27 401
Zorgnota 2001

nr. 67
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juli 2001

Hierbij bied ik u het planningsbesluit bijzondere perinatologische zorg aan,1 zoals ik heb toegezegd in het debat van 16 mei jl. over IC/pasgeborenen. Het Planningsbesluit neonatale intensive care uit 1993 komt hiermee te vervallen.

Bijgaand besluit is opgesteld op basis van het advies van de Gezondheidsraad uit april 2000 «Intensive care voor pasgeborenen». Een van de voornaamste wijzigingen ten opzichte van het planningsbesluit uit 1993 is dat in het vervolg het aantal plaatsen voor neonatale intensive care niet meer van mijn toestemming afhankelijk is, maar bepaald wordt door de afspraken die zorgaanbieders en zorgverzekeraars maken op basis van de behoefte. Daarmee wordt voldaan aan de motie van mw. Arib (27 401 nr. 58) waarin zij de regering verzoekt het planningsbesluit intensive zorg voor pasgeborenen aan te passen aan de behoefteraming. Echter het is duidelijk dat er op dit onderwerp wel landelijke sturing nodig is om op zo kort mogelijke termijn de noodzakelijke uitbreiding van capaciteit te realiseren: hieraan wordt vormgegeven door de Vereniging Academische Ziekenhuizen en Zorgverzekeraars Nederland en neemt een waarnemer namens mij deel.

In de bijlage en toelichting behorend bij het besluit worden de kaders en kwaliteitseisen gesteld waaraan de bijzondere perinatologische zorg moet voldoen. Kortheidshalve verwijs ik u naar deze teksten.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven