nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID HERREBRUGH
Ontvangen 16 november 2000
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, wordt als volgt
gewijzigd:
I
In artikel 02.02 Waterbeheren en vaarwegen
worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met f 40 000 000.
II
In artikel 02.02 Waterbeheren en vaarwegen
worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met f 40 000 000.
Toelichting
Dit amendement strekt ertoe de uitgaven en verplichtingen voor de verwerking
van baggerslib te verhogen met ingang van het jaar 2001, binnen het subartikel
02.02.04, Beheer en Onderhoud waterbeheren en vaarwegen; realisatie. Gelijktijdig
worden de uitgaven en verplichtingen voor waterbodemsanering met 40 000 000,
binnen hetzelfde subartikel 02.02.04, Beheer en Onderhoud waterbeheren en
vaarwegen; realisatie verlaagd.
Er is tot op heden onvoldoende uitwerking gegeven aan de breed gesteunde
motie Herrebrugh (26 401, nr. 16) over de verwerking van baggerspecie
tot nuttige (bouw)grondstof in plaats van stort in depots. De mogelijkheden
voor sanering zijn te beperkt vanwege een gebrek aan stortcapaciteit. Verwerking
is dan ook cruciaal. Pas vanaf 2003 is hiervoor 40 miljoen gulden gereserveerd
(zie p. 100). Dit is echter te laat gezien de verwachte capaciteitsproblemen
met baggeropslag. Dit amendement strekt ertoe dit bedrag naar voren te halen.
Dekking wordt gevonden door de begrote uitgaven voor waterbodemsanering
te verlagen met 40 miljoen om de stroom aan zwaar vervuilde bagger voorlopig
te verminderen, aangezien er onvoldoende stortcapaciteit voorhanden is.
Herrebrugh