nr. 7
AMENDEMENT VAN HET LID HARREWIJN
Ontvangen 7 februari 2001
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel II, onderdeel B, artikel 22a, komt het tweede lid te luiden:
2. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan aan de werkgever,
op diens aanvraag, een tegemoetkoming in de kosten in verband met kinderopvang
voor de arbeidsgehandicapte werknemer verstrekken:
a. indien deze uiterlijk zes maanden na beëindiging van de overeenkomst,
bedoeld in het eerste lid, werkzaamheden gaat verrichten in een dienstbetrekking
voor de duur van ten minste zes maanden;
b. indien deze, na het tijdstip gelegen zes maanden na ingang van diens
uitkering op grond van de WAO, WAZ of WAJONG, werkzaamheden gaat verrichten
in een dienstbetrekking voor de duur van ten minste zes maanden.
II
In artikel II, onderdeel B, artikel 22a, komt het tiende lid te luiden:
10. De tegemoetkoming, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, wordt aangevraagd
bij de uitvoeringsinstelling die de werkzaamheden heeft verricht met betrekking
tot het eerste lid. De tegemoetkoming, bedoeld in het tweede lid, onderdeel
b, wordt aangevraagd bij de uitvoeringsinstelling die de werkzaamheden heeft
verricht met betrekking tot de uitkering, bedoeld in dat onderdeel. De werkzaamheden
voortvloeiende uit het tweede lid worden verricht door die uitvoeringsinstelling,
die bij de uitvoering van dit artikel werkzaamheden kan opdragen aan derden.
Toelichting
Artikel 22a voorziet enkel in een kinderopvangregeling voor arbeidsgehandicapten
die gebruik maken van voorzieningen o.g.v de Wet Rea danwel werkzaamheden
o.g.v een proefplaatsing. Arbeidsgehandicapten die niet voldoen aan deze criteria
zoals genoemd in lid 1 hebben volgens lid 2 geen enkel recht op grond van
dit wetsvoorstel. Het is van belang dat ook arbeidsgehandicapten die zelf
of buiten REA-middelen om een werkgever vinden, te ondersteunen
via deze kinderopvangregeling. Als voor een arbeidsgehandicapte de aanvaarding
van een dienstbetrekking voor de duur van ten minste 6 maanden wordt belemmerd
door het ontbreken van een kinderopvangplek danwel het ontbreken van een regeling
bij de werkgever kan het Lisv de werkgever, op diens aanvraag, een tegemoetkoming
in de kosten van kinderopvang verstrekken. Door dit amendement wordt de doelgroep
voor de regeling dus enigszins verbreed. Door middel van de eis dat minimaal
zes maanden een arbeidsongeschiktheidsuitkering genoten is, wordt voorkomen
dat mensen die door problemen rond tijdigheid van de keuring voor een korte
periode een arbeidsongeschiktheidsuitkering krijgen, ook in aanmerking zouden
komen voor een voorziening op grond van dit artikel.
Harrewijn