27 244
Wijziging van de Faillissementswet in verband met het bevorderen van de effectiviteit van surséance van betaling en faillissement

nr. 16
MOTIE VAN HET LID DOUMA

Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 19 april 2004

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de preferentie van Belastingdienst in het onderhavige wetsvoorstel ongewijzigd blijft;

overwegende, dat aan het afschaffen van de preferente positie van de Belastingdienst voordelen verbonden zijn, zoals verhindering van ontwijkingsconstructies, bedrijven minder lang zullen doormodderen en de positie van overige schuldeisers zal worden versterkt, waardoor deze niet nodeloos in de problemen zullen komen bij een faillissement, wat uiteindelijk kan leiden tot meer belastingopbrengsten;

van mening, dat de effecten van het afschaffen van de preferente positie van de Belastingdienst, ook op basis van het rapport van het CPB, als positief gewaardeerd moeten worden;

verzoekt de regering over te gaan tot afschaffing van de preferente positie van de Belastingdienst,

en gaat over tot de orde van de dag.

Douma

Naar boven