27 400 A
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2001

nr. 14
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID HERREBRUGH TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 12

Ontvangen 11 december 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

De begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 01.01 Rijkswegen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met f 30 000 000.

II

In artikel 02.02 Waterbeheren en vaarwegen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met f 30 000 000.

Toelichting

Dit amendement heeft tot doel het breed erkende tekort aan middelen voor beheer en onderhoud van vaarwegen te verkleinen door extra uitgaven van 30 000 000 voor subartikel 02.02.04 beheer en onderhoud waterbeheren en vaarwegen, met name beheer en onderhoud van rijksvaarwegen (functie transport en recreatievaart) vast onderhoud (p. 96). De tekorten worden door de Regering erkend, onder andere in de Audit Beheer op peil.

De grote tekorten aan onderhoud belemmeren de groei van het gebruik van de binnenvaart. Een modal shift van weg naar binnenvaart is een van de peilers van het goederenvervoerbeleid.

In de breed gesteunde motie Ravesteijn heeft de Kamer de regering verzocht structureel 200 000 000 per jaar extra uit te geven voor het onderhoud aan Rijksvaarwegen. Tot op heden is aan deze motie geen uitvoering gegeven. De genoemde 30 000 000 zijn een eerste stap op weg naar 200 000 000 structureel extra in de komende drie jaar.

Dekking wordt gevonden bij beheer en onderhoud Rijkswegen; realisatie omdat hier sprake is van een onevenredig grote stijging van het budget, 75 miljoen, oftewel 11% ten opzichte van dit jaar. Dit terwijl de inflatie geraamd wordt op slechts 2,5%. Tegelijkertijd geven de areaalgegevens voor onderhoud, de belangrijkste prestatie-indicatoren, aan dat de areaalstijging slechts zeer minimaal is (p. 42).

Herrebrugh

Naar boven