nr. 24
AMENDEMENT VAN HET LID DITTRICH
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel G, worden in artikel 2.2.4.3 het eerste en tweede
lid vervangen door:
1. In geval van ongeschiktheid anders dan wegens ziekte kan de Raad de
procureur-generaal bij de Hoge Raad voorstellen om een of meer leden van het
bestuur voor te dragen voor schorsing of ontslag als lid van het bestuur.
2. De Hoge Raad gaat tot schorsing of ontslag over op initiatief van de
procureur-generaal bij de Hoge Raad.
II
In artikel I, onderdeel H, worden in artikel 2.6.4.3 het eerste en tweede
lid vervangen door:
1. In geval van ongeschiktheid anders dan wegens ziekte kan de Raad de
procureur-generaal bij de Hoge Raad voorstellen om een of meer leden voor
te dragen voor schorsing of ontslag als lid.
2. De Hoge Raad gaat tot schorsing of ontslag over op initiatief van de
procureur-generaal bij de Hoge Raad.
Toelichting
Dit amendement kent niet de minister de bevoegdheid toe een of meer leden
van het bestuur van het gerecht te ontslaan, maar de Hoge Raad, op initiatief
van de procureur-generaal van de Hoge Raad. De artt. 46f en 46l van het wetsvoorstel
Wet organisatie en bestuur gerechten bieden daarvoor aanknopingspunten.
Met dit amendement wordt voorkomen dat de rechterlijke onafhankelijkheid
in gevaar komt. Ontslag en schorsing van rechters, ook als zij tevens bestuurder
zijn, behoort aan de rechterlijke macht te worden toevertrouwd. De grond voor
ontslag/schorsing wordt verruimd naar ongeschiktheid wegens ziekte.
Dittrich