27 400 XVI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2001

nr. 14
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 november 2000

Op grond van het bepaalde in artikel 7, eerste lid, van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998 (Wtz 1998) deel ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken en de Minister van Financiën, mee dat het in het voornemen ligt de Wtz-maximumpremies voor het jaar 2001 als volgt vast te stellen.

Tabel Wtz-maximumpremies 2001 in vergelijking met 2000 (in guldens per maand)

 20012000
Standaardpolis 65–f 221,–f 200,90
Standaardpakketpolis 65–f 276,10f 251,–
Standaardpolis 65+f 276,10f 251,–
Standaardpakketpolis 65+f 276,10f 251,–
Studentenstandaardpakketpolis 20–f 44,34f 45,69
Studentenstandaardpakketpolis 20+f 15,69f 19,94

Op grond van het bepaalde in artikel 7, eerste lid, van de Wtz 1998 worden deze maximumpremies bij ministeriële regeling vastgesteld.

De verhoging van de premiebedragen voor het jaar 2001, die ten hoogste voor de overeenkomst van standaardverzekering in rekening mogen worden gebracht, is gebaseerd op de kostenontwikkeling in de gezondheidszorg zoals gesignaleerd in de Zorgnota 2001. Het verhogingspercentage wordt berekend aan de hand van een vaste systematiek, waarin behalve de in de Zorgnota 2001 geraamde kostenstijging voor het jaar 2001, ook de afwijkingen tussen ramingen en realisaties over de afgelopen twee jaren een rol spelen. Toepassing van deze systematiek voor het jaar 2001 leidt tot een stijgingspercentage van tien.

De bovenstaande maximumpremies voor de standaard(pakket)verzekering zijn exclusief de wettelijke omslagbijdragen op grond van de Wtz 1998 en de Wet medefinanciering oververtegenwoordiging oudere ziekenfondsverzekerden (wet MOOZ). Beide wettelijke omslagbijdragen worden vastgesteld door de Stichting uitvoering omslagregelingen. Deze stichting heeft de Mooz-omslagbijdrage voor het jaar 2001 vastgesteld op een bedrag van f 222,– op jaarbasis (voor de leeftijdscategorie 20 tot en met 64 jaar). De Wtz-omslagbijdrage voor het jaar 2001 is vastgesteld op een bedrag van f 465,60 op jaarbasis (voor de leeftijdscategorie 20 tot en met 64 jaar).

De sterke stijging van de Wtz-omslagbijdrage is in de eerste plaats een gevolg van het te laag vaststellen van de omslagbijdrage voor het jaar 2000. Daarnaast is de stijging te wijten aan een verkleining van het particuliere draagvlak. Daarmee wordt bedoeld dat het aantal particulier verzekerden dat de wettelijke omslagbijdragen betaalt lager is dan oorspronkelijk was verondersteld. Dit is een gevolg van de per 1 januari 2000 getroffen maatregelen om zelfstandigen toe te laten tot de ziekenfondsverzekering. Het gaat over een tijdelijke effect, omdat ten gevolge van een – eveneens tijdelijke – aanpassing van de wijze waarop de Ziekenfondswet-loongrens wordt geïndexeerd, in de loop van een aantal jaren evenveel werknemers de ziekenfondsverzekering wegens loongrensoverschrijding zullen verlaten, als er zelfstandigen in de ziekenfondsverzekering zijn bijgekomen. Ten derde zijn de kostenstijgingen in de zorg debet aan de stijging van de Wtz-omslagbijdrage.

Voor de maximumpremie van de studentenstandaardpakketpolis (SSPP) is het normbedrag voor ziektekosten, dat onderdeel vormt van de aanvullende beurs op grond van de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000) bepalend. Dit normbedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. Na toepassing van deze indexering is het normbedrag voor het jaar 2001 door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen vastgesteld op f 875,88 op jaarbasis. Dit leidt tot een maandbedrag van f 72,99. Dit normbedrag dient zowel ter betaling van de wettelijke omslagbijdragen als de Wtz-maximumpremie. Aangezien de verschuldigde wettelijke omslagbijdragen uit hoofde van de Wtz 1998 en de wet MOOZ verschillen voor personen van 20 jaar en ouder enerzijds, en personen, jonger dan 20 jaar, anderzijds (personen van 20 jaar of ouder zijn 100% van de wettelijke omslagbijdragen verschuldigd; personen, jonger dan 20 jaar, zijn 50% verschuldigd), resulteren uit deze systematiek verschillende netto-bedragen voor de Wtz-maximumpremie voor de beide leeftijdscategorieën bij de SSPP. De netto premiebedragen voor studerenden voor het jaar 2001 zullen op een bedrag van f 15,69 per maand (20 jaar en ouder) en f 44,34 (jonger dan 20 jaar) worden vastgesteld.

De Wtz 1998 kent met betrekking tot de Regeling vaststelling maximumpremies Wtz, op grond van artikel 33, vierde lid, een voorhangprocedure van 30 dagen bij de beide Kamers der Staten-Generaal. De voorgenomen wijziging dient met ingang van 1 januari 2001 in werking te treden.

De voorgenomen ministeriële regeling doe ik u hierbij toekomen.1

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven