27 410
Voortgangsrapportage Beleidskader Jeugdzorg 2001–2004

nr. 29
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 september 2001

Naar aanleiding van uitlatingen in de pers van de Utrechtse korpschef heb ik mij op 11 juli jl. laten informeren door de Utrechtse Driehoek. Ik heb dat gesprek als constructief en verhelderend ervaren. In antwoord op vragen van het lid van uw Kamer mevrouw Arib (d.d. 3 september jl., Aanhangsel Handelingen nr. 1685, vergaderjaar 2000–2001) ben ik al op enkele aspecten ingegaan. In aanvulling daarop doe ik u graag nog de volgende informatie toekomen.

De algemene indruk die ik uit de verstrekte informatie heb gekregen is dat het niveau van ernstige jeugdcriminaliteit in Utrecht relatief hoog is, en dat door alle betrokkenen wordt gezocht naar mogelijkheden om met name een kleine groep harde-kernjongeren effectiever aan te pakken. Daarbij kwam onder meer de behoefte naar voren aan een versnelling van de aanpak en aan een consequentere benadering van de betrokken jongeren. Teneinde meer inzicht te krijgen in wat daarvoor nodig is, is onder meer afgesproken dat een «top 20» van harde-kernjongeren gedurende enige tijd gevolgd zal worden. Ik hoop daarmee niet alleen een beter beeld te krijgen van het gedrag van de betrokken jongeren, maar ook van de reactie van de justitiële instanties en van de knelpunten en obstakels die daarbij ondervonden worden. De Utrechtse politie werkt nu een voorstel uit voor de wijze waarop deze informatie verzameld kan worden.

Voorts zijn over de aanpak van de actuele problematiek in Utrecht de volgende afspraken gemaakt:

– ik heb toegezegd de mogelijkheid van het introduceren van nachtdetentie voor de regio Utrecht te zullen bezien. Hoewel er nog sprake is van een – op twee andere plaatsen uitgevoerd – experiment met deze detentiemodaliteit, zijn de eerste ervaringen ermee van dien aard, dat ik het verantwoord vind ook in Utrecht hier een begin mee te maken. Op verzoek van de Dienst Justitiële Inrichtingen wordt thans in overleg met het Utrechtse parket, door de directie van de jeugdinrichting Eikenstein onderzoek gedaan naar een mogelijke locatie.

– de beoogde inkoop van plaatsen bij de Glen Millsschool is versneld, waardoor dit jaar al 20 plaatsen beschikbaar zijn. Deze kunnen ook voor jongeren uit de regio Utrecht gebruikt worden.

– de capaciteit voor de recent ingevoerde maatregel van Intensieve Traject Begeleiding wordt in Utrecht nog niet volledig benut. Voorshands is er derhalve geen aanleiding, de capaciteit te verruimen.

– het gemeentebestuur heeft aangedrongen op vestiging van een JIB-bureau in Utrecht. Ik heb toegezegd, hiervoor middelen beschikbaar te zullen stellen.

Tenslotte is in het gesprek op 11 juli het beeld geschetst, dat voor een effectieve aanpak van harde-kernjongeren de justitiële invalshoek onvoldoende is. Het is noodzakelijk meer te kijken naar het totaalbeeld van het gedrag van een jongere, ook vanuit een pedagogische invalshoek. Ik ben graag bereid, mij te beraden op daartoe strekkende voorstellen.

Vanzelfsprekend gaat het daarbij niet alleen om een Utrechts probleem. Meer in het algemeen ben ik van mening dat het noodzakelijk is, de aanpak van de jeugdcriminaliteit kritisch tegen het licht te houden. Na acht jaar uitvoering van het programma Van Montfrans is er veel gebeurd, en het feit dat de totale omvang van de jeugdcriminaliteit nauwelijks toeneemt, mag tot enige tevredenheid stemmen. Niettemin zijn er zorgelijke ontwikkelingen zoals een verlaging van de gemiddelde leeftijd, een toename van het aantal gewelddadige delicten, en een groeiende oververtegenwoordiging van allochtone jongeren. Om die reden heb ik besloten een project «versterking aanpak jeugdcriminaliteit» in het leven te roepen. In het kader van dit project zal de tot nu toe gevolgde aanpak kritisch op effectiviteit worden bezien, en zullen voorstellen ontwikkeld worden voor de komende jaren. Daarbij zal ook veel aandacht besteed worden aan de verbetering van de samenwerking tussen alle betrokken instanties.

Ik streef ernaar, volgend voorjaar een nota Versterking aanpak jeugdcriminaliteit aan uw Kamer te doen toekomen.

De Staatssecretaris van Justitie,

N. A. Kalsbeek

Naar boven