27 182
Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele andere wetten in verband met de instelling van de Raad voor de rechtspraak (Wet Raad voor de rechtspraak)

nr. 291
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN WIJMEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR 13

Ontvangen 22 mei 2001

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel H, wordt artikel 2.6.2.2 als volgt gewijzigd:

I

Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:

3. Het bestuur van een gerecht kan beroep instellen tegen een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid op de grond dat wordt getreden in de rechterlijke onafhankelijkheid.

II

Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

5. Het beroep wordt binnen zes weken na ontvangst van de aanwijzing ingesteld bij de Hoge Raad, die in eerste en enige instantie recht doet.

Toelichting

Wanneer de Raad een aanwijzing geeft waarvan het bestuur van een gerecht meent dat deze treedt in de rechterlijke onafhankelijkheid, moet het zich niet bij een dergelijke aanwijzing neer hoeven te leggen. Voor het naar verwachting zeldzame geval dat Raad en het bestuur van een gerecht het op dit punt oneens blijven, is een voorziening nodig. Daarvoor wordt in dit artikel een beroepsmogelijkheid bij de Hoge Raad der Nederlanden in het leven geroepen. De grond waarop beroep kan worden ingesteld is beperkt tot de in het eerste lid genoemde.

Van Wijmen


XNoot
1

Herdruk in verband met herstel van een omissie.

Naar boven