27 289
Wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (voorwaardelijke machtiging)

nr. 29
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER HOEK EN PASSTOORS

Ontvangen 30 januari 2002

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Na artikel II wordt twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIA

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zendt in overeenstemming met Onze Minister van Justitie na twee jaar na de inwerkingtreding van paragraaf 1b van hoofdstuk II van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze paragraaf in de praktijk.

ARTIKEL IIB

Paragraaf 1b van hoofdstuk II van de Wet bijzondere opneminge in psychiatrische ziekenhuizen, zoals deze bij deze wet is ingevoerd, vervalt een jaar na het uitbrengen van het in artikel IIA bedoelde verslag, tenzij bij algemene maatregel van bestuur anders wordt bepaald.

Toelichting

Omdat de observatiemachtiging een nieuwe maatregel is waarvan de uitwerking in de praktijk moet blijken, is het van belang deze maatregel te evalueren. Dit doet ook recht aan de maatschappelijke discussie over effecten van dwangmaatregelen en zorg voor verkommerden en verloederden.

De idee van de koppeling tussen de evaluatie en de horizonbepaling is dat in de Staten-Generaal een discussie zal plaatsvinden aan de hand van de evaluatie. Is de conclusie dat de observatiemachtiging een nuttig instrument is, dan zal bij AMVB worden bepaald dat de machtiging niet vervalt. Is de conclusie dat het instrument wel toegevoegde waarde heeft, maar dat wel aanpassingen noodzakelijk zijn, dan zal de AMVB moeten worden gemaakt waardoor de observatiemachtiging blijft voortduren en zullen de noodzakelijke wijzigingen bij wijzigingswet in de wet Bopz moeten worden aangebracht. Blijkt het geen nuttig instrument dan zal de AMVB niet worden vastgesteld.

Van der Hoek

Passtoors

Naar boven