27 415
Wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Tariefwet 2001)

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Tariefwet 2001).

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

19 september 2000

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op de inwerkingtreding van de Wet inkomstenbelasting 2001 noodzakelijk is de voor het jaar 2001 geldende tarieven voor de loon- en inkomstenbelasting vast te stellen; dat het voorts wenselijk is maatregelen te nemen om de problematiek van de armoedeval te verminderen; en dat het met het oog op de verdere vergroening van het fiscale stelsel wenselijk is de tarieven van de milieubelastingen aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd.

A. In artikel 2.10 wordt de tarieftabel vervangen door:

Bij een belastbaar inkomen uit werk en woning
van meer dan maar niet meer danbedraagt de belasting het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare inkomen uit werk en woning dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat
IIIIIIIV
    –€ 14 870 (f  32 769)    – 2,85%
€ 14 870 (f  32 769)€ 27 009 (f  59 520)€  423 (f   933) 8,20%
€ 27 009 (f  59 520)€ 46 309 (f 102 052)€ 1 418 (f  3 126)42%
€ 46 309 (f 102 052)    –€ 9 524 (f 20 989)52%

B. Het in artikel 3.15, vijfde lid, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 1500 (f 3306).

C. Artikel 3.41, tweede lid, wordt vervangen door:

2. Bij een investeringsbedrag in een kalenderjaar van:

meer danmaar niet meer danbedraagt het percentage
    –€  1 800 (f  3 967) 0
€  1 800 (f  3 967)€  30 000 (f  66 111)24
€  30 000 (f  66 111)€  59 000 (f 130 019)21
€  59 000 (f 130 019)€  87 000 (f 191 723)19
€  87 000 (f 191 723)€ 116 000 (f 255 630)16
€ 116 000 (f 255 630)€ 145 000 (f 319 538)13
€ 145 000 (f 319 538)€ 174 000 (f 383 446)11
€ 174 000 (f 383 446)€ 203 000 (f 447 353) 8
€ 203 000 (f 447 353)€ 232 000 (f 511 261) 5
€ 232 000 (f 511 261)€ 261 000 (f 575 168) 3
€ 261 000 (f 575 168)    – 0

D. Artikel 3.42 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid wordt vervangen door:

3. Bij een bedrag aan energie-investeringen in een kalenderjaar van:

meer danmaar niet meer danbedraagt het percentage
    –€  1 800(f  3 967) 0
€  1 800 (f  3 967)€  30 000 (f  66 111)52,0
€  30 000 (f  66 111)€  59 000 (f 130 019)50,5
€  59 000 (f 130 019)€  87 000 (f 191 723)49,0
€  87 000 (f 191 723)€ 116 000 (f 255 630)47,5
€ 116 000 (f 255 630)€ 145 000 (f 319 538)46,0
€ 145 000 (f 319 538)€ 174 000 (f 383 446)44,5
€ 174 000 (f 383 446)€ 203 000 (f 447 353)43,0
€ 203 000 (f 447 353)€ 232 000 (f 511 261)41,5
€ 232 000 (f 511 261)    –40,0

2. Het in het vijfde lid opgenomen bedrag wordt telkens vervangen door: € 96 000 000 (f 211 556 160).

E. Het in artikel 3.47, eerste lid, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 1800 (f 3967).

F. Artikel 3.48 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het in het derde lid als eerste opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 120 000 (f 264 445). Het als tweede opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 29 000 (f 63 908).

2. Het in het vijfde lid opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 2 310 000 (f 5 090 570).

G. Het in artikel 3.68, eerste lid, onderdeel a, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 9871 (f 21 753).

H. Artikel 3.76 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt vervangen door:

2. Bij een winst

gelijk aan of meer danmaar minder danbedraagt de zelfstandigenaftrek
    –€ 11 745(f  25 883)€ 5 993 (f 13 207)
€ 11 745 (f  25 883)€ 13 625 (f  30 026)€ 5 570 (f 12 275)
€ 13 625 (f  30 026)€ 15 510 (f  34 180)€ 5 147 (f 11 342)
€ 15 510 (f  34 180)€ 44 425 (f  97 900)€ 4 584 (f 10 102)
€ 44 425 (f  97 900)€ 46 305 (f 102 043)€ 4 182 (f  9 216)
€ 46 305 (f 102 043)€ 48 190 (f 106 197)€ 3 738 (f  8 237)
€ 48 190 (f 106 197)€ 50 065 (f 110 329)€ 3 294 (f  7 259)
€ 50 065 (f 110 329)    –€ 2 893 (f  6 375)

2. Het in het derde lid opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 1774 (f 3909).

I. Artikel 3.77 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het in het eerste lid opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 4990 (f 10 997).

2. Het in het derde lid opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 5928 (f 13 064).

J. Artikel 3.87 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid wordt vervangen door:

3. Indien de belastingplichtige op ten minste vier dagen per week naar dezelfde plaats van werkzaamheden pleegt te reizen, bedraagt de reisaftrek:

bij een reisafstand per openbaar vervoer
van meer danmaar niet meer danop jaarbasis
10 km    –
10 km15 km€   351 (f   774)
15 km20 km€   470 (f 1 036)
20 km30 km€   791 (f 1 743)
30 km40 km€   981 (f 2 162)
40 km50 km€ 1 283 (f 2 827)
50 km60 km€ 1 426 (f 3 142)
60 km70 km€ 1 582 (f 3 486)
70 km80 km€ 1 637 (f 3 607)
80 km€ 1 659 (f 3 656)

2. Het in het vierde lid, onderdeel b, als eerste opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 0,18 (f 0,40). Het als tweede opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 1659 (f 3656).

3. Het in het vijfde lid opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 1659 (f 3656).

4. Het in het zevende lid opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 1659 (f 3656).

K. Het in artikel 3.97, tweede lid, onderdeel a, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 3399 (f 7490).

L. Het in artikel 3.114, eerste lid, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 3399 (f 7490).

M. Artikel 3.118 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het in het eerste lid, aanhef, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 125 500 (f 276 566).

2. Het in het eerste lid, laatste volzin, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 28 500 (f 62 806).

3. Het in het zesde lid opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 125 500 (f 276 566).

N. Artikel 3.125 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het in het eerste lid, onderdeel c, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 57 064 (f 125 753).

2. Het in het eerste lid, onderdeel d, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 17 121 (f 37 730).

O. Artikel 3.127 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het in het eerste lid opgenomen bedrag wordt telkens vervangen door: € 1036 (f 2283).

2. In het derde lid wordt het in de tweede volzin en het in de derde volzin als eerste opgenomen bedrag telkens vervangen door: € 5708 (f 12 579). Het in de derde volzin als laatste opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 11 276 (f 24 849).

3. Het in het vierde lid als eerste opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 9896 (f 21 808). Het als tweede opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 132 771 (f 292 589).

P. Artikel 3.129 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het in het tweede lid, onderdeel a, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 362 105 (f 797 974).

2. Het in het tweede lid, onderdeel b, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 181 055 (f 398 993).

3. Het in het tweede lid, onderdeel c, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 90 531 (f 199 504).

Q. Het in artikel 3.141, eerste lid, onderdeel a, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 3937 (f 8676).

R. Het in artikel 3.143, eerste lid, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 8800 (f 19 393).

S. Artikel 5.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het in het eerste lid opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 17 600 (f 38 785).

2. Het in het tweede lid opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 35 200 (f 77 571).

3. Het in het derde lid als eerste opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 17 600 (f 38 785). Het als tweede opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 35 200 (f 77 571). Het als derde opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 2349 (f 5177).

T. Artikel 5.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het in het eerste lid, onderdeel b, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 232 944 (f 513 341).

2. De laatste volzin en de tabel van het eerste lid worden vervangen door:

Bij een inkomen uit werk en woning vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek van:

meer danmaar niet meer danbedraagt de ouderentoeslag 50% van de saldogrondslag, doch ten hoogste
    –€ 11 906 (f 26 237)€ 23 296 (f 51 338)
€ 11 906 (f 26 237)€ 16 565 (f 36 504)€ 11 648 (f 25 669)
€ 16 565 (f 36 504)    –nihil

U. Het in artikel 5.10, onderdeel a, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 5708 (f 12 579).

V. Het in artikel 6.18, derde lid, onderdeel a, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 0,16 (f 0,35).

W. Het in artikel 6.20, tweede lid, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 708 (f 1560).

X. Het in artikel 6.21, tweede lid, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 708 (f 1560).

Y. Het in artikel 6.22, tweede lid, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 708 (f 1560).

Z. Het in artikel 6.36 opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 0,16 (f 0,35).

AA. Het in artikel 8.10, tweede lid, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 1576 (f 3473).

AB. Artikel 8.11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid, tweede volzin, wordt vervangen door: De arbeidskorting bedraagt de som van:

a. 1,748% van de arbeidskortingsgrondslag met een maximum van € 129 (f 284); en

b. 10,732% van de arbeidskortingsgrondslag voorzover die meer bedraagt dan € 7371 (f 16 244).

2. Het in het tweede lid, derde volzin, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 920 (f 2027).

AC. Artikel 8.12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het in het eerste lid, onderdeel b, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 54 501 (f 120 104).

2. Het in het tweede lid opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 38 (f 84).

AD. Artikel 8.13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het in het eerste lid, onderdeel b, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 27 251 (f 60 053).

2. Het in het tweede lid opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 38 (f 84).

AE. Artikel 8.14 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het in het eerste lid, onderdeel a, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 3938 (f 8678).

2. Het in het tweede lid opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 103 (f 227).

AF. Het in artikel 8.15, tweede lid, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 1261 (f 2779).

AG. Het in artikel 8.16, tweede lid, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 1261 (f 2779).

AH. Artikel 8.17 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het in het eerste lid opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 27 704 (f 61 052).

2. Het in het tweede lid opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 236 (f 520).

AI. Het in artikel 8.18, tweede lid, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 248 (f 547).

AJ. Het in artikel 9.2, tweede lid, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 208 (f 458).

AK. Het in artikel 9.4, eerste lid, onderdeel a, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 196 (f 432).

ARTIKEL II

De Wet op de loonbelasting 1964 wordt als volgt gewijzigd:

A. Het in artikel 11, derde lid, als eerste opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 241 (f 531). Het als tweede opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 361 (f 796). Het als derde opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 481 (f 1060).

B. Het in artikel 16c, tweede lid, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 8800 (f 19 393).

C. In artikel 20a, eerste lid, wordt de tarieftabel vervangen door:

Bij een belastbaar loon van
van meer danmaar niet meer danbedraagt de belasting het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare inkomen uit werk en woning dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat
IIIIIIIV
    –€ 14 870 (f  32 769) 2,85%
€ 14 870 (f  32 769)€ 27 009 (f  59 520)€   423 (f   933) 8,20%
€ 27 009 (f  59 520)€ 46 309 (f 102 052)€ 1 418 (f  3 126)42%
€ 46 309 (f 102 052)    –€ 9 524 (f 20 989)52%

D. Het in artikel 22, tweede lid, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 1576 (f 3473).

E. Artikel 22a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid, eerste volzin, onderdelen a en b, wordt vervangen door:

a. 1,748% van dat loon met een maximum van € 129 (f 284); en

b. 10,732% van dat loon voorzover dit bij een tijdvakloon op jaarbasis meer is dan € 7371 (f 16 244).

2. Het in het tweede lid, tweede volzin, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 920 (f 2027).

F. Artikel 22b wordt als volgt gewijzigd:

1. Het in het eerste lid opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 27 677 (f 60 992).

2. Het in het tweede lid opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 236 (f 520).

G. Het in artikel 22c, tweede lid, opgenomen bedrag wordt vervangen door: € 248 (f 547).

ARTIKEL III

De Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekering wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a vervalt «en doorstroomafdrachtvermindering».

2. In het tweede lid vervalt «en doorstroomafdrachtvermindering».

B. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt onderdeel b. De onderdelen c en d worden verletterd in onderscheidenlijk b en c.

2. In het zesde lid vervalt telkens «of doorstroomafdrachtvermindering».

C. Het opschrift van hoofdstuk III wordt vervangen door: Afdrachtvermindering lage lonen.

D. Artikel 7a vervalt.

E. Het in artikel 15a, eerste lid, als eerste opgenomen bedrag wordt vervangen door: f 63 908. Het als tweede opgenomen bedrag wordt vervangen door: f 264 445.

F. Het in artikel 16, eerste lid, opgenomen bedrag wordt vervangen door: f 19 393.

G. Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt «7a,».

2. In het derde lid vervalt «7a».

ARTIKEL IV

De Coördinatiewet Sociale Verzekering wordt als volgt gewijzigd.

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het in het eerste lid, onderdeel o, opgenomen bedrag wordt vervangen door: f 19 393.

2. Het in het tiende lid als eerste opgenomen bedrag wordt vervangen door: f 531. Het als tweede opgenomen bedrag wordt vervangen door: f 796. Het als derde opgenomen bedrag wordt vervangen door: f 1060.

ARTIKEL V

1. De accijns voor sigaretten wordt met ingang van 1 januari 2001 zodanig verhoogd dat de totale accijns voor de meest gevraagde prijsklasse sigaretten f 6,84 per 1000 stuks hoger zal liggen dan het accijnsbedrag voor deze prijsklasse op 31 december 2000. Indien met ingang van 1 januari 2001 het aldus berekende accijnsbedrag lager is dan het bedrag dat overeenkomt met 57 percent van de kleinhandelsprijs van de meest gevraagde prijsklasse sigaretten, berekend per 1000 stuks, geldt het laatstbedoelde bedrag.

2. De accijns van rooktabak wordt met ingang van 1 januari 2001 zodanig verhoogd dat de totale accijns voor de meest gevraagde prijsklasse rooktabak f 3,42 per kilogram hoger zal liggen dan het accijnsbedrag voor deze prijsklasse op 31 december 2000.

3. Bij ministeriële regeling worden met ingang van 1 januari 2001 de tarieven van de accijns, bedoeld in artikel 35, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet op de accijns aangepast. De aanpassing geschiedt zodanig dat voor sigaretten en rooktabak van de meest gevraagde prijsklasse het specifieke gedeelte van de accijns 50% bedraagt van de som van de totale accijns en de omzetbelasting. Daarbij dient het bedrag van de totale accijns gelijk te blijven aan het bedrag van de totale accijns dat na de verhoging van de accijns verschuldigd zou zijn zonder de aanpassing. Bij de aanpassing vindt afronding plaats van het specifieke gedeelte van de accijns op een veelvoud van vijf centen en van het procentuele gedeelte van de accijns op honderdsten van een percent.

ARTIKEL VI

De Wet belastingen op milieugrondslag wordt als volgt gewijzigd:

A. in artikel 1 vervalt onderdeele en wordt onderdeel f verletterd in e.

B. Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9

1. Het tarief bedraagt per kubieke meter onttrokken grondwater f 0,3594.

2. In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief nihil voor onttrekkingen door middel van een inrichting waarbij grondwater wordt onttrokken en vervolgens in een gesloten systeem weer volledig wordt teruggevoerd in hetzelfde watervoerende pakket als waaraan het is onttrokken, in overeenstemming met de voorwaarden welke daartoe zijn gesteld in de vergunning die voor het onttrekken en terugvoeren van water is verleend ingevolge de Grondwaterwet.

3. In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief voor onttrekkingen met behulp van een OEDI per kubieke meter onttrokken grondwater f 0,1163 voor zover de in een jaar onttrokken hoeveelheid grondwater de in dat jaar geïnfiltreerde hoeveelheid water niet overschrijdt, met dien verstande dat in dat geval de onttrekking door middel van een oevergrondwaterwinning en de infiltratie niet in aanmerking worden genomen.

C. Artikel 10 komt te luiden:

Artikel 10

De in artikel 6, tweede lid, bedoelde vermindering bedraagt per kubieke meter geïnfiltreerd water f 0,3012.

D. In Hoofdstuk IV wordt het opschrift van afdeling 4 vervangen door: Tarief.

E. Na afdeling 4 wordt een nieuwe afdeling ingevoegd, luidende:

AFDELING 4A. VRIJSTELLINGEN

Artikel 27a

1. Vrijstelling van de belasting wordt verleend ter zake van de aflevering of het gebruik van brandstoffen als bedoeld in artikel 21, eerste lid, onderdelen f tot en met h, die worden gebruikt als brandstof voor het opwekken van elektriciteit of als brandstof voor een installatie voor warmtekrachtkoppeling als bedoeld in artikel 36a, eerste lid, onderdeel g.

2. Bij op voordracht van Onze Minister vast te stellen algemene maatregel van bestuur worden voorwaarden en beperkingen gesteld waaronder de vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, wordt verleend.

3. Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit artikel.

F. Artikel 28a wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede, derde en vierde lid in vierde, vijfde lid en zesde lid, wordt na het eerste lid ingevoegd:

2. Op verzoek wordt teruggaaf van de belasting verleend met betrekking tot brandstoffen als bedoeld in artikel 21, eerste lid, die worden gebruikt als brandstof voor het opwekken van elektriciteit of als brandstof voor een installatie voor warmtekrachtkoppeling als bedoeld in artikel 36a, eerste lid, onderdeel g.

3. Bij op voordracht van Onze Minister vast te stellen algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld voor de toepassing van de in het tweede lid bedoelde regeling, indien voor een installatie voor warmtekrachtkoppeling een andere brandstof wordt gebruikt dan aardgas.

2. In het tot vierde lid vernummerde tweede lid wordt «bedoeld in het eerste lid» vervangen door: bedoeld in het eerste en tweede lid.

3. In het tot vijfde lid vernummerde derde lid wordt «bedoeld in het eerste lid» vervangen door: bedoeld in het eerste en tweede lid.

G. Hoofdstuk V vervalt.

H. Artikel 36i wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «f 174,30» vervangen door: f 278,75.

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «f 175,60» vervangen door: f 281,10.

3. In het eerste lid, onderdeel c, wordt «f 207,80» vervangen door: f 332,50.

4. In het eerste lid, onderdeel d, worden «f 0,2082», «f 0,1144» en «f 0,0154» vervangen door onderscheidenlijk «f 0,2650», «f 0,1238» en «f 0,0230».

5. In het eerste lid, onderdeel e, worden «f «0,0820», f 0,0354» en «f 0,0048» vervangen door onderscheidenlijk: f 0,1285, f 0,0427 en f 0,0131.

6. In het derde lid wordt «f 0,6623, f 0,6672 en f 0,7896» vervangen door: f 1,1708, f 1,1806 en f 1,3965.

7. In het vierde lid wordt «f 0,0008 in plaats van f 0,2082, f 0,0004 in plaats van f 0,1144 en f 0,00006 in plaats van f 0,0154» vervangen door: f 0,0010 in plaats van f 0,2650, f 0,0005 in plaats van f 0,1238 en f 0,00009 in plaats van f 0,0230.

8. In het zevende lid wordt «f 0,2082» vervangen door: f 0,2650.

I. In Hoofdstuk Va wordt het opschrift van afdeling 5 vervangen door: Belastingvermindering en vrijstellingen.

J. Artikel 36j wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Op de ter zake van de levering van aardgas en elektriciteit, bedoeld in artikel 36c, tweede en derde lid, verschuldigde belasting wordt een vermindering toegepast. De vermindering bedraagt f 312 per verbruiksperiode van 12 maanden per elektriciteitsaansluiting. Indien het bedrag van de over deze verbruiksperiode verschuldigde belasting lager is dan het bedrag van de vermindering, wordt het verschil aan de verbruiker terugbetaald.

2. In het derde lid wordt »worden de in het eerste lid genoemde hoeveelheidsgrenzen» vervangen door: wordt het in het eerste lid genoemde bedrag.

3. Het vijfde lid komt te luiden:

5. De in het eerste lid bedoelde vermindering van belasting is niet van toepassing met betrekking tot zaken, al dan niet als onroerende zaak aangemerkt, die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken welke kunnen dienen als woning of ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf of beroep of anderszins een verblijfsfunctie hebben.

K. In artikel 37a wordt «9, onderdelen a, b en c, 10, onderdelen a en b» vervangen door: 9, eerste en derde lid, 10. Voorts vervalt: , 35.

ARTIKEL VII

1. Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.

2. De artikelen 10.1, 10.6 en 10.7 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en artikel 11, vierde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 zijn niet van toepassing bij het begin van het kalenderjaar 2001.

3. Artikel VI, onderdelen B, C en H, vinden toepassing nadat artikel 37a van de Wet belastingen op milieugrondslag bij het begin van het kalenderjaar 2001 is toegepast, met dien verstande dat per 1 januari 2001 de aanpassing op grond van artikel 37a van de Wet belastingen op milieugrondslag van de in de artikelen 9, eerste en derde lid, 10, en 36i, eerste lid, onderdelen a tot en met e, en zevende lid, van die wet vermelde bedragen, geen toepassing vindt.

ARTIKEL VIII

1. Ter zake van het bij het ingaan van 1 januari 2001 voorhanden hebben in een opslagplaats van halfzware olie, gasolie of vloeibaar gemaakt petroleumgas als bedoeld in artikel 36b, onderdelen a, b en c, van de Wet belastingen op milieugrondslag, wordt regulerende energiebelasting geheven, die voor halfzware olie en gasolie per 1000 L bij een temperatuur van 15° C gelijk is aan f 104,45 respectievelijk f 105,50 en voor vloeibaar gemaakt petroleumgas per 1000 kg gelijk is aan f 124,70.

Onder het voorhanden hebben wordt mede begrepen het vervoer naar een opslagplaats.

2. Aan de regulerende energiebelasting, bedoeld in het eerste lid, zijn niet onderworpen halfzware olie, gasolie en vloeibaar gemaakt petroleumgas:

a. waarvoor het tijdstip waarop de regulerende energiebelasting, bedoeld in artikel 36i, onderdelen a, b en c, verschuldigd wordt, is gelegen op of na het in het eerste lid bedoelde tijdstip;

b. waarvoor een vrijstelling van accijns geldt.

3. Onder opslagplaats wordt verstaan elk gebouw of terrein waar minerale oliën als bedoeld in het eerste lid voor commerciële doeleinden voorhanden zijn. Opslagplaatsen in gebruik bij een zelfde persoon worden te zamen als één opslagplaats beschouwd.

4. De regulerende energiebelasting, bedoeld in het eerste lid, wordt geheven van de eigenaar van de in een opslagplaats voorhanden minerale oliën en moet op aangifte worden voldaan.

5. In afwijking van artikel 10, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, wordt uiterlijk de vijfde werkdag na de in het eerste lid genoemde datum aangifte gedaan van de hoeveelheden van de aan de regulerende energiebelasting, bedoeld in het eerste lid, onderworpen onderscheiden minerale oliën.

6. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de aangifte.

7. De heffing van de regulerende energiebelasting, bedoeld in het eerste lid, blijft achterwege indien de te heffen belasting niet meer bedraagt dan f 200.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Financiën,

De Staatssecretaris van Financiën,

Naar boven