nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 5 november 2001
In artikel I van het voorstel van wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
A
Na onderdeel C wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
CA
In artikel 67, tweede lid, wordt «127, vierde lid, 174,» vervangen
door: 127, vierde lid, 137a, eerste lid, 174,.
B
In artikel 137a, eerste lid, wordt «de concurrente vorderingen te
voldoen» vervangen door: de concurrente vorderingen geheel of gedeeltelijk
te voldoen.
C
In artikel 137d, tweede lid, vervallen de woorden «en van het in
artikel 97 aangewezen kantongerecht».
Toelichting
De onder A opgenomen wijziging strekt ertoe, alsnog het hoger beroep uit
te sluiten ten aanzien van de beschikking van de rechter-commissaris waarbij
wordt bepaald dat het faillissement vereenvoudigd wordt afgewikkeld. De mogelijkheid
van hoger beroep tegen deze beschikking is slecht te verenigen met de strekking
van het wetsvoorstel omdat zodanig beroep de afwikkeling van het faillissement
zou ophouden en deze kostbaarder en arbeidsintensiever zou maken, ook voor
rechtbanken en griffies. Het wetsvoorstel bevat voldoende andere waarborgen
voor bij het faillissement betrokkenen om hun belangen te verdedigen. Bij
wijze van voorbeeld kan worden gewezen op de artikelen 137e lid 3 jo. 137g:
verzet van een (concurrent) schuldeiser tegen de uitdelingslijst kan tot gevolg hebben dat de aan een vordering verbonden voorrang komt te vervallen,
waardoor ook concurrente vorderingen geheel of gedeeltelijk kunnen worden
voldaan, zodat het faillissement alsnog op de «normale» wijze
moet worden afgewikkeld.
De wijziging onder B is bedoeld om duidelijk te laten uitkomen dat de
vereenvoudigde afwikkeling niet mogelijk is indien aannemelijk is dat de concurrente
vorderingen hetzij volledig, hetzij voor een deel kunnen worden voldaan uit
de beschikbare baten.
De in onderdeel C opgenomen wijziging strekt tot aanpassing van de tekst
van artikel 137d lid 2 aan de modernisering van de rechterlijke organisatie,
in het kader waarvan de kantonrechtspraak bestuurlijk wordt ondergebracht
bij de rechtbanken en het kantongerecht als apart gerecht verdwijnt. Dit betekent
dat in bepalingen als artikel 137d lid 2, waarin een opsomming van gerechten
is gegeven, waarin de rechtbank voorkomt, de zinsnede met «het kantongerecht»
kan vervallen.
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals