27 428 Beleidsnota Biotechnologie

Nr. 393 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 maart 2022

In deze brief ga ik in op de uitvoering van de nader gewijzigde motie van het lid Boswijk c.s. (Kamerstuk 27 428, nr. 378), betreffende het kwekersrecht. Daarnaast neem ik ook graag de gelegenheid om in te gaan op de stand van zaken in een aantal aanverwante dossiers op het gebied van het kwekersrecht.

Belang van goed functionerend kwekersrecht

Plantenveredeling is een belangrijk gereedschap om landbouw duurzamer en economisch rendabel te maken. Nieuwe, verbeterde plantenrassen zijn van groot belang gelet op voedselzekerheid, verduurzaming van de landbouw en klimaatverandering. De ontwikkeling van nieuwe plantenrassen is kapitaalintensief en vergt veel kennis, tijd en investeringen. Het kwekersrecht geeft de ontwikkelaar van een nieuw ras tijdelijk exclusieve rechten en is daarmee van vitaal belang voor het stimuleren van de ontwikkeling van deze nieuwe plantenrassen. Nederland zet zich internationaal en nationaal op diverse manieren in dit kwekersrecht te versterken. Het kwekersrecht is georganiseerd in de UPOV-conventie: de internationale Unie voor de bescherming van plantenrassen. Nederland was een van de oprichters ervan. De missie van UPOV is om een effectief systeem van bescherming van plantenrassen te bieden, met als doel de ontwikkeling van nieuwe rassen te stimuleren, voor het algemeen nut. De UPOV-conventie geeft aan waar de wetgeving van landen minimaal aan moet voldoen indien dat land lid van de UPOV-conventie wil worden. Nederlandse veredelingsbedrijven hebben prominente posities op de wereldmarkt voor nieuwe plantenrassen en daarmee ook een vitale rol in voedselzekerheid en verdere verduurzaming van de landbouw.

Uitvoering van de motie

De motie vraagt om verbeteringen van handhaving en/of regelgeving om import van illegale producten uit derde landen tegen te gaan. Daarbij kan het gaan om illegaal vermeerderde zaden (die zonder medeweten van de eigenaar zijn vermeerderd), maar ook en nog vaker om consumentenproducten zoals bloemen of fruit, die in het buitenland zijn geteeld op teeltmateriaal waarvoor geen licentie is betaald. Zonder deze licentie-inkomsten wordt het voor een plantenveredelaar, veelal mkb-bedrijven, erg lastig om zijn veredelingsinspanning te financieren.

Specifiek voor het kwekersrecht is het beeld in de EU dat inbreuk op het kwekersrecht regelmatig gebeurt in combinatie met andere illegale activiteiten, zoals misbruik van rasbenamingen, namaaketikettering en -verpakking, inbreuk op handelsmerken, fraude, overtreding van zaaizaadvoorschriften en ontbrekende invoerdocumenten. Inbreuken op kwekersrechten brengen ook risico's met zich mee voor voedselveiligheid en fytosanitaire risico's.

Ik sta dan ook volledig achter deze motie om het Europese handhavingsinstrumentarium te verbeteren. Het is van groot belang op nationaal, Europees en internationaal niveau coördinatie en samenwerking tussen kwekersrechthouders en politie, douane en gerechtelijke autoriteiten te bevorderen. Dit vergt in het bijzonder aanpassing van regelgeving in de Europese Unie en dat zal mijn inzet zijn bij de aankomende evaluatie van het Europees kwekersrecht die mede op verzoek van Nederland zal plaatsvinden.

Deze evaluatie van het Europese kwekersrecht wordt in de loop van 2022 opgestart door de Europese Commissie en voorstellen tot wijziging van de Europese kwekersrechtverordening worden medio 2023 verwacht. Bij de evaluatie zal ook het thema handhaving worden meegenomen. Specifiek zal daarbij vanuit Nederland aandacht worden gevraagd voor mogelijke verbeteringen zoals verbeterde samenwerking tussen kwekersrechthouders en politie, douane en gerechtelijke autoriteiten. Ook zal Nederland vragen om de ontwikkeling van gespecialiseerde opleidingen om illegaal plantaardig materiaal te kunnen herkennen. Deze opleiding zal ook moeten helpen een beter inzicht te krijgen in de verschillende instrumenten die beschikbaar zijn om inbreuken op te sporen en te vervolgen. Verder zal Nederland aandacht vragen voor het versnellen van juridische procedures, het aanwijzen van een gespecialiseerde rechtbank voor dit soort overtredingen.

Naast deze komende evaluatie is in Europees verband vorig jaar de Mededeling Actieplan Intellectueel Eigendom van de Europese Commissie aangenomen. Dit actieplan maakt onderdeel uit van de Europese industriestrategie die de Europese industrie moet helpen het voortouw te nemen in de transitie naar een duurzame economie. Naast merken, modellen en octrooien is ook het kwekersrecht één van de intellectuele eigendomsrechten die deel uitmaakt van dit actieplan. Belangrijke actielijnen in dit actieplan zijn onder andere verbetering van de beschermingsmogelijkheden, verbetering van de handhavingsmogelijkheden en het bereiken van een gelijk speelveld op mondiaal niveau. Het Communautair Europees Kwekersrechtbureau (CPVO) heeft inmiddels ook een aantal acties in gang gezet ter invulling van het actieplan, onder andere gericht op meer samenwerking in Europa, en verbetering van de toegang voor mkb-bedrijven.

Verlenging beschermingsduur

Voor de meeste gewassen is de maximale beschermingsduur 25 jaar, waarna een ras vrij te verhandelen is zonder licentie. In deze 25 jaar moet het voor de veredelaar mogelijk zijn om zijn investeringen terug te verdienen. Voor een beperkt aantal gewassen is deze 25 jaar echter kort. Dit betreft vooral houtige fruitgewassen, asperges en diverse bloembollen. Deze gewassen kenmerken zich door complexe genetica, een langzame groei en/of voortplanting en een beperkt aantal mogelijkheden het nieuwe ras te verkopen. Om investeringen in onderzoek en ontwikkeling voor rassen van die soorten en die soortgroepen aan te moedigen, kan de termijn van bescherming van kwekersrechten voor deze soorten worden verlengd, waardoor veredelingsactiviteiten worden gestimuleerd om nieuwe rassen te ontwikkelen. Hiermee kan beter worden tegemoetgekomen aan de behoeften van boeren en tuinders en consumenten en kan beter worden ingespeeld op de gevolgen van de klimaatverandering. Afgelopen jaar is daarom – vooruitlopend op de evaluatie van de kwekersrechtverordening – besloten voor deze gewassen de maximale duur van het Europese kwekersrecht te verlengen van 25 naar 30 jaar. Een voorstel daartoe van de Europese Commissie is door zowel het Europees parlement als de Raad goedgekeurd en op 20 oktober 2021 van kracht geworden. Ik ben voornemens komend jaar voor deze gewassen de beschermingsduur van het Nederlandse kwekersrecht gelijk te stellen aan de Europese beschermingsduur.

Versterking kwekersrecht in internationale context

Niet alleen via verbeterde handhaving of verlening van de duur van kwekersrechten kan het kwekersrecht versterkt worden. Een goed werkend kwekersrecht in eigen land is van groot belang voor het veredelingsbedrijfsleven, en ook voor de teeltbedrijven die op deze wijze de beschikking kunnen krijgen over de nieuwste plantenrassen. Echter ook elders in de wereld is een goed werkend kwekersrecht van groot belang. Nederland is bereid haar kennis op dit gebied te delen. Onder andere draagt Nederland kennis over het kwekersrecht over middels het programma «Toolbox Kwekersrecht». Via dit programma worden derde landen (op hun verzoek) geholpen bij de implementatie van kwekersrecht in hun land. Via landen zelf, of via landbouwattachés, bedrijfsleven en internationale organisaties komen hiertoe verzoeken binnen. Dit kan zowel hulp bij wetgeving als bij uitvoering betreffen of het opleiden en training van officials. Op deze wijze wordt ook gewerkt aan het versterken van het internationaal netwerk van een nieuwe generatie deskundigen op het gebied van rassenonderzoek en kwekersrecht. Voor het jaar 2022 staan projecten gepland met landen als Chili, Ghana, Jordanië, Oekraïne, Algerije, Azerbeidzjan, China, Egypte, Japan, Kazachstan, Mexico en Tanzania. Daarnaast wordt door mij via dit programma geld beschikbaar gesteld aan UPOV voor de ontwikkeling van een systeem om wereldwijd elektronische uitwisseling van kwekersrecht-informatie te ondersteunen om daarmee het aanvragen van kwekersrechten te vereenvoudigen.

Afrondend

Versterking van het kwekersrecht is van belang omdat het kwekersrecht plantenveredelaars in staat stelt om nieuwe, verbeterde plantenrassen te maken die van groot belang zijn gelet op voedselzekerheid, verduurzaming van de landbouw en klimaatverandering. Hiermee kan wereldwijd de landbouw een bijdrage leveren aan voedselzekerheid en kan de landbouw duurzamer worden met behoud van economisch perspectief. Verbetering en handhaving van het kwekersrecht staan op de Europese agenda en zullen komend jaar worden meegenomen in de evaluatie van de Europese kwekersrechtverordening. Hiermee beschouw ik de motie als uitgevoerd.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer

Naar boven