27 400 XVI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2001

nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 oktober 2000

De Tweede Kamer aanvaardde op 11 april jl. de motie van mevrouw Van Blerck-Woerdman over de wachtlijsten orthopedie. (26 800 XVI, nr. 84) In deze motie wordt de regering gevraagd de oorspronkelijke afspraak met de Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV) na te komen en de invulling van de nog ontbrekende elf fte's mogelijk te maken. Deze afspraak betreft de uitbreiding van het aantal orthopedische functieplaatsen in 1998 en 1999 met 25. Ik heb in de vergadering van de Tweede Kamer op 6 april 2000 aangegeven dat volgens opgave van het College tarieven gezondheidszorg (Ctg) naar de stand op 1 februari 2000 in totaal 21 plaatsen ervan waren gerealiseerd. Tevens heb ik vermeld dat het aantal werkzoekende orthopeden op dat moment praktisch nihil moest zijn. Immers tegenover een instroom in 1998 en 1999 van 41 nieuwe orthopeden stond in deze jaren een vertrek van circa twintig orthopeden en een uitbreiding met 21 plaatsen.

Teneinde nader van gedachten te wisselen over de uitvoering van de motie vond op 18 juli en 28 augustus jl. op het departement overleg plaats met de voorzitter en de secretaris van de NOV. De NOV had ten behoeve van de mogelijkheid voor de invulling zowel onderzoek gedaan naar het aanbod van beschikbare orthopeden als naar de wens tot uitbreiding van het aantal orthopedieplaatsen. Dit heeft het volgende opgeleverd.

Op grond van een reële inventarisatie van de NOV kan worden vastgesteld dat er per 1 juli 2000 in totaal 23 orthopeden beschikbaar waren voor het invullen van een volwaardige functieplaats. Zij zijn volgens de NOV thans werkzaam als chef de clinique in opleidingsziekenhuizen als parkeerplaats voor een beperkte tijdsperiode.

De NOV heeft tevens een landelijke inventarisatie gehouden van de noodzaak tot uitbreiding bij orthopedische maatschappen. Teneinde de uitbreiding op de juiste plaats te doen geschieden heeft de NOV als voorwaarde gesteld dat een aanvraag voor een dergelijke functieplaats ondertekend dient te zijn door de Raad van Bestuur en de vakgroep orthopedie van de betreffende instelling. De inventarisatie leverde als resultaat op dat het aantal ondersteunde wensen tot erkenningsuitbreiding orthopedie 16,67 fte's bedraagt.

Inmiddels heeft het Ctg op 18 september jl. een beleidsregel vastgesteld waarmee de zogenoemde bevriezing van de nadere detaillering van de erkenningsregeling (NDE) ongedaan wordt gemaakt. Deze beleidsregel heb ik onlangs goedgekeurd. Realisatie van deze beleidsregel betekent dat de ziekenhuizen bij instroom van extra specialisten een budgetaanpassing krijgen ter dekking van de hogere kosten van patiëntenzorg die door deze extra specialisten worden gegenereerd. Ook de lumpsums medisch specialisten kunnen dan weer worden aangepast. De specifieke ontdooiingsregeling die in 1998 ter oplossing van de wachtlijstproblematiek voor de oogheelkunde en de orthopedie is getroffen, krijgt hiermee een generaal karakter. De beleidsregel geeft lokale partijen van ziekenhuizen en ziektekostenverzekeraars de vrijheid om zowel over de benutting van de productiecapaciteit als over de capaciteit zelf afspraken te maken.

De door de NOV verzamelde gegevens over de beschikbaarheid van nieuwe orthopeden en de ondersteunde wensen voor uitbreiding orthopedie vormen naar mijn mening een goede basis voor het overleg tussen de betrokken ziekenhuizen en de zorgverzekeraars voor realisering van de uitbreiding van het aantal plaatsen orthopedie. Het is het belang van alle partijen dat de wachttijden in de orthopedie tot aanvaardbare lengte worden teruggebracht. De inventarisatie van de NOV biedt een goed inzicht in de capaciteit aan orthopedie die ter beschikking staat. Aldus is er de mogelijkheid de middelen te doen inzetten waar de nood het hoogst is. Inmiddels zijn voor het aanstellen van extra specialisten de nodige extra middelen gefinancierd. De in de motie gevraagde mogelijkheid tot invulling van de nog ontbrekende elf fte's kan op deze wijze worden gerealiseerd. Ik zal een klemmend beroep doen op de verzekeraars om hier gebruik van te maken.

Ik heb inmiddels de mogelijkheden tot uitbreiding en uw motie ook onder de aandacht van de betrokken Raden van Bestuur en de verzekeraars gebracht en hun gevraagd medewerking te geven aan een goede uitvoering van de motie.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Naar boven