nr. 7
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Het wetsvoorstel wordt als volgt gewijzigd:
In artikel I worden de volgende wijzigingen aangebracht:
A
In het tweede lid van het in onderdeel G voorgestelde artikel 63a vervalt
«, waaronder de voorwaarde dat de curator zekerheid stelt ten aanzien
van de schulden met betrekking tot de vergoedingen, bedoeld in het derde lid».
B
In het tweede lid van het in onderdeel H voorgestelde artikel 63c wordt
de zinsnede «indien deze de zaak bij deurwaardersexploot heeft opgeëist
voordat het beslag was gelegd» vervangen door: indien deze voordat het
beslag was gelegd bij deurwaardersexploot aanspraak heeft gemaakt op afgifte
van de zaak.
C
Onderdeel T komt te luiden:
T
Artikel 208 komt te luiden:
Artikel 208
Van het verzoek wordt aankondiging gedaan in de Staatscourant.
D
In het tweede lid van het in onderdeel SS voorgestelde artikel 241a vervalt
«, waaronder de voorwaarde dat de bewindvoerder en de schuldenaar zekerheid
stellen ten aanzien van de schulden met betrekking tot de vergoedingen, bedoeld
in het derde lid».
E
In het tweede lid van het in onderdeel TT voorgestelde artikel 241c wordt
de zinsnede «indien deze de zaak bij deurwaardersexploot heeft opgeëist
voordat het beslag was gelegd» vervangen door: indien deze voordat het
beslag was gelegd bij deurwaardersexploot aanspraak heeft gemaakt op afgifte
van de zaak.
F
In het in onderdeel VV voorgestelde artikel 256, eerste lid vervalt het
woord «Nederlandsche».
G
Na onderdeel FFF wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
FFFa
Artikel 281c, eerste zin, komt te luiden: De rechtbank kan bepalen dat
de oproepingen van de schuldeisers, bedoeld in de artikelen 215, vierde lid,
216a, tweede lid, tweede zin, 256, tweede lid, en 264, tweede lid, niet bij
brieven, doch door aankondigingen in de Staatscourant dan wel in een of meer
door de rechtbank aan te wijzen nieuwsbladen zullen plaatsvinden.
H
Onderdeel VVV komt te luiden als volgt:
VVV
Artikel 356 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Geen slotuitdelingslijst
wordt opgemaakt indien de rechtbank de toepassing van de schuldsaneringsregeling
heeft beëindigd op grond van artikel 354, derde lid.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. De toepassing van de schuldsaneringsregeling is van rechtswege beëindigd
zodra de slotuitdelingslijst verbindend is geworden dan wel, indien de rechtbank
de toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft beëindigd op grond
van artikel 354, derde lid, zodra de uitspraak tot de beëindiging in
kracht van gewijsde is gegaan. De bewindvoerder doet daarvan aankondiging
in de Staatscourant.
Toelichting
Algemeen
In het wetsvoorstel zijn nog enige wijzigingen van techische aard wenselijk
gebleken. Deze wijzigingen zijn hieronder toegelicht.
Artikelen
A
Nu het gebruiksrecht voor goederen tijdens de afkoelingsperiode en de
daarvoor verschuldigde vergoeding bij de nota van wijziging is geschrapt,
dient ook deze verwijzing naar de vergoeding te vervallen.
B
De formulering «heeft opgeëist» kan beter worden vervangen
door «aanspraak heeft gemaakt op», teneinde verwarring te voorkomen
met het eerste lid van artikel 63a, waar de bevoegdheid tot opeising nu juist
was gebonden aan machtiging van de rechter-commissaris.
C
In artikel 208 is de aanduiding van de Staatscourant verbeterd.
D
Nu het gebruiksrecht voor goederen tijdens de afkoelingsperiode en de
daarvoor verschuldigde vergoeding bij de nota van wijziging is geschrapt,
dient ook deze verwijzing naar de vergoeding te vervallen.
E
De wijziging heeft dezelfde strekking als de wijziging van artikel 63c
(onderdeel B).
F
In artikel 256, eerste lid, is de aanduiding van de Staatscourant verbeterd.
G
In artikel 281c, eerste zin, handelend over de oproepingen van schuldeisers
in surseances met zeer vele schuldeisers, is de verwijzing naar artikel 215,
tweede lid, vervangen door een verwijzing naar de artikelen 215, vierde lid,
en 216a, tweede lid, tweede zin. Voorts is de mogelijkheid van aankondiging
in de Staatscourant opgenomen. Hier is de mogelijkheid van aankondiging in
nieuwsbladen wel als alternatief behouden met het oog op het belang dat daadwerkelijk
zoveel mogelijk schuldeisers worden bereikt.
H
In artikel 356, eerste lid, is nader geëxpliciteerd dat door de bewindvoerder
geen slotuitdelingslijst wordt opgemaakt indien de toepassing van de schuldsaneringsregeling
is beëindigd zonder verificatievergadering. De wijziging in het tweede
lid is louter redactioneel.
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner