nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
De ondergetekende merkt, mede namens de minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij, op dat het onderhavige wetsvoorstel ertoe strekt enige technische
aanpassingen in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra
en de Wet op het voortgezet onderwijs aan te brengen. In het onderstaande
wordt een en ander artikelsgewijs toegelicht.
Artikelsgewijs
Artikel I, onder A, artikel II, onder C, en artikel III,
onder A
In deze artikelen worden verwijzingen naar het Besluit Werkloosheid onderwijs-
en onderzoekpersoneel aangepast in verband met de OOW-operatie. Omdat ook
op het overheids- en onderwijs- en onderzoekpersoneel de Werkloosheidswet
van toepassing wordt, zal de eerdergenoemde algemene maatregel van bestuur
nog uitsluitend de bovenwettelijke aanspraken bevatten. In verband hiermee
zal de citeertitel worden gewijzigd. Het verdient daarom de voorkeur om niet
langer een citeertitel in de wettekst op te nemen.
Artikel I, onder B
De wijziging in artikel I, onder B, beoogt het opschrift van artikel 129
weer te voorzien van een korte aanduiding van hetgeen in dat artikel is geregeld.
Deze korte aanduiding was bij Wet van 2 december 1999 tot wijziging van de
Wet op het primair onderwijs in verband met de verkleining van de groepsgrootte
voor de 4- tot en met 7-jarige leerlingen van basisscholen (Stb. 527) abusievelijk
komen te vervallen.
Artikel I, onder C, artikel II, onder C, en artikel III,
onder C
Bij Wet van 14 november 1996 tot wijziging van de Wet op het basisonderwijs,
de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs
en de Wet op het voortgezet onderwijs inzake de bestuursvorm van het openbaar
onderwijs (Stb. 1996, 580) werd niet voorzien in de aanpassing van deze artikelen.
Hierin wordt nu alsnog voorzien.
Artikel I, onder D
De voorgestelde wijziging van artikel 134, zesde lid, betreft de voorwaarden
waaronder aanspraak bestaat op verhoging van de vergoeding voor materiële
instandhouding. Om in aanmerking te komen voor de bedoelde verhoging dient
sinds de Wet van 2 december 1999 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs
in verband met de verkleining van de groepsgrootte voor de 4- tot en met 7-jarige
leerlingen van basisscholen (Stb. 527) het leerlingenaantal van een school
ten opzichte van het verhoogde leerlingenaantal, bedoeld in het vierde lid
onder b, van genoemd artikel te zijn toegenomen met een bij algemene maatregel
van bestuur bepaald aantal. Omdat dit in de aanhef van artikel 134, zesde
lid, onvoldoende duidelijk tot uitdrukking komt, wordt nu voorgesteld deze
verduidelijking alsnog aan te brengen.
Artikel II, onder A, en artikel III, onder B
Bij Wet van 2 april 1998 tot wijziging van enkele onderwijswetten en technische
wijziging van enkele andere wetten in verband met het totstandkomen van onder
meer een Wet op het primair onderwijs en een Wet op de expertisecentra (Stb.
228) is de opsomming in artikel 75, eerste lid, van de Interimwet op het speciaal
onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs gewijzigd als gevolg van het
aan die opsomming toevoegen van speciale scholen voor basisonderwijs (onder
c) en scholen voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in deel II van
de Wet op het voortgezet onderwijs (onder d). Tevens is het artikel vernummerd
tot artikel 98 van de Wet op de expertisecentra.
In het oorspronkelijk artikel 82, eerste lid, van de Interimwet op het
speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs werd verwezen naar
de opsomming van artikel 75, eerste lid. Abusievelijk is bij de Wet van 2
april 1998 nagelaten om de opsomming van bedoeld artikel 82 (thans artikel
98 van de Wet op de expertisecentra) in overeenstemming te brengen met de
gewijzigde opsomming in (thans) artikel 91.
Een overeenkomstige onjuistheid in artikel 215 van de Wet op het voortgezet
onderwijs wordt in dit voorstel eveneens aangepast.
Artikel II, onder D
In artikel 171, vierde lid, van de Wet op de expertisecentra is een verwijzing
opgenomen naar artikel 186, vierde lid, van de Wet op het primair onderwijs.
Bij de Wet van 2 april 1998 tot wijziging van enkele onderwijswetten en technische
wijziging van enkele andere wetten in verband met het totstandkomen van onder
meer een Wet op het primair onderwijs en een Wet op de expertisecentra (Stb.
228) is echter dat vierde lid van artikel 186 (toen artikel 116 van de Wet
op het basisonderwijs) vernummerd tot het vijfde lid. Deze vernummering is
nog niet verwerkt in artikel 171, vierde lid, van de Wet op de expertisecentra.
Dat geschiedt thans alsnog.
Financiële gevolgen
Omdat het wetsvoorstel uitsluitend technische aanpassingen bevat, is geen
sprake van financiële gevolgen voor de rijksbegroting.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
K. Y. I. J. Adelmund