nr. 60
GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID BUSSEMAKER C.S., TER VERVANGING VAN DIE
GEDRUKT ONDER NR. 36
Voorgesteld 11 april 2001
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat een sluitend systeem aan verlofvormen een noodzakelijke
voorwaarde is voor een eigentijdse arbeidsmarkt waarin werk en zorgtaken gecombineerd
kunnen worden;
overwegende, dat er op dit moment onvoldoende verlofmogelijkheden zijn
voor werknemers die in hun directe sociale omgeving te maken krijgen met hulpbehoefte
bij een ernstige zieke;
overwegende, dat er een grote maatschappelijke behoefte is aan een vorm
van langerdurend verlof;
overwegende, dat het kabinet binnenkort met een standpunt komt over de
vormgeving van het – in het regeerakkoord aangekondigde – langerdurend
zorgverlof;
van mening, dat behalve de sociale partners de overheid een eigen verantwoordelijkheid
heeft in de vormgeving van het verlof;
verzoekt de regering bij het formuleren van haar standpunt over het langerdurend
zorgverlof rekening te houden met de volgende aspecten:
– dat het om een individueel verlofrecht moet gaan;
– dat het verlof kan worden opgenomen bij ernstige ziekte of vrij
ernstige fysieke en/of psychische beperkingen van een naaste;
– dat het recht op verlof wordt gekoppeld aan het recht op betaling,
met het oog op de toegankelijkheid van het recht voor lagere inkomensgroepen
en voor mannen;
– dat de financiële vormgeving dient uit te gaan van risicospreiding
tussen sectoren en bedrijven;
– dat het verlof flexibel en in deeltijd kan worden opgenomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bussemaker
Schimmel
Van Gent