreactie daarop is met uw Kamer gedeeld8.

Met de hierboven beschreven stappen komen we tot de conceptvisie biotechnologie. Deze conceptvisie willen we eind 2024 voorleggen aan betrokkenen vanuit wetenschap, markt en maatschappij om de inhoudelijke afwegingen toe te kunnen lichten en de conceptvisie te valideren. De visie zal tot een uitvoeringsagenda moeten leiden die concrete handvatten biedt hoe de visie daadwerkelijk te realiseren. Hierbij wordt aangesloten bij andere trajecten die lopen om focus aan te brengen in (financiële en niet-financiële) inzet van partijen in het zogenoemde biotechnologie-ecosysteem. We vinden het belangrijk om de visie op te stellen met input uit het (krachten)veld en om de benodigde acties gezamenlijk met stakeholders en betrokkenen uit te voeren.

Kortom: biotechnologie is een belangrijke technologie die ons land veel kansen biedt, maar ook dilemma’s en risico’s met zich meebrengt. Om op deze kansen verantwoord in te zetten, stellen we ook bepaalde (rand)voorwaarden. Bij dit alles realiseren we ons dat dit plaatsvindt in een internationale context die we in ons voordeel willen beïnvloeden en benutten. We herkennen de vraag naar een integrale visie op biotechnologie dan ook en zullen deze begin 2025 opleveren aan uw Kamer.

De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, Ch.A. Jansen


X Noot
1

Kamerstuk 27 428, nr. 400

X Noot
2

Kamerstuk 27 428, nr. 397

X Noot
3

Kamerstuk 36 471, nr. 96

X Noot
4

Hoofdlijnenakkoord 2024–2028. Coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB.

X Noot
5

de beleidsinzet op onderzoek & ontwikkeling, op de concurrentiepositie, op wetgeving & handhaving, op internationale samenwerking, en op maatschappelijke acceptatie

X Noot
6

Kamerstuk 33 009, nr. 140

X Noot
7

Kamerstuk 33 009, nr. 137

X Noot
8

Kamerstuk 22 112, nr. 3946

Naar boven