27 182
Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele andere wetten in verband met de instelling van de Raad voor de rechtspraak (Wet Raad voor de rechtspraak)

nr. 21
AMENDEMENT VAN HET LID VAN OVEN

Ontvangen 18 mei 2001

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel H, wordt artikel 2.6.1.1 als volgt gewijzigd:

I

Het tweede lid komt te luiden:

2. De Raad bestaat uit vijf leden.

II

Het vierde lid komt te luiden:

4. Van de vijf leden van de Raad zijn drie leden rechterlijke ambtenaren belast met rechtspraak dan wel met rechtspraak belaste leden van de Centrale Raad van Beroep of het College van Beroep voor het bedrijfsleven. De overige twee leden van de Raad zijn geen rechterlijk ambtenaren met rechtspraak belast, dan wel met rechtspraak belaste leden van de Centrale Raad van Beroep of het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

III

Het vijfde lid vervalt.

Toelichting

De Raad voor de rechtspraak is vormgegeven als een orgaan van de rechterlijke organisatie. In het huidige wetsvoorstel wordt voorzien in een keuze tussen drie of vijf leden van Raad waarvan het uiteindelijke aantal bij Algemene Maatregel van Bestuur wordt vastgesteld.

Vijf leden is het minimum tegen de achtergrond van de voorgestelde taken en bevoegdheden van de Raad. Daarbij behoort immers naast het financiële toezicht ook behoorlijk aandacht te worden gegeven aan personeelsbeleid (inclusief activiteiten op het gebied van werving, selectie, benoeming, promotie en opleiding) en automatisering.

Het aantal leden van de Raad behoort in de wet te zijn vastgelegd en niet bij Algemene Maatregel van Bestuur te kunnen worden gewijzigd.

Van Oven

Naar boven