nr. 321
AMENDEMENT VAN HET LID VAN OVEN C.S. TER VERVANGING VAN
DAT GEDRUKT ONDER NR. 212
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel H, wordt artikel 2.6.1.1 als volgt gewijzigd:
A
Het tweede lid komt te luiden:
2. De Raad bestaat uit vijf leden.
B
Het vierde lid komt te luiden:
4. Van de vijf leden van de Raad zijn drie leden rechterlijke ambtenaren
met rechtspraak belast dan wel met rechtspraak belaste leden van de Centrale
Raad van Beroep of het College van Beroep voor het bedrijfsleven. De overige
twee leden van de Raad zijn geen rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast,
dan wel met rechtspraak belaste leden van de Centrale Raad van Beroep of het
College van Beroep voor het bedrijfsleven.
C
Het vijfde lid vervalt.
II
In artikel I, onderdeel H, wordt artikel 2.6.1.4, eerste lid, vervangen
door:
1. De Raad kan alleen beslissingen nemen indien ten minste drie leden
aanwezig zijn.
Toelichting
De Raad voor de rechtspraak is vormgegeven als een orgaan van de rechterlijke
organisatie. In het huidige wetsvoorstel wordt voorzien in een keuze tussen
drie of vijf leden van Raad waarvan het uiteindelijke aantal bij Algemene
Maatregel van Bestuur wordt vastgesteld.
Vijf leden is het minimum tegen de achtergrond van de voorgestelde taken
en bevoegdheden van de Raad. Daarbij behoort immers naast het financiële
toezicht ook behoorlijk aandacht te worden gegeven aan personeelsbeleid (inclusief
activiteiten op het gebied van werving, selectie, benoeming, promotie en opleiding)
en automatisering.
Het aantal leden van de Raad behoort in de wet te zijn vastgelegd en niet
bij Algemene Maatregel van Bestuur te kunnen worden gewijzigd.
Van Oven
O. P. G. Vos
Van Wijmen
Dittrich
Rabbae