27 411
Emancipatiebeleid 2001

nr. 14
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 27 april 2001

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 en de vaste commissie voor Economische Zaken2 hebben op 11 april 2001 overleg gevoerd met staatssecretaris Verstand van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en minister Jorritsma-Lebbink van Economische Zaken over:

– de Voortgangsrapportage 2000 Actieplan emancipatietaakstellingen ministerie van Economische Zaken 1998–2000 (SOZA-00-534).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

De heer Weekers (VVD) is teleurgesteld in de voortgang die het ministerie van Economische Zaken (EZ) boekt op het terrein van de taakstellingen en bij het opstellen van concrete en meetbare doelstellingen. Hij is des te meer teleurgesteld, omdat de krapte op de arbeidsmarkt de grootste belemmerende factor is voor de groei van de economie. Juist de minister van EZ moet ervoor zorgen dat het arbeidspotentieel van vrouwen aanzienlijk stijgt, ook om de emancipatie een flinke impuls te geven. Hij mist daarom taakstellingen die op dit thema zijn gericht.

Hij mist verder een concrete taakstelling voor een krachtig stimuleringsbeleid voor vrouwelijk ondernemerschap. Het aantal vrouwelijke ondernemers is in de afgelopen jaren fors gestegen, maar de ambities kunnen nog verder worden opgeschroefd.

In de voortgangsrapportage worden drie taakstellingen genoemd. In de eerste plaats vermindering van het tekort aan arbeidskrachten in de bèta- en technische sector onder andere door het aanspreken van het nog niet benutte potentieel onder vrouwen. De minister heeft hiervoor de stichting Axis ingeschakeld. De projecten van Axis hebben echter veel vertraging opgeleverd en het is niet duidelijk welke resultaten tot nu toe zijn geboekt. Wil de minister hierop ingaan? Acht zij het mogelijk en wenselijk over deze taakstelling en de werkzaamheden van Axis een tussenrapportage uit te brengen?

De tweede taakstelling is gericht op de ontwikkeling van bereikbaarheidsscenario's. Afgelopen zomer is een interdepartementaal beleidsonderzoek hiernaar afgerond, maar dit wordt pas in 2002 gevolgd door een plan van aanpak. De heer Weekers vindt dit verbazingwekkend en roept de minister op, actie te ondernemen. In de taakstellingen wordt wel iets gezegd over afstemming van arbeidstijden, maar uit het meerjarenprogramma blijkt dat dit pas in 2003 zal worden aangepakt, terwijl de noodzaak daartoe nu al zo groot is.

De derde taakstelling heeft betrekking op vrouwen in besluitvorming en in hogere managementfuncties Wil de minister de Kamer informeren over de voortgang en de effectiviteit van Opportunity in bedrijf? Wil de minister deze taakstelling met kracht aanpakken? Er is een taskforce in het leven geroepen voor onderzoek naar en stimulering en monitoring van vrouwen in mannenberoepen. Als zij een dergelijke actie kan ondernemen voor het middenkader, moet zij dit ook kunnen doen voor het hogere kader. Met haar functie als vice-premier op een belangrijk ministerie geeft zij zelf het goede voorbeeld. Die kans moet zij uitbuiten.

Mevrouw Bussemaker (PvdA) herinnert eraan dat in het regeerakkoord is afgesproken dat ieder ministerie drie taakstellingen formuleert op het terrein van emancipatiezaken die concreet en meetbaar moeten zijn en in deze periode moeten worden uitgevoerd. Zij is teleurgesteld dat de minister van EZ niet vooroploopt bij de uitvoering van deze afspraken. Geen enkele taakstelling is concreet en meetbaar geformuleerd. Daarom kan aan het einde van de periode niet worden vastgesteld of het ministerie zich aan dit onderdeel van het regeerakkoord heeft gehouden. Wil de minister op de taakstellingen en doelstellingen daarvan ingaan? Is zij van mening dat er ook op haar ministerie meer en meer concreet moet gebeuren?

In de voortgangsrapportage wordt gemeld dat er «momenteel», dat wil zeggen vorig jaar, een bezinning plaatsvindt op het te voeren emancipatiebeleid. Met de emancipatietaakstellingen zal daarbij worden aangesloten. Wat heeft die bezinning ingehouden en opgeleverd?

Het Axis-programma ondersteunt initiatieven die de animo voor technische opleidingen moeten stimuleren. In dit kader zijn verschillende projecten gestart die zijn gericht op meisjes en vrouwen. Hoe kan ervoor worden gezorgd dat de kennis die hierbij wordt opgedaan, wordt geïntegreerd in het algemene programma? Hoe zit het bijvoorbeeld met de ontwikkeling van educatieve software die vaak door mannelijke programmeurs wordt gemaakt? Wordt eraan gewerkt om die software ook voor meisjes aantrekkelijk te maken? Is er ook in andere zin al iets te zeggen over de uitkomst van deze projecten?

Het ministerie van EZ werkt aan een onderzoeksproject dat moet leiden tot een handboek voor bedrijven die willen experimenteren met bereikbaarheid. Zijn hiervan al resultaten bekend? Welke concrete doelstellingen worden hieraan verbonden voor deze kabinetsperiode?

In het emancipatiebeleidsplan worden ambitieuze doelstellingen geformuleerd over toename van vrouwen in de besluitvorming. Zo moet het aantal vrouwen in topfuncties, de raden van bestuur en raden van commissarissen in 2004 zijn verdubbeld met een verdere groei van 2% per jaar. Mevrouw Bussemaker is het hiermee eens, maar vindt het te vrijblijvend dat de regering stelt dat bedrijven zelf streefcijfers moeten opstellen en maatregelen moeten nemen om hun doelen te halen. De overheid moet meer initiatieven neemt. Zo kan worden gedacht aan contract compliance of aan het openbaar maken van de voortgang die wordt geboekt bij het doorbreken van het glazen plafond, bijvoorbeeld in jaarverslagen. Verder zou een concrete relatie kunnen worden gelegd met maatschappelijk verantwoord ondernemen waarvan de positie van vrouwen toch een onderdeel is.

Het is een goed streven dat het thema glazen plafond wordt geagendeerd voor het voorjaarsoverleg. Is de minister bereid de Kamer te informeren over de vorderingen en de concrete inzet van de regering? Stelt zij in dit verband bijvoorbeeld ook de ongelijke beloning aan de orde?

Tot slot vraagt mevrouw Bussemaker in hoeverre er ook op het terrein van etniciteit beleid wordt ontwikkeld. Misschien kan de minister bedrijven stimuleren een diversiteitbeleid te voeren door bijvoorbeeld een prijs uit te reiken aan een bedrijf dat zich inzet voor de instroom en doorstroom van vrouwen, maar liefst ook nog van andere groepen.

Ook mevrouw Visser-van Doorn (CDA) is teleurgesteld over de inspanningen van het ministerie van EZ. Zij is verder teleurgesteld over de verslaglegging. In de begroting voor 2001 en in het jaarverslag van 1999 is niets terug te vinden over dit onderwerp. Het is goede reclame dat dit ministerie wordt geleid door een vrouw, maar dat is niet genoeg. Het heeft zich namelijk gecommitteerd aan een aantal taakstellingen die vragen om een daadkrachtige impuls voor de uitvoering.

De aankondiging van een handelsmissie die louter uit vrouwen zal bestaan, is een aardig initiatief, maar het reisdoel en de opdracht zijn nog niet bekend. Dat is alleen goed voor de publiciteit.

Hoe is de stand van zaken van de drie taakstellingen? Wat vindt de minister van de taakstellingen als instrument om emancipatie bevorderen? Wil zij ingaan op de vraag of haar ministerie na het formuleren van de taakstellingen nog andere activiteiten op het gebied van emancipatie heeft ondernomen? Wil zij ingaan op het project Vrouw en techniek?

Mevrouw Visser is verder benieuwd naar de inschakeling van Toplink en Opportunity. Wordt er ook aandacht besteed aan emancipatie bij het ontwikkelen van het economische beleid?

Antwoord van de regering

De minister meent dat de aandacht te veel uitgaat naar de vervulling van topposities door vrouwen, terwijl het daarvan pas kan komen als er aan de basis voldoende vrouwen werken. Helaas werken de meeste vrouwen om verschillende redenen te kort. Dit is vooral het gevolg van de heersende cultuur. Het is een illusie te verwachten dat een vrouw die 12 uur per week werkt, directeur kan worden. Daarom moet nog veel werk worden verzet. Het moet duidelijk zijn dat het bereiken van een toppositie ook offers vraagt. Zij beaamt dat mannen ook bereid moeten zijn om minder te gaan werken en hun aandeel te nemen in de zorgtaken. Overigens werken bij de overheid sommige mannen op topfuncties inmiddels minder dan een volle werkweek, maar ook dan is er toch een zekere ondergrens.

De voortgangsrapportage is bijna een jaar oud en zeer binnenkort zal een nieuwe rapportage verschijnen over de voortgang van de drie genoemde taakstellingen.

Het project van Axis verloopt goed, maar dit betekent nog niet dat meisjes nu al op grote schaal deelnemen aan technische opleidingen. Overigens geldt hetzelfde helaas ook voor jongens, maar de afname van de instroom van meisjes is minder groot dan die van jongens en dat is winst. Dit wordt mede veroorzaakt door de verbreding van de opleidingen. Zeker in hogere opleidingen wordt de interesse van meisjes gewekt als de typisch theoretische benadering wordt aangevuld met maatschappelijke onderwerpen. Overigens vinden ook veel jongens dit interessant. Vrouwen en meisjes zijn een expliciet aandachtspunt in het project van Axis, maar nog meer accent op vrouwen en meisjes zal het project niet ten goede komen. Jonge vrouwen willen niet worden beoordeeld op hun vrouwzijn, maar op hun kwaliteiten. Een generiek project waarin het onderwijs op een slimme manier aantrekkelijker wordt gemaakt, heeft meer effect. Overigens is Axis zelfstandig.

Het bereikbaarheidsscenario is een langlopend en taai traject. Het eerste onderzoek is bijna afgerond. Daarna zal een beslissing worden genomen over het vervolg. De bedoeling is om vast te stellen of de nieuwe informatie- en communicatietechnologie, telewerken, teleshoppen en videoconferencing en televergaderen handvatten bieden om de combinatie arbeid en zorg te vergemakkelijken. Het project heeft nogal wat vertraging opgelopen. Het ministerie van EZ zou een bijdrage leveren op het terrein van ICT en energie. Het ICT-onderzoek is nu bijna afgerond. De voorbereidingen van het onderdeel energie heeft problemen opgeleverd en zijn nog niet klaar. Dit is mede het gevolg van interne personeelsproblemen. Overigens is op het ministerie van Verkeer en Waterstaat eerder gebleken dat telewerken niet zo interessant is voor vrouwen. In de eerste plaats, omdat mensen de behoefte voelen in een sociale omgeving te werken. In de tweede plaats, omdat het werk dat thuis kan worden gedaan, over het algemeen grote concentratie en aandacht vraagt. Dat is dus moeilijk te combineren met zorg. Nog steeds lijkt goede kinderopvang de belangrijkste oplossing.

Vorig jaar is een congres georganiseerd om het vrouwelijk ondernemerschap extra in de schijnwerpers te zetten. Dit was een groot succes. Er is onderzoek gaande naar de verschillen in groei tussen bedrijven van mannen en van vrouwen. Het aantal vrouwelijke starters is op dit moment 32% van het totaal, maar vrouwelijke ondernemers groeien minder snel en minder vaak door. Dit wordt vooral veroorzaakt door het feit dat vrouwen minder de ambitie hebben om door te groeien. De minister voegt hieraan toe dat vrouwen soms te bescheiden zijn. Ook vrouwelijke ondernemers zullen meer tijd moeten investeren in hun werk.

De handelsmissie van vrouwelijke ondernemers zal van 10 tot 12 september een bezoek brengen aan Berlijn. Er is lang gewacht met het noemen van het reisdoel, omdat eerst moest vaststaan wie aan de missie zullen deelnemen. De meeste vrouwelijke ondernemers hebben de stap over de grens nog niet gezet en zij die dit wel hebben gedaan, kiezen vaak voor het dichtstbijzijnde buitenland. De keuze voor Duitsland brengt met zich mee dat vrouwen kunnen deelnemen die al opereren in Duitsland, maar ook vrouwen die de stap over de grens nog moeten zetten en juist van elkaar willen leren. Het bezoek moet zakelijk en kwalitatief hoogwaardig zijn.

Het doel van deze missie is niet anders dan dat van andere handelsmissies, namelijk bevorderen dat de deelnemers handel kunnen drijven in het te bezoeken land. Het nevendoel van deze missie is een poging een netwerk tot stand te brengen zodat vrouwen eerder geneigd zullen zijn deel te nemen aan andere handelsmissies.

Het voortrekkersnetwerk gaat binnenkort van start. Het is opgezet om het belang van vrouwen op topposities in het bedrijfsleven te benadrukken. De deelnemers, mannen en vrouwen, gaan enthousiast aan het werk, omdat zij de indruk hebben dat het zelfs in hun eigen arbeidsorganisatie erg moeilijk is om ook vrouwen op de goede plaatsen te krijgen. De minister onderstreept de gedachte om een prijs in te stellen, omdat de ervaring leert dat dit stimulerend kan werken. Zij zegt toe hierover na te denken.

Zij voelt echter niets voor contract compliance en een verplichting tot vermelding in jaarverslagen. Dit werkt waarschijnlijk contrair. Zij tempert de verwachting over de snelheid waarmee resultaten kunnen worden geboekt. Een vrouw die over voldoende kwaliteiten beschikt, is vaak niet bereid een functie op hoog niveau te aanvaarden. Daarom is het zo belangrijk dat de basis breder wordt.

De minister merkt vervolgens op dat ook met niet-specifiek beleid goede resultaten voor vrouwen worden geboekt. Dit geldt onder meer voor de arbeidsraden in het kader waarvan analyses zijn opgesteld van sectoren met grote spanning op de arbeidsmarkt. Het doel is knelpunten te inventariseren en daarvoor onconventionele oplossingen te zoeken. In veel branches komt de gedachte niet eens op om vrouwen in te schakelen, terwijl zij een belangrijk deel vormen van de stille reserves. In de arbeidsraden wordt die mogelijkheid aangesneden.

Er is speciaal beleid gericht op etnisch ondernemerschap en daarbinnen weer beleid speciaal gericht op vrouwelijke ondernemers. Ook hier geldt weer dat vrouwen minder snel doorgroeien.

De subsidie voor Opportunity in bedrijf is met drie jaar verlengd. Daarna moet Opportunity zelfstandig verder gaan.

In de door het EIM uitgevoerde ondernemerschapsmonitor van oktober 2000 zijn een aantal vragen gesteld over vrouwen in besturen. De uitkomsten zijn opmerkelijk: vrouwen worden bijna even vaak gevraagd voor bestuursfuncties als mannen, maar zij zeggen veel vaker nee. Van de mannen weigert 58% tegen 73% van de vrouwen. Dit is op zich begrijpelijk, maar daardoor niet minder lastig.

De staatssecretaris wijst erop dat het plan van aanpak ongelijke betaling binnenkort verschijnt.

Het is de bedoeling dat op basis van een aantal huidige activiteiten een structureel plan van aanpak wordt opgesteld voor het bereikbaarheidsscenario. Dit zal in 2002 beschikbaar zijn. Op basis van de aanbevelingen uit het onderzoek dat de Kamer vorig jaar heeft ontvangen, is een aantal pilots gestart. Daarnaast worden symposia en expert meetings georganiseerd, gericht op gemeenten, projectontwikkelaars en architecten. Daarvoor is erg veel belangstelling. Een van de aanbevelingen was dat wordt gestreefd naar integratie van onderwijs, opvang, flexibele werkplekken en dergelijke. Daartoe is de commissie Dagarrangementen ouders en kinderen ingesteld. Alles wat er op dit moment gebeurt op de verschillende ministeries, zal volgend jaar neerslaan in het plan van aanpak bereikbaarheidsscenario.

Nadere gedachtewisseling

Mevrouw Visser-van Doorn (CDA) vindt het kwalijk dat niet uit de stukken blijkt dat er wél veel gebeurt op het ministerie. Wellicht kan de verslaglegging op een beter moment verschijnen.

Mevrouw Bussemaker (PvdA) hoopt dat in de nieuwe voortgangsrapportage de nu toegelichte plannen concreter en meetbaarder worden weergegeven.

Wordt er tussen de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en EZ gesproken over de mogelijkheid om sectorspecifiek vast te stellen waar zich stille reserves bevinden en vrouwen met in ieder geval de juiste uitgangspositie voor de arbeidsmarkt?

Bedrijven die een goed personeelsbeleid voeren en rekening houden met de wensen van werknemers, trekken vaak veel personeel aan. Een voorbeeld hiervan is Pink Elephant, een bedrijf dat altijd wordt genoemd als wordt gesproken over vrouwen in de ICT. Hoe kunnen die best practices naar andere bedrijven worden overgebracht?

Mevrouw Bussemaker suggereert dat de gender checklist voor mainstreaming als voorbeeld kan dienen voor andere ministeries. Zij hoopt dat dit op langere termijn ook effect heeft en vraagt om meer informatie.

Zij dringt erop aan dat in de MDW (marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit) persoonlijke dienstverlening nadrukkelijk aandacht wordt besteed aan de cao, zoals in het kabinetsstandpunt emancipatiebeleid is opgenomen. Zij heeft absoluut geen behoefte aan een nieuwe categorie alfahulpen. Hopelijk gaat de MDW-werkgroep in zijn rapportage in op de wenselijkheid van goede arbeidscontracten en een eventuele cao.

De heer Weekers (VVD) zegt dat de minister zijn aanvankelijke teleurstelling over het beleid heeft weggenomen. In de volgende voortgangsrapportage moeten de doelstellingen wel meer concreet en meetbaar worden geformuleerd. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor de meer algemenere operatie van het VBTB-project en de www-vragen, wat willen wij bereiken, wat mag het kosten en wat gaan wij daarvoor doen. Die vragen moeten ook op alle terreinen van emancipatie worden gesteld.

Hoe effectief wordt de bijdrage van de overheid aan Opportunity in bedrijf besteed?

ICT is natuurlijk niet dé oplossing voor de combinatie arbeid en zorg, die moet vooral worden gezocht in de kinderopvang. ICT kan echter wel voor flexibeler arbeidstijden zorgen door een andere dagindeling.

Het kabinet wil dat persoonlijke dienstverlening een volwaardige bedrijfstak wordt. Die ontwikkeling mag niet worden geremd door het keurslijf van een cao.

De staatssecretaris merkt op dat in het kader van het hoofdstuk Dagindeling van het Meerjarenbeleidsplan emancipatie ook andere vormen van uitbesteding dan kinderopvang worden gestimuleerd. De persoonlijke dienstverlening is in Nederland een onderontwikkelde bedrijfstak die een flinke stimulans verdient. Het is nog niet zover dat al wordt gesproken over cao's.

De minister wijst erop dat de MDW dienstverlening eerder duidt op deregulering dan op verdere regulering. Het kabinet zal een standpunt formuleren nadat de werkgroep verslag heeft uitgebracht. Zij voegt hieraan toe dat zij in sommige cao's dienstverlening onwenselijke zaken heeft gezien. De opleidingseisen worden al snel veel te ver opgeschroefd. Daardoor wordt de dienstverlening duur en onaantrekkelijk voor grote groepen, met name voor vrouwen met een lagere opleiding. Zij gaat ervan uit dat ieder bedrijf moet zorgen voor een goede rechtspositie voor het personeel.

Met het ministerie van SZW wordt veel overleg gevoerd over de arbeidsmarktproblematiek en ook over de stille reserves. Ook het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen wordt vaak daarbij betrokken.

In de speciale taskforce voor de ICT-sector is onder meer het project Mannen en vrouwen in balans ingebracht. Dit was hard nodig, want slechts 10% van de werknemers in de ICT-branche was vrouw. De bedoeling is, voor die branche niet-traditionele doelgroepen aan te boren. Op dit moment is de arbeidsmarkt in die sector iets minder krap, maar het zal ook voor de kwaliteit van de sector goed zijn als er meer vrouwen werken. Bedrijven beginnen dit inmiddels ook in te zien. Hierin heeft Claudia Zuiderwijk van Pink Elephant een goede rol gespeeld. Zij probeert de sector wakker te schudden, maar ook de koepelorganisaties. Daarbij is ook de heer Risseeuw betrokken die eerder de taskforce leidde. De brancheorganisatie Fenit begint inmiddels wat meer structuur te krijgen en raakt ervan doordrongen dat actie is geboden. In het kader van dit project worden nu cursussen ontwikkeld voor de doelgroepen van de Vrouwenvakscholen. Dit zijn over het algemeen herintreders. Verder denkt het bedrijfsleven zelf na over de vraag hoe het in zijn cultuur en organisatie een omslag teweeg kan brengen. Het project heeft een behoorlijke rijksbijdrage van 4 mln gulden gekregen. De gedachte dat je bereid moet zijn om van 's morgens acht uur tot 's avonds tien uur te werken, moet van tafel. Een paar bedrijven zijn op de goede weg en bij een enkel groot bedrijf kan tegenwoordig zelfs parttime worden gewerkt. Zo'n omslag neemt echter veel tijd.

De minister zegt toe dat er aan het einde van het project een evaluatie zal worden gedaan, en dat zij Axis dus liever niet wil belasten met een tussentijdse rapportage.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Terpstra

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken,

Biesheuvel

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Nava


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Terpstra (VVD), voorzitter, Biesheuvel (CDA), Schimmel (D66), Noorman-den Uyl (PvdA), ondervoorzitter, Kamp (VVD), Essers (VVD), Van Dijke (ChristenUnie), Bakker (D66), Visser-van Doorn (CDA), De Wit (SP), Van der Knaap (CDA), Harrewijn (GroenLinks), Balkenende (CDA), Van Gent (GroenLinks), Smits (PvdA), Verburg (CDA), Bussemaker (PvdA), Spoelman (PvdA), Örgü (VVD), Van der Staaij (SGP), Santi (PvdA), Wilders (VVD), Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), Bolhuis (PvdA).

Plv. leden: E. Meijer (VVD), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Giskes (D66), Kortram (PvdA), Blok (VVD), Van Blerck-Woerdman (VVD), Van Middelkoop (ChristenUnie), Van Vliet (D66), Stroeken (CDA), Marijnissen (SP), Vendrik (GroenLinks), Mosterd (CDA), Rosenmöller (GroenLinks), Schoenmakers (PvdA), Dankers (CDA), Wagenaar (PvdA), Middel (PvdA), Weekers (VVD), Van Walsem (D66), Oudkerk (PvdA), De Vries (VVD), Van Splunter (VVD), Van der Hoek (PvdA), Hamer (PvdA).

XNoot
2

Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), Biesheuvel (CDA), voorzitter, Witteveen-Hevinga (PvdA), Leers (CDA), Voûte-Droste (VVD), ondervoorzitter, Rabbae (GroenLinks), Hessing (VVD), Giskes (D66), Marijnissen (SP), Crone (PvdA), Van Dijke (ChristenUnie), M.B. Vos (GroenLinks), Van Walsem (D66), Hofstra (VVD), Wagenaar (PvdA), Stroeken (CDA), De Boer (PvdA), Van den Akker (CDA), Geluk (VVD), Ravestein (D66), Verburg (CDA), Blok (VVD), Hindriks (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Bolhuis (PvdA).

Plv. leden: Snijder-Hazelhoff (VVD), Atsma (CDA), Wijn (CDA), Klein Molekamp (VVD), Vendrik (GroenLinks), De Swart (VVD), Van den Berg (SGP), Poppe (SP), Kuijper (PvdA), Van Middelkoop (ChristenUnie), Van der Steenhoven (GroenLinks), Schimmel (D66), Van Baalen (VVD), Herrebrugh (PvdA), Van der Hoeven (CDA), Smits (PvdA), De Haan (CDA), Van Beek (VVD), Bakker (D66), Schreijer-Pierik (CDA), Udo (VVD), Hamer (PvdA), Koenders (PvdA), Schoenmakers (PvdA).

Naar boven