nr. 1001
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 september 2001
Met deze brief zet ik u – conform uw verzoek – mijn beleidslijn
met betrekking tot de ontwikkelingen van de Rutgers Stichting uiteen.
Allereerst wil ik de onjuiste berichtgeving in de media over vermeende
recente bezuinigingen rechtzetten. Sinds 1996 is niet bezuinigd op de subsidie
aan de Rutgers Stichting. Het bedrag dat VWS beschikbaar stelt is –
conform besluitvorming in 1995 (Tweede Kamer, vergaderjaar 1994–1995,
24 126, nr. 5) – vanaf 1996 tot 2000 stapsgewijs afgebouwd
tot f 2,2 miljoen per jaar. Tevens wordt aan het NISSO een subsidie van
f 2,4 miljoen verstrekt, waardoor de totale subsidie aan de Rutgers NISSO
Groep f 4,6 miljoen bedraagt. In 2000 en 2001 heeft VWS extra budget
beschikbaar gesteld voor onder meer de ontstane tekorten.
Plannen
Een ander punt van belang is dat de Raad van Toezicht van de Rutgers NISSO
Groep zelf heeft voorgesteld een nieuwe koers te gaan varen en de taakstelling
en positionering van de Rutgers Stichting fundamenteel een andere inhoud te
geven. De volgende twee redenen kunnen genoemd worden:
In de eerste plaats is de uitvoerende hulpverlening in de Rutgers Huizen
niet meer kostendekkend te krijgen. Mede als gevolg van het dalend aantal
cliëntencontacten zou er op ieder consult f 100,– door VWS
toegelegd moeten worden. Ook de Rutgers Stichting zelf is van mening dat de
organisatie niet meer doelmatig kan functioneren, ook niet met extra subsidie
naast de genoemde f 2,2 miljoen.
Daarnaast is de vraag veranderd. Tientallen jaren is de Rutgers Stichting
een uitkomst geweest voor velen die nergens anders terecht konden voor anti-conceptie
en seksuele hulpverlening. Echter, de zorgvraag is veranderd, en het aantal
consulten bij de Rutgers Stichting is in de afgelopen jaren gedaald. Bedroeg
het aantal (medische) consulten in 1995 nog 20 770, in 2000 was dit aantal
gedaald tot 16 482 (het aantal Rutgers Huizen bleef hierbij
gelijk op zeven). Het aantal jongeren dat een beroep deed op de Rutgers Stichting
op basis van het jongerentarief bedroeg in de eerste helft van 2001 slechts
600.
Dit heeft ertoe geleid dat de Rutgers Stichting het initiatief heeft genomen
om de huidige organisatie om te bouwen tot een landelijk expertisecentrum
op het gebied van seksualiteit en gezondheid. Verder wil de Rutgers Stichting
de uitvoerende werkzaamheden van de Rutgers Huizen bij andere organisaties
onderbrengen. Over de concrete uitwerking van de reorganisatieplannen moet
ik nog met de Rutgers NISSO Groep spreken. Dat de rol en taak van de Rutgers
Stichting – in bedrijfsmatig en maatschappelijk opzicht – aan
een heroriëntatie toe zijn, is echter evident.
In algemene zin ben ik van mening dat de reguliere zorg (zoals huisartsen
en specialisten) aandacht moet hebben voor seksualiteitsproblemen. Ik acht
het hierbij wel van groot belang dat anonieme, laagdrempelige hulpverlening
voor specifieke groepen (bijvoorbeeld allochtone jonge meisjes) beschikbaar
blijft.
Sexueel Overdraagbare Aandoeningen
Op het gebied van preventie en anonieme behandeling van SOA spelen de
Rutgers Huizen een kleine rol en de sluiting hiervan zal dan ook nauwelijks
effect hebben op de preventie en behandeling van SOA. De meeste SOA worden
via de huisarts behandeld. Daarnaast is er een netwerk van drempelvrije SOA-klinieken
die door het Rijk gefinancierd worden en hebben diverse grote gemeenten een
laagdrempelige SOA-polikliniek op de GGD. Ten slotte is er een vangnetregeling
voor anonieme SOA-bestrijding op Rijkskosten, voor de GGD's die geen gemeentelijke
voorziening hebben.
Internet
Voorts wil ik u op de toenemende mogelijkheden van internet wijzen voor
vragen die betrekking hebben op seksualiteit. Zo biedt de «netdokter»
(http://www.netdokter.nl/), die speciaal op jongeren
is gericht, jongeren de mogelijkheid om anoniem seksualiteitsproblemen te
bespreken. Ook op de website van de Rutgers Stichting (http://www.rutgers.nl/) kunnen jongeren terecht voor uiteenlopende
vragen op het gebied van seksualiteit.
Tot slot
Gezien de huidige ontwikkelingen is het onontkoombaar dat de Rutgers Stichting
zich bezint op de eigen positie. Ik verwijs u in dit verband mede naar de
bijgevoegde bijlagen.1 Over de voorgenomen plannen
en de formele invulling daarvan moet ik nog overleggen met de Rutgers Stichting.
Daarbij zullen het belang van laagdrempelige hulpverlening, de overdracht
van de uitvoerende hulpverlening en eventuele financiële consequenties
aan de orde komen. Ik zal erop toezien dat de OR advies geeft op de verdere
uitwerking van de plannen en ik zal dit in samenhang met het advies van de
OR beoordelen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers