27 401
Zorgnota 2001

27 583
Interpellatie inzake de huisartsenzorg

nr. 56
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 april 2001

Tijdens het interpellatiedebat met leden van de Tweede Kamer over de huisartsenzorg op 17 januari 2001 heb ik aangegeven dat ik de Tweede Kamer zal berichten over mijn beslissing ten aanzien van de op 15 januari 2001 door het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) vastgestelde beleidsregels inzake het voorschot op de inkomensherijking van alle vrije beroepsbeoefenaren.

Naar aanleiding van deze toezegging het volgende. De financiële gevolgen die gemoeid zijn met de desbetreffende beleidsregels dienen betrokken te worden bij de besluitvorming van het kabinet in dit voorjaar. De kabinetsbesluitvorming is nog niet afgerond. Hierdoor en in samenhang met het verstrijken van de wettelijke goedkeuringstermijn op 16 april 2001 van de beleidsregels heb ik 13 april jongstleden geen goedkeuring kunnen verlenen aan de beleidsregels. Volledigheidshalve zend ik u hierbij mijn brief aan het CTG van 13 april.1

Na de besluitvorming van het kabinet zal ik het CTG berichten of er financiële ruimte beschikbaar is voor uitvoering van de door het CTG vastgestelde beleidsregels.

Ik verwacht u hiermee op dit moment voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven