27 400 IV
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2001

nr. 12
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 januari 2001

Van 16 tot en met 19 december 2000 bracht ik een werkbezoek aan de Nederlandse Antillen en Aruba. In de Nederlandse Antillen is gesproken met leden van het Antilliaans kabinet, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Op Aruba lag de nadruk op de sociale situatie en heb ik werkbezoeken gebracht aan maatschappelijke instellingen. Met de Arubaanse regering heb ik het jaarlijkse overleg inzake het samenwerkingsbeleid gevoerd (zie bijlage voor een overzicht van de gesprekspartners).1

In de Nederlandse Antillen heb ik gesproken met de minister van Binnenlandse Zaken, mevrouw M. Rafael, en de minister van Economische Zaken en Nationaal Herstel, mevrouw Camelia Römer, over de staatkundige verhoudingen en de financieeleconomische situatie. Als gevolg van ziekte van minister-president Pourier was een gesprek tussen hem en mij niet mogelijk. In de tweede helft van januari hoop ik opnieuw besprekingen op de Nederlandse Antillen te voeren, ook met de minister-president.

Ten aanzien van de staatkundige verhoudingen heb ik mij op de hoogte laten stellen van de situatie op Sint Maarten. Het eilandsbestuur van Sint Maarten heeft de uitslag van het referendum van 23 juni jl. – de wens om tot een status aparte te komen – overgenomen. Volgend op het referendum zijn door het bestuurscollege een stuurgroep en diverse werkgroepen voor o.a. financiën, constitutionele zaken en overheidsstructuur ingesteld, waarin samen met vertegenwoordigers van de oppositie en maatschappelijke organisaties de uitslag van het referendum wordt uitgewerkt. Sint Maarten heeft niet aangegeven wanneer het voornemens is concrete voorstellen te doen.

Wat betreft de financieel-economische situatie heb ik mijn waardering uitgesproken over de voortgang bij de uitvoering van de afspraken met het IMF.

Uw Kamer is over de voortgang per brief van 1 december jl. geïnformeerd.

Door gesprekken met prominente vertegenwoordigers van de Arubaanse maatschappij heb ik mij laten informeren over de sociale situatie op het eiland. Ik heb werkbezoeken gebracht aan instellingen voor jeugdhulpverlening, Cas pa Hubentud, Imeldahof en Pro Hubentud Savannah en een stichting die zich inzet voor mishandelde vrouwen, Fundacion Pa Hende Muhe na Dificultad.

Door de snelle bevolkingstoename wordt Aruba geconfronteerd met nieuwe sociale problemen. De integratie van de nieuwkomers in de Arubaanse maatschappij zal in de komende jaren veel inspanningen vergen.

Het particuliere initiatief speelt bij de sociale hulpverlening traditioneel een belangrijke rol. Nederland ondersteunt het particuliere initiatief door de subsidiëring van Cede Aruba, de non-gouvernementele organisatie voor de medefinanciering van projecten in de sociale sfeer. Ik heb mijn waardering uitgesproken voor de werkzaamheden van Cede Aruba en op voorstel van de Arubaanse regering ingestemd met een verhoging van de jaarlijkse bijdrage vanaf 2001 van Afls 1 miljoen naar Afls 1,5 miljoen.

Met minister-president Eman en met minister Beke is gesproken over de recente politieke en financiële ontwikkelingen op Aruba. Ik heb mijn zorgen geuit over het vooruitzicht dat het begrotingstekort in 2000 verder zal oplopen. Uit rapportages van de Centrale Bank van Aruba over het eerste en tweede kwartaal van 2000 blijkt dat het begrotingstekort reeds 51 mln Afls kunnen bedraagt. Bij voortzetting van deze trend zou het totale begrotingstekort boven de 100 mln Afls kunnen uitkomen, hetgeen overeenkomt met 3% van het BNP. Ik heb aandacht gevraagd voor het belang van een «balanced budget». Zoals reeds is overeengekomen, is Nederland bereid om bij het bereiken van begrotingsevenwicht bij te dragen aan schuldsanering. Door schuldsanering komen middelen vrij die geïnvesteerd kunnen worden in de toekomst van Aruba.

Het beleidsoverleg op Aruba stond in het teken van het bestendigen van de vernieuwing van de samenwerkingsrelatie. Het politieke akkoord tussen de Nederlandse en Arubaanse regering van 11 maart 1999 vormt de grondslag voor de vernieuwing van de samenwerkingsrelatie. Tijdens het beleidsoverleg is met waardering kennis genomen van het concept-meerjarenprogramma, dat van Arubaanse zijde werd voorgesteld. Beide landen concludeerden dat nadere uitwerking van het concept-programma gewenst is. Besloten werd het ambtelijk overleg over het meerjarenprogramma en het jaarplan 2001voort te zetten en te streven naar afronding in februari 2001. Ik zal u hierover tijdig informeren. De besluiten van het beleidsoverleg zijn in een gezamenlijk document opgenomen (zie bijlage).1

Ik heb mij op de hoogte laten stellen van de stand van zaken rond de Stichting Fondo Desaroyo Aruba (FDA). De oprichting van het FDA op 12 mei 2000 bleek niet rechtsgeldig omdat de benodigde machtiging bij landsbesluit van de minister van Financiën ontbrak. Het FDA is door de Arubaanse regering op 3 november 2000 rechtsgeldig opgericht. De hernieuwde oprichting van het FDA vereist dat ook de beheers- en managementovereenkomsten opnieuw getekend worden. Tijdens het beleidsoverleg is overeengekomen dat er geen substantiële inhoudelijke wijzigingen in de beheers- en managementovereenkomsten aangebracht zullen worden.

Op verzoek van de Arubaanse regering werd ingestemd met de financiering van technische bijstand van twee uit Nederland afkomstige rechercheurs voor de Landsrecherche. Afgesproken is dat nader ambtelijk overleg zal plaatsvinden over de criteria voor de besteding van de vrij besteedbare ruimte van NLG 45 miljoen voor de periode 2000–2009. Hierbij zal o.a. aandacht worden besteed aan toekomstige verzoeken om technische samenwerking.

Bij de Arubaanse regering heb ik aangedrongen op de afhandeling van de boedelscheiding met de Nederlandse Antillen. Van Arubaanse zijde is de bereidheid uitgesproken de boedelscheiding met spoed in de Staten te behandelen.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. M. de Vries


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven