nr. 46
BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 28 augustus 2001
In de Miljoenennota 2001 en tijdens de daarop volgende Algemene Politieke
Beschouwingen heeft het kabinet aangekondigd dat het een aantal Verkenningen
zou doen voorbereiden. Inmiddels zijn Verkenningen uitgevoerd op een vijftal
beleidsterreinen, met de navolgende titels:
– Grenzeloos leren; een verkenning naar onderwijs en onderzoek in
2010,
– Sociaal gericht, sociaal verplicht; verkenning sociale infrastructuur,
– Zorg met toekomst; een verkenning op het terrein van de volksgezondheid
en de gezondheidszorg,
– Naar een hoogwaardige en duurzame kenniseconomie; verkenning economische
structuur,
– Belastingen en premies; een verkenning naar nieuwe mogelijkheden
vanuit het belastingstelsel 2001.
De opstelling is opgedragen aan een aantal interdepartementaal samengestelde
ambtelijke werkgroepen, ondersteund door vertegenwoordigers van de planbureaus
en mede onder gebruikmaking van inzichten zoals beschreven in de bundel «Trends,
dilemma's en beleid» (toegezonden aan de Tweede Kamer op 7 september
2000). De Verkenningen zijn onder verantwoordelijkheid van het kabinet tot
stand gekomen. Daarbij is ruimte gelaten aan de eerder genoemde werkgroepen
waar het de inhoudelijke analyses en beschouwingen met beleidsopties betreft.
Aan de Verkenningen gaat vooraf een – op verzoek van en in dialoog
met het kabinet opgestelde – notitie van de directeur van het SCP inzake
een heroriëntatie van de rol van de Rijksoverheid in onze samenleving.
In de memories van toelichting bij de begrotingshoofdstukken 2002 en in
de Miljoenennota 2002 zal waar mogelijk worden aangegeven op welke wijze met
in de Verkenningen opgenomen analyses rekening is gehouden bij de ontwikkeling
van de beleidsvoornemens voor het komende jaar. De Verkenningen hebben aldus –
naast het in beeld brengen van opties en bouwstenen voor toekomstig
beleid – evenzeer relevantie voor het kabinetsbeleid op de korte termijn.
Met genoegen bied ik u hierbij namens het kabinet de eindresultaten aan.1
De Minister-President,
Minister van Algemene Zaken,
W. Kok