27 244
Wijziging van de Faillissementswet in verband met het bevorderen van de effectiviteit van surséance van betaling en faillissement

nr. 15
MOTIE VAN HET LID DOUMA C.S.

Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 19 april 2004

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat in toenemende mate sprake lijkt van het voorkomen van faillissementsfraude;

overwegende, dat daarmee hoge maatschappelijke kosten voor zowel ondernemers als de overheid zijn gemoeid;

overwegende, dat slechts in zeer beperkte mate faillissementsfraudezaken worden aangemeld bij het OM en daadwerkelijke vervolging plaatsvindt;

voorts overwegende, dat de procedures voor een curator tot melding van vermoedens van faillissementsfraude omslachtig en tijdrovend zijn;

voorts overwegende, dat de procedures voor een curator om een garantie te krijgen van de overheid, teneinde faillissementsfraude grondig te onderzoeken, eveneens omslachtig en tijdrovend zijn;

verzoekt de regering aan de Kamer een voorstel te doen voor verbetering en intensivering van de aanpak van faillissementsfraude,

en gaat over tot de orde van de dag.

Douma

Weekers

Jan de Vries

Naar boven