nr. 30
MOTIE VAN HET LID DIJKSMA C.S.
Voorgesteld 16 november 2000
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat materiële en immateriële bijdragen van ouders
aan de school van hun kinderen een waardevolle bijdrage aan de school als
gemeenschap kunnen zijn;
van mening, dat onderwijsinhoudelijke variëteit in het onderwijs
dient te worden bevorderd;
van mening, dat het beginsel dat het primaire proces in het funderend
onderwijs voor 100% bekostigd dient te worden door de overheid en dit onderwijs
toegankelijk is voor alle kinderen, onaangetast moet blijven, dat de overheid
garant dient te staan voor een hoge kwaliteit van essentiële onderdelen
van het onderwijsleerproces, en dat blijvende inspanning en investeringen
van de overheid noodzakelijk zijn om te voorkomen dat een toenemend beroep
op private bekostiging van het onderwijs wordt gedaan;
spreekt uit dat financiële ouderbijdragen in het onderwijs bestemd
dienen te zijn voor extra activiteiten die een school naast het reguliere
onderwijsprogramma ontplooit, dat financiële ouderbijdragen op basis
van vrijwilligheid en afhankelijk van het inkomen dienen te worden geheven,
en dat zij ten goede behoren te komen aan de school als gemeenschap;
verzoekt de regering in overleg met de onderwijsorganisaties te komen
tot een gedragscode waarin bovenstaande uitgangspunten worden vastgelegd,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dijksma
Lambrechts
Ross
Rabbae
Van der Vlies
Schutte