27 209
Wijziging van enkele belastingwetten c.a. in verband met de tweede tranche van het ondernemerspakket 2001 (Wet ondernemerspakket 2001)

nr. 22
DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 13 november 2000

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

I

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

Aan het in onderdeel P opgenomen artikel 3.54 wordt een lid toegevoegd, luidende:

10. Met betrekking tot bedrijfsmiddelen waarop niet pleegt te worden afgeschreven, is de beperking van het vierde lid niet van toepassing voorzover de herinvesteringsreserve is gevormd ter zake van de vervreemding van zodanige bedrijfsmiddelen die een direct gevolg is van een aangewezen vorm van overheidsingrijpen als bedoeld in artikel 3.64.

II

In artikel XIVc wordt «27 juni 2000» vervangen door: 18 oktober 2000.

III

In artikel XV, tweede lid, wordt «27 juni 2000» vervangen door: 18 oktober 2000.

TOELICHTING

Deze nota van wijziging bevat de wijzigingen die ik heb aangekondigd in het debat van woensdagavond 8 november 2000.

I. Artikel I, Wet inkomstenbelasting 2001

Artikel 3.54, tiende lid

De eis dat voor afboeking van een herinvesteringsreserve die is gevormd bij de vervreemding van een bedrijfsmiddel waarop niet pleegt te worden afgeschreven, het vervangende bedrijfsmiddel economische eenzelfde functie in de onderneming dient te vervullen als het vervreemde bedrijfsmiddel (vervangingsvereiste), houdt tevens in dat de vervanging niet tot een uitbreiding mag leiden. Onder het besluit van 25 augustus 1992, nr. DB92/3157, BNB 1992/313 (Besluit overheidsingrijpen), verviel het vervangingsvereiste in geval van overheidsingrijpen. Bij de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is mij gebleken dat de tekst van artikel 3.54 geen ruimte laat voor aanwending van de herinvesteringsreserve bij uitbreidingsinvesteringen in niet-afschrijfbare bedrijfsmiddelen. Aangezien een dergelijke beperking ten opzichte van het Besluit overheidsingrijpen niet door mij is beoogd, wordt aan artikel 3.54 een tiende lid toegevoegd dat alsnog voorziet in die mogelijkheid.

De aanpassing betekent dat in geval van overheidsingrijpen bij de aanschaf van niet-afschrijfbare bedrijfsmiddelen, een herinvesteringsreserve die is gevormd bij de vervreemding van niet-afschrijfbare bedrijfsmiddelen altijd kan worden aangewend, dus ook indien de vervanging leidt tot een uitbreiding. Het wetsvoorstel maakte afboeking op afschrijfbare bedrijfsmiddelen reeds mogelijk.

II. Artikel XIVc

Artikel XIVc is op 18 oktober 2000 bij nota van wijziging in het wetsvoorstel opgenomen. Deze bepaling houdt verband met de voorgestelde maatregel ter voorkoming van de handel in lichamen met een vervangingsreserve/herinvesteringsreserve. Zonder nadere maatregel was het mogelijk nog dit jaar te handelen in dergelijke lichamen en de herinvesteringsreserve nog na 1 januari 2001 aan te wenden. Artikel XIVc voorkomt dergelijke aankondigingseffecten. Op grond van deze overgangsbepaling valt een herinvesteringsreserve van een beleggingsvennootschap namelijk op 1 januari 2001 vrij, indien na de indiening van het wetsvoorstel (27 juni 2000) en voor 1 januari 2001 een belangrijke aandeelhouderswijziging heeft plaatsgevonden. Omdat deze overgangsmaatregel echter pas kenbaar was op 18 oktober 2000, heb ik tijdens de plenaire behandeling in de Tweede Kamer toegezegd de maatregel alleen toe te passen bij aandeelhouderswisselingen die op of na 18 oktober in plaats van 27 juni hebben plaatsgevonden. De onderhavige bepaling strekt daartoe.

III. Artikel XV

Op grond van het tweede lid van artikel XV is het voorgestelde artikel 20a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (de reparatiemaatregel tegen de handel in verliesvennootschappen) van toepassing op boekjaren die op of na 27 juni 2000 aanvangen. Dit in verband met aankondigingseffecten en ter voorkoming van onduidelijkheid over de toepassing van de maatregel bij gebroken boekjaren. Dit tweede lid is bij nota van wijziging op 18 oktober 2000 in het wetsvoorstel opgenomen. Omdat het tweede lid pas op 18 oktober 2000 kenbaar was, wordt met de onderhavige bepaling voorgesteld de datum van 27 juni 2000 te wijzigen in 18 oktober 2000. Artikel 20a wordt daarmee dus van toepassing op boekjaren die op of na 18 oktober aanvangen.

De Staatssecretaris van Financiën,

W. J. Bos

Naar boven