27 428 Beleidsnota Biotechnologie

Nr. 186 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 mei 2011

Inleiding

Met deze brief wil ik, mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) uw Kamer informeren over de resultaten van het overeenstemmingsoverleg (conciliatie) tussen het Europees Parlement (EP), de Europese Commissie (EC) en de Raad over de herziening van de nieuwe voedingsmiddelen verordening (hierna «de Novel Food Verordening»). Deze brief was toegezegd in de brief betreffende het kabinetsstandpunt over de Trendanalyse Biotechnologie 2009 (kenmerk: RB/2011413410).

Het laatste overleg om tot overeenstemming te komen tussen het EP, de EC en de Raad over de herziening van de Novel Food Verordening vond plaats in de nacht van 28 op dinsdag 29 maart 2011. Deze laatste mogelijkheid heeft helaas niet geleid tot overeenstemming.

Het eindvoorstel van de Raad

De laatste weken van maart 2011 zijn door het Hongaarse voorzitterschap verschillende voorstellen gedaan om de lidstaten van de EU nader bij elkaar te krijgen over het onderwerp klonen van dieren.

Om een compromis te bereiken en zo de totstandkoming van de herziening van de Novel Food Verordening te redden, stemde een gekwalificeerde meerderheid van de Raad in met het onderstaande eindvoorstel over het klonen van dieren dat door de Raad is ingebracht in het overleg met de EC en het EP. In de eindfase en in het kader van het compromis heeft Nederland zich niet tegen dit voorstel uitgesproken. Wel geldt dat de uitvoering hiervan niet mogelijk is zonder de medewerking van de kloonproducerende landen.

Ook de EC kon zich vinden in dit eindvoorstel.

Het eindvoorstel van de Raad bevatte de volgende elementen:

  • 1. Een verbod op de kloontechniek voor voedselproductie;

  • 2. Een verbod op het op de markt brengen van voedsel van gekloonde dieren;

  • 3. Een verbod op het gebruik van kloondieren binnen de EU voor voedselproductie;

  • 4. Een traceerbaarheidssysteem voor reproductiemateriaal (sperma en embryo’s), 6 maanden na inwerkingtreding van de verordening en traceerbaarheid van eerste generatie nakomelingen van gekloonde dieren (in conformiteit met internationale verplichtingen);

  • 5. Verplichte etikettering van vers rundvlees afkomstig van de eerste generatie nakomelingen van kloondieren, 6 maanden na inwerkingtreding van de verordening;

  • 6. Uitbreiding van de verplichte etikettering tot alle andere voedingsmiddelen afkomstig van nakomelingen van kloondieren, tenzij de noodzakelijke commissierapportage uitwijst dat dit niet doenlijk is vanuit technisch of wetenschappelijk oogpunt of in verband met internationale ontwikkelingen en internationale (lees: WTO) verplichtingen.

De discussie rondom nakomelingen van klonen van dieren voor voedselproductie is het grootste struikelblok geweest. Een ander struikelblok was de discussie over de uitbreiding van de etiketteringsvoorschriften voor voedsel van de eerste generatie nakomelingen van gekloonde dieren. Het EP wilde dat de Commissie zonder nauwe betrokkenheid van de lidstaten over deze uitbreiding kan beslissen, via een zogeheten gedelegeerde handeling. Het gaat hier om een vergaande eis, omdat het hier gaat om derogaties op het volledige etiketteringsysteem. De Raad kon niet instemmen met een gedelegeerde handeling op een dergelijk essentieel punt.1

De lidstaten konden wel instemmen met een uitvoeringshandeling in plaats van een gedelegeerde handeling. Het EP was echter tegen een uitvoeringshandeling en wilde op dit punt niet bewegen.

Ik betreur dat er geen overeenstemming is bereikt en dat daarmee een aantal andere onderwerpen van de Novel Food verordening niet van kracht kunnen worden, ondanks dat over die punten wel overeenstemming was bereikt.

Denk aan bijvoorbeeld een gecentraliseerde risicobeoordeling door de EFSA, aan de etikettering van voedingsmiddelen die vervaardigd nanomateriaal bevatten, en ook de traditionele voedingsmiddelen uit derde landen als nieuwe categorie nieuwe voedingsmiddelen.

De Motie Ouwehand

Tijdens het Verslag Algemeen Overleg (VAO) Landbouwraad van 20 januari 2011 waarin het BNC-fiche over het standpunt van de EC over klonen van dieren ter discussie stond is de motie Ouwehand over klonen van dieren voor voedselproductie door uw Kamer aanvaard.

In de motie werd de regering verzocht zich in te zetten voor onder andere maatregelen die garanderen dat ook nakomelingen van klonen en de producten van deze dieren niet op de Europese markt komen.

Ik heb bij de behandeling van de motie aangegeven dat ik de intentie van deze motie deel, maar dat de weg om het klonen van dieren zoveel mogelijk tegen te gaan en, waar het kan, uit te bannen niet langs de weg van de motie kan worden uitgevoerd. Wel heb ik aangegeven dat ik op Europees niveau zal agenderen welke nieuwe mogelijkheden er zijn om het doel nader bij te brengen. Al tijdens het eerstvolgende Coreper na het overleg in de Tweede Kamer is in Brussel de wens van de Kamer aan de orde gesteld.

Het hierboven beschreven eindvoorstel van de Raad kwam, gelet op de politieke verhoudingen in de Raad, maximaal tegemoet aan de wensen van de motie.

Er zijn geen voedselveiligheidsredenen noch andere wetenschappelijk te onderbouwen redenen voor het opleggen van (eenzijdige) importrestricties voor klonen, de eerste generatie nakomelingen, alsook het reproductiemateriaal van klonen.

Het eenzijdig opleggen van importrestricties aan klonen, de eerste generatie nakomelingen (en producten hiervan), alsook het reproductiemateriaal van klonen aan landen is daarmee op basis van internationale handelsovereenkomsten (bijvoorbeeld WTO) in principe niet verdedigbaar.

Het door de Kamer gewenste doel, het onder andere tegengaan van import van klonen, nakomelingen van klonen en producten en reproductiemateriaal daarvan, is bovendien niet haalbaar omdat er geen volledig traceringsysteem aanwezig is in de landen die klonen produceren. En dat ontbreekt in het algemeen juist in die landen. Hierdoor is het naast juridisch ook feitelijk niet mogelijk die import vanuit die landen tegen te houden.

En het op vrijwillige basis beperken van de export vanuit die landen zal ook niet gebeuren.

Hoe verder

De herziening van de Novel Food Verordening is nu van tafel. De huidige Verordening voor Nieuwe Voedingsmiddelen blijft van kracht, en vormt de basis voor een markttoelating van voedingsmiddelen afkomstig van dieren die niet via traditionele technieken zijn gefokt.

De verwachting is dat de EC met een nieuw voorstel voor de Novel Food Verordening komt, alsmede een voorstel op het gebied van klonen van dieren.

Het kabinet zal er bij de EC op aandringen om zo spoedig mogelijk met nieuwe voorstellen te komen, inclusief een gevolgstudie te verrichten naar de modaliteiten van tracering van voedingsmiddelen afkomstig van de eerste generatie nakomelingen van klonen.

Een voorstel over klonen van dieren zal opnieuw veel discussie opleveren, zowel in de EU als daarbuiten. De discussie is weer geheel open. Besluitvorming zal dan ook naar verwachting enkele jaren in beslag nemen.

In die tussentijd wil het kabinet niet afwachten. Gelet op de maatschappelijke aandacht voor het klonen van dieren zal in de eerste plaats de maatschappelijke discussie m.b.t. het klonen van dieren de komende jaren worden verbreed.

Ik ben daar al mee begonnen. Onlangs heeft het Consumentenplatform zich hierover gebogen.

Daarnaast zal het kabinet via de daartoe geëigende kanalen (bilateraal, regionaal, multilateraal) inzetten op het starten van een dialoog met derde landen over alle aspecten verbonden aan kloontechnieken en (voedsel-) producten afkomstig van directe nakomelingen van klonen en hoe daar mee om te gaan, met inbegrip van tracering.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker


X Noot
1

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, artikel 290 en artikel 291, Publicatieblad Nr. 115 van 09/05/2008 blz. 0172–0173.

Naar boven