nr. 1
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
EN VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 september 2000
Hierbij bieden wij u mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de
staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen de Voortgangsrapportage
Beleidskader Jeugdzorg 2001–2004 aan1.
Krachtens artikel 7 van de Wet op de jeugdhulpverlening zijn de betrokken
bewindslieden verplicht jaarlijks verslag uit te brengen aan de Tweede Kamer
over de ontwikkelingen op het terrein van de jeugdhulpverlening. Met deze
Voortgangsrapportage wordt aan deze wettelijke verplichting voldaan.
Daarnaast beschrijft deze Voortgangsrapportage de resultaten en een aantal
voornemens in de sectoren jeugdhulpverlening, jeugdbescherming, jeugd-ggz
en zorg voor licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. In een bijlage worden
per sector de financiële overzichten en kengetallen gepresenteerd. Bij
deze gegevens gaat het enerzijds om de verslagen over het jaar 1999 en anderzijds
om de meerjarencijfers voor de jaren 2001–2004.
Inmiddels is het Beleidskader voor de nieuwe Wet op de jeugdzorg op 26
juni jl. besproken in het Nota-overleg met de Vaste Kamercommissies voor Justitie
en voor VWS. Dit beleidskader schetst in grote lijnen het toekomstig perspectief
voor de jeugdzorg. Voor het eind van het jaar zal hiertoe een implementatieplan
worden uitgewerkt.
Volgens het Regeringsstandpunt Regiovisie en Landelijk Beleidskader (1997)
dient in 2000 in principe een Landelijk Beleidskader Jeugzorg voor de periode
2001–2004 te worden vastgesteld. Gezien het verschijnen van het Beleidskader
Wet op de jeugdzorg is echter voor de reguliere plancyclus in de jeugdzorg
dit jaar besloten om een Voortgangsrapportage Beleidskader Jeugdzorg 2001–2004
met een beperkte reikwijdte uit te brengen. Naast het verslag over de afgelopen
periode volstaat deze Voortgangsrapportage met een overzicht van reeds in
gang gezette beleidslijnen. Daarbij wordt niet vooruitgelopen
op het implementatieplan voor de nieuwe wet.
In het VAO jeugdzorg op 4 april 2000 is u toegezegd dat bezien zou worden
of over de voortgang van de implementatie van het Verdrag van de Rechten van
het Kind gerapporteerd zou kunnen worden in de Voortgangsrapportage jeugdzorg.
Naar aanleiding van deze toezegging is in de nu voorliggende Voortgangsrapportage
ruimschoots aandacht besteed aan onderdelen van de aanbevelingen van de VN
op het gebied van jeugdzorg (bijvoorbeeld op het gebied van de AMK's).
Van een integrale rapportage over de implementatie van het Verdrag voor
de Rechten van het Kind is echter om diverse redenen afgezien. Het VN-verdrag
strekt veel verder dan jeugdzorg alleen. In het kader van de implementatie
van dit verdrag verschijnt elke vijf jaar een eigen rapportage. De eerstvolgende
rapportage zal verschijnen in 2002. Deze zal ook aan de Tweede Kamer worden
toegezonden. In het najaar van 2000 zal een aparte notitie over de mogelijke
instelling van een kinderombudsman verschijnen. In december 2000 zal, ter
voorbereiding van de VN-wereldkindertop in 2001, een «National Review»
aan de VN worden aangeboden en aan uw Kamer toegezonden.
Deze rapportage is tot stand gekomen na overleg met de bestuurlijke partners.
Zoals in de inleiding is vermeld is hierbij met klem aandacht gevraagd voor
de werkdruk, de schaarste op de arbeidsmarkt en de doorwerking daarvan op
de verdere realisatie van de ingezette vernieuwingen op het terrein van de
jeugdzorg. Momenteel wordt met betrokken partijen overlegd in het kader van
de aanpak van de arbeidsmarktknelpunten in de collectieve sector die het kabinet
voorbereidt.
De Voortgangsrapportage geeft aan dat er de afgelopen jaren veel is bereikt
en dat er in de komende jaren nog veel te doen is. Hier ligt een grote opgave
voor alle betrokkenen. De Voortgangsrapportage Beleidskader Jeugdzorg 2001–2004
en het Beleidskader Wet op de jeugdzorg zetten de lijnen uiteen om deze opgave
tot een goed einde te brengen. Het stemt tot groot genoegen dat zowel uw Kamer
als bestuurders, instellingen en andere partijen grote betrokkenheid bij de
jeugdzorg tonen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. M. Vliegenthart
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals