nr. 10
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 maart 2002
Hiermee voldoe ik aan het verzoek van mevrouw Van Vliet tijdens de regeling
van werkzaamheden op 12 maart jl. om te reageren op de artikelen over Opstap
Opnieuw.
Ik heb kennisgenomen van de verschillende artikelen in de nieuwsbladen
waarin naar voren komt dat een aantal gemeenten voornemens is te stoppen met
een bepaald opvoedingsprogramma en de voorkeur geeft aan een andere invulling
van het achterstandsbeleid.
Het kabinet heeft de afgelopen jaren geïnvesteerd in het voorkomen
van achterstanden bij jonge kinderen, eerst in de ontwikkeling van vernieuwende
programma's en vervolgens in het beschikbaar stellen van financiële middelen
voor brede implementatie van deze voor- en vroegschoolse educatie programma's.
Gemeenten moeten de VVE-middelen inzetten voor effectief gebleken VVE-programma's
in de (voor)schoolse voorzieningen voor de doelgroep. De lokale sociale infrastructuur
(zoals jeugdgezondheidszorg en welzijnorganisaties) kan bij de toeleiding
tot die programma's worden benut. Het peuterspeelzaalwerk, waar in veel gevallen
VVE-programma's worden aangeboden, valt onder de verantwoordelijkheid van
de gemeente. Dat betekent dat gemeenten de middelen voor VVE-programma's niet
zomaar mogen «doorsluizen» naar de peuterspeelzalen.
Gemeenten kiezen zelf, in overleg met het veld, welke aanpak en welk programma
het beste aansluit bij de lokale behoefte. Veel gemeenten investeren bijvoorbeeld
in het vergroten van de ouderbetrokkenheid ten behoeve van een succesvolle
implementatie van het VVE-beleid.
Ze kunnen bij de implementatie van het VVE-beleid advies krijgen van de
door het rijk gefinancierde kwartiermakers en de VVE-makelaar die een keuzegids
heeft uitgebracht (waarin VVE-programma's worden vergeleken met de voorwaarden
uit de regeling).
Naast investeringen in VVE heeft het kabinet de afgelopen jaren ook geïnvesteerd
in een samenhangende, wijkgerichte aanpak op het terrein van opvoedingsondersteuning
en ontwikkelingsstimulering (O&O). Binnenkort wordt over implementatie
van een aantal wijkgerichte programma's advies uitgebracht. Uit onderzoek
blijkt overigens dat een gecombineerde aanpak van centrumprogramma's en gezinsgerichte
ondersteuning positieve effecten heeft. Een effectief gezinsgericht stimuleringsprogramma
zoals Opstap Opnieuw past in deze aanpak.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. M. Vliegenthart